Walter van Gerwen

Ik ging veel om met Pascal van Corstanje, Mao San Jung, Marc van der Linden.

Ik ging veel om met Pascal van Corstanje, Mao San Jung, Marc van der Linden. Jelle van Rijswijk. We hadden gemeen dat we graag sporten. Pascal, voetbal. Marc, honkbal en ik deed aan ijshockey. Mao San keek alleen maar films, chinese vechtfilms. Dat was voor hem al genoeg sport. Jelle is later ook gaan ijshockyen, jammer dat hij te laat is begonnen. Ik vond niemand achteraf vervelend. Ik denk wel dat sommige mij vervelend vonden. Ik was wel naar voor een enkeling. B.v. Ronald van Mil, iemand waar ik denk ik wel jaloers op was. Hij kon goed leren en was goed in tekenen iets wat we gemeen hadden. Ik kon hem, maar ook andere wel erg pesten. Maar als we tekenles hadden waren hij en ik van de héle klas het meest geconcentreerd, dan waren we een soort vrienden. Na de tekenles moest ik zonodig weer stoer doen en pestte ik `em weer. Daar heb ik wel spijt van maar volgens mij deerde Ronald het niet zoveel. Hij was me al een stap vooruit, weet je. Meneer de Waal was mijn favoriete leraar. Hij was goed in lettertekenen en dat vond ik ook leuk. Ik werk nu als letterontwerper en grafisch ontwerper. Je zou dus kunnen zeggen dat de Waal mijn loopbaan heeft ge`jumpstart`. Mevrouw van der Meer was het hoofd van de school. Ik had een soort haat/liefde relatie met haar. Ze fascineerde me enorm. Ze was zo groot en sprak mooie zinnen uit. Ook kon ze erg streng zijn dan vond ik haar natuurlijk minder leuk. Maar ik weet dat ik toen héél bewust zeer veel respect had voor haar. Leeft ze nog, vraag ik me af... Ik had géén schoolliefdes. In mijn klas was Christel van der Poel een knapperd. Ach liefdes, je vond een meisje leuk en misschien kuste je toen. Meer niet. Ik was een jongen die niet met meisjes omging.

Wilakkers, 1978