Vroeger kwam er voor bijna alles wel iemand langs. De melkboer, de scharenslijper, de voddenboer de muntmeter, de schillenboer. We halen graag wat nostalgische herinneringen naar boven. Wie kwam er allemaal bij jou langs vroeger?
De voddenboer
Zoals de naam het al een beetje verklapt, de voddenboer was er voor je oude vodden. Een paar keer per jaar kwam de voddenboer langs om je van je oude textiel af te helpen. In een jute zak aan een weeghaak werden de stoffen gewogen. Hier kreeg je dan een kleine vergoeding per kilo voor. De voddenboer verkocht de herbruikbare items op de markt. Van de rest werd papier gemaakt of werd gebruikt als poetsdoek.
De meteropnemer
Hing er bij jou vroeger thuis een muntmeter? Dan kan je je het waarschijnlijk nog wel herinneren: dan moest je voor de elektriciteit muntjes in een meter gooide. Deze muntjes werden ook wel elektriciteits penningen genoemd, en moest je halen bij de kruidenier. Om de zoveel tijd moest je hier muntjes inwerpen, anders had je geen elektriciteit. Om geld te besparen, werden er regelmatig valse muntjes in de meter gegooid. Maar wanneer je dan betrapt werd…
De schillenboer
Wanneer je een ratel hoorde aankomen, wist je hoe laat het was: de schillenboer was onderweg. In een kar kwam hij je groente- en fruitafval halen. Meestal had de schillenboer een hoop dieren, die hij deze ‘schillen’ te eten gaf. Als bijverdienste werd de rest van de schillen verkocht aan andere boeren. De schillenboer kwam een paar keer per week langs.
De scharenslijper
Is je mes te bot om je pizza te snijden? Kunnen je schaatsen wel wat gladder of knipt je schaar niet lekker meer? Vroeger kwam hiervoor iemand aan je deur. Met een kar liep de scharenslijper langs. Met de slijpsteen die op de kar bevestigd zat, sleep hij al jouw messen, scharen of schaatsen. Ze trokken meestal van dorp tot dorp en kwamen een paar keer per jaar langs.
De melkboer
Melk is goed voor elk. Daarom kwam de melkboer wekelijks langs met melk en andere verse zuivel. In het begin kwam hij met een paard en wagen langs. Daarna kwam de melkboer met een bakfiets, om tot slot met een elektrische melkkar aan te komen. Wil je meer weten over de melkboer? Lees dan dit artikel over de melkboer. (link > https://www.schoolbank.nl/toenennu/supermarkt)
De olieman
Veel fornuizen en kachels werden vroeger op olie gestookt. Als bij jou dit ook geval was, kreeg je regelmatig een bezoekje van de olieman. Die bracht een kannetje stookolie aan huis. Zo bracht hij licht en warmte aan huis. Met een kar, waarop een olievat zat bevestigd, trok hij door de straten.
De kolenboer
Voor de ontdekking van de aardgasbel, was de energievoorziening vooral op kolen en olie gebaseerd. De kolenboer ging daarom langs de deur om huishoudens van kolen te voorzien. Vroeger was men erg netjes, dus de kolenboer bracht de kolen naar de kelder of het kolenhok achter in het huis. Dit was zeer zwaar werk, de zakken waren gemiddeld wel 35 kilo per zak!
De ijscoman
Klinkeling, klinkeling! Als kind kon geen enkel geluid je blijer maken. Je snelde met een muntje de straat op en haalde bij de ijscoman een heerlijk ijsje – wat toen nog een ijsco heette. Dit was een soort van ijswafel.
Velleman
Vroeger at je met kerst standaard kalkoen, haas of konijn. Deze slachtte je vroeger – hoe luguber – gewoon zelf. Na de periode van de feestdagen, vaak vlak na kerst, kwam dan de velleman langs om de hazen- en konijnenvellen op te kopen. Aan een stok die over zijn schouder hing, werden de vellen geregen.
Bakker
Vroeger kwam de bakker een paar keer per week aan huis met vers brood. Hij schreef dan de inkopen in een boekje en rekende een keer per week af. Superhandig!
Wie kwam er allemaal bij jou langs vroeger? We horen het graag in de reacties.
Reacties 45
Niet genoemd in het rijtje hierboven is de zogenaamde putjesschepper, die één maal per jaar, meestal in het voorjaar, in Hollandsche Rading langskwam. Het afwaswater liep vanuit onze granieten gootsteen rechtstreeks in een putje aan de andere kant in de muur dat werd afgedekt door een tegel. ik was niet jaloers op de vakman want na het lichten van de tegel steeg een buitengewoon onwelriekende geur op. Vervolgens moest de putjesschepper er met een soort van pollepel, bevestigd aan een lange stok, een soort pasta, wit tot grijs van kleur, uitschrapen. Waarom wij dat zelf niet konden doen is mij achteraf een raadsel, want dit werkje vergt geen bijzondere capaciteiten. Hoe dan ook, bij mijn weten bestaat de putjesschepper niet meer.
Dus dat was een beroep dat echt heeft bestaan! Mijn moeder zei wel eens "Al trouw je met een putjesschepper, dat maakt niet uit, als je maar van hem houdt."
En Fia, wat is het geworden?
Mijn eerste partner heeft op een kotter gewerkt. Was helmsteker, wiependraaier en grondwerker toen ik hem leerde kennen en hij is daarna voor een grote bakkerij gaan werken terwijl hij in zijn vrije tijd pieren stak. Jaren na zijn overlijden kreeg ik een man die wadgids en wetenschapper was maar die in zijn hart eigenlijk boer was, ook boerenwerk gedaan heeft en ooit ook nog eens op een garnalenkottertje heeft gewerkt.
De putjesschepper die bij ons kwam, Fia, schepte elders in het dorp ook de beerputten leeg, dus zijn werkzaamheden beperkten zich niet alleen tot het leegscheppen van de gootsteenput. Wij hadden toevallig een naoorlogs huis dat aangesloten was op het riool. Ik praat over 55 jaar geleden, dus weet ik niet of hij gelukkig getrouwd was.
Haha, laten we het maar hopen van wel. Dat is een tijd geleden. Maar toch heb ik het staartje van die tijd nog meegemaakt. De waterpomp nog op het aanrecht, geen koelkast maar het vlees onder een dikke laag vet in de kelder. De buitenplee nog zonder riolering. De stront uit de ton die dan in de tuin moest worden ondergespit. Geen wonder dat oma's bloementuin het zo geweldig deed!
Ik woonde in de Gerard Terborgstraat43 in Amsterdam (1958-1983) tegenover het sorteerpostkantoor waar 24/7 werd gewerkt (behalve zaterdagnacht). Bij ons in de straat kwamen alle genoemde ambachten voorbij behalve de velleman en de meteropnemer. Een ambacht die niet genoemd is maar wél wekelijks door onze straat kwam was de orgelman. Robin Moize de chateleux
Op vrijdag kwam de visboer uit Spakenburg bij ons langs in Nijmegen. Een scherp mes om Pizza te snijden had je in de vijftiger en zestiger jaren niet nodig. Ze waren nog nagenoeg onbekend. In de zeventigerjaren brachten de Italiaanse gastarbeiders ze mee naar Nederland. Het afhalen kwam nog iets later, nadat het afgekeken was van de Chinezen
Ik woonde in de jaren 50 en 60 in het centrum van Rotterdam. Daar ging het er al redelijk modern aan toe. Maar bij mijn oma in Rotterdam West kwam inderdaad een melkwagen langs. Met alleen melk in een grote bus en daar tapte de melkboer dan een of meer liters uit, in een literkan die aan de melkbus hing. De melk werd overgegoten in een kan die mijn oma dan bij zich had. Ook stookte mijn oma nog een kolenkachel. Dus eens in de zoveel tijd kwam de kolenboer. Met een jutezak over zijn hoofd als een grote capuchon. De kolenboer bracht dan een aantal zakken naar de kolenkelder. Een mud kolen heette een zak, kan ik me herinneren. Oma haalde elke ochtend met de kolenkit kolen uit de kelder. En stookte dan de kachel in de woonkamer op. De kachel was ook de enige warmtebron in het hele huis, wat een groot huis was ! (Mathenesserlaan). De WC was achter de 'vestibule' en dus vlak bij de voordeur. In de winter wilde je echt niet bij oma naar de WC ! Je billen vroren vast aan de WC bril !
De bakker. 31 jaar heb ik rond gereden in mijn wijk. Eerst met een electrisch wagentje en later met een bestelauto. Naast dat ik dagelijks mijn rondje brood , koek en banket verkocht was ik ook een oor. Een oor die even de tijd nam voor kleine en grote problemen. Ik ging na mijn wijk terug om een band te plakken, een wasmachine gangbaar te maken, een koelkast, tv of iets dergelijks te verzetten enz Ook waren wij mensen langs de weg een sociale controle. We hadden een loper om binnen te komen en zo heb ik ook menig klantje gevonden. Nu ervaar ik doordat ik in de uitvaart werk hoe belangrijk deze mensen langs de weg waren. Nu liggen mensen soms weken in huis voor ze gemist worden. Lieve lezer let op uw. ( Ouderen) buurtgenoten. Vraag eens of je een hand. Een boodschap kan meenemen of gewoon maak even een praatje.
Mijn ouders hadden een groentebedrijf in Ijmuiden, wij gingen savonds nog wel eens aardbeien uitventen. Even langs het politiebureau, wat aardbeien brengen, voor toestemming en gaan met die 5oo kistjes aardbeien, zeker op een warme avond waren we er zo doorheen. Lekker zakcentje voor de feestweek die eraan kwam
Bij ons in de straat 53 jaar terug was alles aanwezig. Tegen over ons woonde de groente boer die ging met paard en wagen bij de mensen langs, en de knoopjes en garen boer die stond op de markt, en een kunstenaar die maakte schilderijen daar werden later kippen geslacht ging ik wel eens kijken in de woning, verder stond een boerderij waar we de melk kochten zijn broer woonde naast ons we kwamen vaak bij de boer om te helpen melken en hooien in de zomer. En we hadden de spar winkel om de hoek en een snoepwinkel . De visboer op de andere hoek stond ook op de markt, En de melkboer die heeft nog met de hondenkar gelopen. Wat was dit toch een mooie tijd met een boel speelvriendjes en we waren altijd buiten aan het spelen???of wat anders aan het doen. Groetjes uit Steenwijk.
Ik kan mij ook herinneren dat de groenteman voorbij kwam met de groentekar die werd getrokken door het paard. En de man die contant het geld kwam ophalen voor de verzekeringen en dan werd het afgestempeld op de verzekeringskaart.(en kreeg ik ook een stempel op mijn hand waar ik blij mee was ha ha) En natuurlijk de orgelman en visboer. Ze zongen ook soms een soort liedje erbij. De lorreman riep altijd lorren en bieren oude rommel. De groenteman riep altijd verse komkommer het lievelingseten van de vrouw. Het was de tijd waarin je als kind heel gelukkig was met kleine dingen en nog kind mocht zijn.
In Breda herinner ik me heel goed dat de melkboer langs kwam met de melkbussen schuin hangend aan de wagen. Hij verkocht ook koffiemelk van Nutricia. Dat bedrijf had een actie bonnetjes sparen voor een koffieservies. Dat deden we met enthousiasme. Omdat mensen lege flesjes retourneerden aan de melkboer, waren er altijd flesjes waar de zegeltjes nog op zaten. Die mochten wij kinderen er vanaf halen> Je had losse melk en melk, karnemelk en yoghurt in dikke glazen flessen met als sluiting aluminium capsules . De loopjongens van Albert Heijn en de Gruyter kwamen in het begin van de week 'horen' een paar dagen later werden de bestelde boodschappen bezorgd en afgerekend. De groenteboer kwam 2x per week met paard en wagen, later was hij gemotoriseerd. Hij heeft dat volgehouden tot de jaren 90. Ook de visboer bezorgde, de bakker kwam langs en ook de kolenboer. Dat waren nog eens tijden!!!
Ansje Otjes-Herps: Ik woonde in de jaren 50-60 op de Churchill-laan in Amsterdam. Bij ons kwam de koperpoetsman om de brievenbus, de deurknop en de bel te poetsen. Hij droeg handschoenen zonder vingers. Verder Jaap de groenteman. De kwam met paard en wagen. Meneer Molenman, de melkboer, wilde in de jaren 60 opeens "melkman" genoemd worden. Dat klonk chiquer.
Van horen zeggen de mestkuipjes ophaler. WC stond buitenshuis in een houten hutje-plank met een rond gat met een deksel erop, eronder een houtenkuip. 1p/w kwam er een man met paard en wagen langs, die de kuipjes kwam omwisselen vol voor leeg. Hoe deze man werd betaald kon zij mij niet meer vertellen.
Ook de huurophaler kwam elke week langs en een aantal zogenaamde bodes, die premies kwamen halen voor een verzekering, ook per week, dan werd bij betaling een stempel op een kaart gezet en die kaart was je bewijs. Mijn moeder had een doosje, waarin elke week keurig het geld was uitgeteld voor het aantal personen, dat langs de deur kwam. Er was ook weekloon, dus het werd elke week opnieuw gevuld.
Die zogenaamde bodes zorgden ook voor de aanwas van de bevolking, hihi.
Ik woonde in de Bernissestraat (Amsterdam zuid) en de visboer kwam elke vrijdag langs en dan kocht mijn moeder schol en dat bakte ze heerlijk. Ook de melkboer kwam elke dag langs, eerst met een kar en daarna met een wagentje, hij heette Henk en ik heb nog met hem gewerkt, flessen melk neer zetten bij de dieren, losse melk voor de klanten afmeten, dan hadden we nog karnemelk, eieren en kaas. Daar kreeg ik natuurlijk voor uitbetaald. De ijsman die langs kwam met schepijs en de bekende groenspots, heerlijk waren die. Ook de flodderman kwam langs om oude spullen op te halen en de scharenslijper met zijn muzikale tonen en ik kan mij de kolenboer nog herinneren die kwam de kolenkast op de waranda vullen voor de kachel. Ik heb heel wat keren de kolenkit gevuld voor de kachel. Ik vond het een fijne tijd.
Zand en zeepman en ketellapper en natuurlijk de krantenman ontbreken nog aan het lijstje. De lorrenboer was in Rijswijk de lorrenjood en die schreeuwde altijd heel hard: Lorre en Ouwe rommel!! De ketellapper kondigde zijn aankomst aan met een paar tikken op een metalen voorwerp. Er brandde altijd een vuurtje op zijn handwagen. Het voornaamste werk was het zetten van een nieuwe bodem in een fluitketel. En als laatste de asbakken reiniger (Een vuilnisbak heette in de omgeving van Den Haag asbak. Daar ging behalve vuil ook de as uit de kachel in.
en de Gruyter kwam langs een klein wagentje met van alles en nog wat (klein supermarktje)
De Orgelman...... Ik woonde in de binnenstad van Leeuwarden en iedere zaterdagmorgen reed daar het draaiorgel door de straat. Getrokken door een paard en de orgelman met koperen centenbakje. De muziek ging van Willy Alberti en Lenny Kur via sinterklaasliedjes en Stille Nacht tot aan het Slavenkoor uit de opera Nabucco. Maar het allermooiste was achterop het orgel meerijden. Met heel veel goede wil pasten drie kinderen achterop. Gelukkig was er toen nog amper overgewicht bij kinderen! En natuurlijk naast de bijdrage in het koperen centenbakje doen ook zo nu en dan eens een suikerklontje aan het paard geven. Iedere zaterdag was het weer een feestje! We waren nog gelukkig en tevreden met de kleine dingen in het leven............
Bij ons kwam een oud mannetje wat verderop bij ons woonde met een kar langs onder het schreeuwen van "verse waar voor hond en kat"! Ik weet nog dat dat kleine 'rattige' hondje van hem per ongeluk gedekt was en mijn moeder er eentje reserveerde, totdat..... onze latere hond langskwam die als puppié uit een auto gegooid was en we waren allemaal gek op hem en hij bleef! 'Moeders' des duivels natuurlijk! Hahahahaha.
Bij ons kwam de visboer uit Scheveningen met zijn bakfiets, de man van het ziekenfonds, daar kreeg je een stempel van op je hand, de Schoenmaker, zand, zeep en sodamannetje, de schoorstenveger, de groenteboer[man} en alle bovenstaande figuren natuurlijk,
vroeger. van 9 tot 12 jaar saterdags van 6.30 tot 2.30 met de melkboer[bakfiets] toen ik naar de ambachts school moest nam mijn suster over. natuurlijk de bedrijven die genoemd zijn kwamen ook door ons dorp [ook de visboer met zijn toeter [omroepen] hij verkocht dan z.g.n. brokken vis [.ieder wist dad was aan woensdags ]wij zochten eikels en verkochten die aan de boer voor de varkens ook als iemand was gestorven kwam de [rond zerger] met een strak gezicht je vertellen wie en hoe. die liep dan ook voorop met de door paarden getrokken wagen naar de kerk begraafplaats.[naast ons bij de boer stond de wagen in de schuur en als kinderen [soms door de spleten loeren] waren er voor de dood voor. de kruidenier eerst kwam langs om bestel en dan de volgende dag met de bestelling. de bakker als een hele brood te veel was sneed hij het in halven.ook kwam een man van Africa [dit was voor de sending]door de school die kon een emmer water op zijn hoofd dragen en ook nog knikkeren op de vloer. in het seizoen kwam ook de wortel man langs [organic worteljes niet behandeld D>T>T.]maar met eigen huis vuil.ik moet er nog om lachen .we hadden zelf ook ook zo,n mest bult.
Als de visboer op de markt op zaterdag nog mosselen over had, ging deze op een handwagen door de wijk. De mosselen waren dan een stuk goedkoper dan op de markt.
Bij ons kwam de bakker, Frits, gewoon naar binnen via het touwtje door de brievenbus. Melkboer, kolenboer kwamen ook en af en toe een scharensliep, maar die laatste kreeg weinig klusjes volgens mij?! Dit was in de jaren 60 in de Spoorbuurt in Nijmegen-Oost.
O dat zijn er een hele boel. We hadden de kalender. De bakker maar dan was het zo ze kwamen om de week. De meteropnemer die de dubbeltjes moest tellen. Groenteboer melkboer en de kruidenier ze kwamen on de week uit terwispel waar we gewoond hadden snoepjes in de doos mem gebruikte dat voor de verjaardag on uit te delen. Voddenman en scharensliep. Dus was er in het kleine dorp Lippenhuizen veel te doen.
IK OOK
Bij ons in Amsterdam west kwamen ook nog de volgende mensen langs . De ijsboer met stukken ijs voor te koelen, de man met zuur, zurenbomen ,uitjes enz. De pens boer voor vlees voor de hond. Waar de hond al op stond te wachten.
Ik mis de draaiorgel man die bij ons in de Jordaan wel eens zijn draaiorgel kwam spelen. Maar als bij ons iets "duurs" gekocht moest worden dan ging dat op afbetaling en dat was iemand die bij de Ferdinand Bolstraat een winkeltje had in allerlei goederen van schroef tot fietsen toe en die kwam iedere week en later per maand geld halen. Toen mijn ouders naar de Spaardammer buurt verhuisden kwam er op een gegeven moment ook een kar met Berliner bollen en puddingbroodjes langs en die riep altijd "Berliner bollen heerlijk en rond" en mijn broer riep dan iets wat ik hier maar even netjes neer zet "Berliner bol stop hem in je (iets wat rijmt op bol) dan wordt ook die lekker vol". Een melk boer heb ik daar nooit gezien dat kwam pas veel later toen wij naar Amsterdam noord verhuisde maar die was zo duur dat we liever zelf naar Dirk toe gingen scheelde de meer dan de helft van de prijs en met een groot gezin was dat wel nodig. Ook had je wel een kolenboer maar wij moesten een tijdje zelf kolen gaan halen bij Mons op de Brouwersgracht dan was zeker van de winter toch wel een eind lopen en als het sneeuwde moesten we een slee meenemen maar om eerlijk te zijn mis ik die tijd bij de kachel wel maar niet de tijdstip dat ik me bed uit ging om warm te worden zo 6 uur in de morgen was eerder regel dan uitzondering en op echt koude dagen lekker voor de kachel in slaap vallen (me moeder hield dan wel in de gaten dat ik niet te lang er voor bleef liggen) maar in Noord hadden we wel nog een schillenboer die eerst met een knol kwam en later op een trekker tot dat de "biobak" wat nu een GFT bak heet kwam en die man moest stoppen met het ophalen van de schillen wat zeker voor mijn moeder toch een hele verandering was die vond zo bak maar niets en ik weet dat de schillenboer toch nog een paar weken de bakken leeg maakte bij ons tot er een oud ( NSBer) hem verraadde en de man een boete kreeg van 50 gulden.
De munten die je in de meter moest gooien waren bij ons NIET voor stroom, maar voor gas. Gabe van der Zwaag
en de huurbaas die huur kwam ophalen
De vuilnisman kwam in Amsterdam de vuilnis bak ophalen van 2 hoog W Trimbos
Heb vroeger deels bij mijn Oma in Ede gewoond, omdat ik er ook naar de Lagere School ging. Later zijn er vele vakanties bij haar doorgebracht. Bij mijn Oma kwam eigenlijk alles langs wat op wielen reed. Schillenboer, voddenboer, olieboer, kolenboer, visboer, melkboer, bakker, scharensliep, groenteboer, vuilnisman en kruidenier. De laatste was de Gruyter van wie ik altijd 'het snoepje van de week' kreeg. Maar er was één leverancier die je niet overal tegen kwam. Oma woonde namelijk in een Indische buurt en eens in de 2 weken kwam er een rijdende toko langs, de zogenaamde 'Warung Keliling'. Voor zover mogelijk voorzag hij de Indische families in de buurt van allerlei excotische zaken zoals kruiden, specerijen, en allerlei ingrediënten die onontbeerlijk waren voor de bereiding van een Indische maaltijd. De man van de toko kende ik als 'Oom' Ted Nuisenburg. Hij was echter geen familie, maar in onze kringen word je al gauw gebombardeerd tot 'Oom', of 'Tante'. Als hij bij Oma was kreeg hij steevast een mok 'Koffie Tubruk' Dat is gemalen koffie (uit de Douwe Egberts wandkoffiemolen) met kokend water eroverheen. In deze buurt hing ook altijd een aparte geur, anders dan in de ander buurten waar de lucht van spruitjes en andijvie de hoofdrol speelden. Nee, dan was het bij Oma wel anders. Daar waande je jezelf in een 'Kampong' of 'Dessa' waar altijd heerlijk eten in overvloed was, waar je ook kwam. De buurt was dan ook heel gastvrij. Ik heb er nog steeds warme herinneringen aan.
Er kwam bij ons in Amsterdam Oost ook een blauwe wagen langs en dan kwam je met je rol tapijt naar beneden en werd deze op een rol gelegd en gereinigd. En uiteraard al die andere die al genoemd zijn.
Naast alle genoemde beroepen die aan de deur kwamen, kwam er bij ons de zgn KATTENBAKCENTRALE Deze man, met paard Nellie, kwam altijd een zak zand brengen voor onze kat. Het paard kreeg dan van mijn moeder een suikerklontje. Het paard heeft dat altijd goed onthouden want hij kwam al een stap op de stoep staan om maar snel zijn beloning kon krijgen. Dit zand was voor de kattenbak waar de kat zijn behoefte op deed. Ook in Utrecht, waar ik ben geboren, kwam er eens per week een draaiorgel om zijn klanken te laten horen. Ik zat dan als peuter op de rand van de stoep te luisteren.Was toen heel indrukwekkend.
Toen ik in 1962 naar Nederland kwam hadden we daar nog: de bakker,de visboer,de melkboer,de groenteboer,de schillenboer en de voddenboer.
Wij kregen ook een visboer langs de deur, wel met een bestelauto, helemaal uit spakenburg iedere donderdag. ( we woonden in Arnhem!) Heb zelf met de melkboer meegeholpen, met zo’n motorkar langs de deuren, iedere zaterdag. Glazen flessen met statiegeld, en van die aluminium doppen
Ja alles langs de deur ook de kruidenier, deze bezorgde de boodschappen in een mand op de fiets. Verder melkboer, bakker, olieman groenteboer.Heel gewoon toen en ook wel garen, band en knopen.En soms ook stoffen en dekens. Verder ook wel verzekeringen en de huisbaas wekelijks voor de huur. Het was best wel druk dus. Maar ja de huisvrouw was thuis toen.
"s Maandags kwam de meneer van de gemeente de huur ophalen. Ook kwamen er mannen met lappen aan de deur toen de kleding nog zelf gemaakt werd. Of een muzikant die aan de deur kwam.
Bij ons kwam één keer per maand ook nog een mannetje van de woningbouwvereniging de huurpenningen ophalen. Aan het eind van de dag had hij natuurlijk een fors bedrag op zak, maar nooit gehoord van een beroving. Nu zou hij de vijf woningen waarschijnlijk niet halen zonder een dergelijke interventie. Fred van den Bogaard
Naast schillenboer en voddenboer, de wasserij, ook een meneer van de verzekering. Vond laatst oud boekje waarin elke maand werd afgetekend wat er was betaald. Minder goede herinneringen aan de dronken matrozen die midden in de nacht op de ramen bonkte. Mijn vader moest het “wal-geld” uitbetalen voor bemanning van sommige schepen in de Rotterdamse haven en als dat op was en ze wisten ons adres te vinden ze midden in de nacht. Helaas was mijn kamertje aanbeden galerijkant. Doodeng.
Bakker Steenland, melkboer Blok die ook een winkeltje had, daar kochten we snoep, lekker voor een stuiver of een duppie. De ijscoman Jac. Deelen kwam luid bellend de straat infietsen met zijn karretje, waarna hij omzwermd werd door kinderen die zo'n lekkere wafel voor een kwartje wilden of een potje voor een duppie. Zo snel mogelijk de trappen op met zo'n ijsje, want mijn moeder lustte er ook wel een. Deelen had lekker ijs. De kolenboer herinner ik me ook nog. De zakken werden in de schuur gezet, waarna mijn vader de kolenkit vulde en die weer naar boven sjouwde. De kit had een standaardplek naast de kachel. De vodden- en de schillenboer, ik weet niet precies meer wie, maar ik zag wel die fietskar de straat in komen rijden, ik denk de voddenboer. VODDEN!!! werd hard geroepen. En de meteropnemer, die altijd ongelegen scheen te komen.
En iets later de SRV om samen rotzooi te verkopen? Nee hoor, aardige melkman met zuivel en ook echt verse melk.