De telefoon van toen. Hij stond op een hoekje van de schoorsteenmantel, precies daar waar de deur naar de gang was.
Bij sommige mensen stond hij zelfs op de gang. Maar altijd stond hij ergens waar iedereen je kon zien en horen. Had jij ook telefoongesprekken zonder privacy?
Ik kan me niet herinneren dat in mijn lagere schooltijd, de telefoon een grote rol speelde. Het was een apparaat, wat in tegenstelling tot de meeste andere apparaten, vooral door mijn moeder bediend werd. Zij gebruikte het om een keer in de week haar ouders te bellen, die zo’n 100 km verderop woonde. Dan mochten wij ook wel eens dag zeggen in de telefoon en dat deden we dan braaf.
Soms gebruikte mijn moeder de telefoon om bij te kletsen met vriendinnen die niet in het stadje W. woonden en een enkele keer belde ze even de kruidenier, mijnheer L, om te melden dat ze vergeten was iets in het boodschappenboekje te schrijven.
Ik kan me niet herinneren dat wij vanuit het huis van een vriendje naar huis belde, met de vraag of we daar mochten blijven spelen. In plaats daarvan liepen we even naar huis, vroegen toestemming , kregen die en dan liepen we weer terug.
Privacy
Toen ik puber werd, werd de telefoon belangrijker. Pubermeisjes -in welke eeuw ook– hebben behoefte aan gesprekken met andere pubermeisjes.
O wat begon ik de zichtbaarheid en hoorbaarheid van die telefoon te vervloeken! En dan ook nog zo’n vader, die altijd riep: ”niet zo lang aan de telefoon!! Dat kost GELD!”
Mijn verweer, dat bellen na zes uur en in het weekend de helft kostte, hielp niets. Nu ik zelf moeder ben, verdenk ik mijn vader ervan dat het niet om het geld ging, maar om het eindeloze gesnater…
Ik deed mijn uiterste best om minder gezien en gehoord te worden. Ik wurmde bijvoorbeeld de telefoondraad onder de deur naar de gang door om daar mijn gesprekken te voeren. Die deur kon dan niet meer dicht, dus heel privé was het nog steeds niet, maar toch..
En als ik echt privé wilde bellen spaarde ik wat kwartjes en ging naar de telefooncel bij het station.
Een telefooncel, volgens mij zijn ze volledig uit het stadsbeeld verdwenen. Of weet iemand er nog eentje te vinden?
Meer herinneringen ophalen van toen? Neem een kijkje op onze blogpagina.
Reacties 11
(Ik Hanny geboren in 1949) Wij hadden vroeger geen telefoon als je wou bellen moest je naar de telefooncel toe....ook als er een dokter nodig was ....Maar heb al Jaren zo`n Zwarte telefoon (van 1956) in huis vroeger mijn Dochter als Kleuter van Mijn Zwager gekregen (mijn Dochter is nu 48jr) mijn Zwager werkte op de bouw en daar moest het weg en omdat San altijd zogenaamd zat te bellen hele gesprekken met duim en wijsvinger heeft Zij het gekregen en was dol blij met Haar telefoon
Ik kan mij nog goed herinneren dat toen mijn tweede dochter in 1968 op het punt stond om thuis (Heerhugowaard) geboren te worden, ik in aller eil naar de buren moest om hun telefoon te bebruiken. In de haast om de verloskundige te bereiken draaide ik de verkeerde nummers, dus grote paniek1 Zij lag al mijn vrouws buik onder een handdoek, want de buurvrouw heeft daarbij geholpen. De tweede keer dat ik belde ging het goed en stond de verloskundige al gauw in de huiskamer, waar het toneeltje zich had afgespeeld. Mijn dochter is over de jaren moeder geworden van twee dochters en wonen wij met het de hele familie sinds 1974 in Calgary, Alberta, Canada. Dus alles is goed af gelopen, god zij dank.
Op school in Vlissingen en in de kost in Oost Souburg, moest naar een cel met muntjes , dikke stalen deur dus privicie genoeg om met mijn verkering te praten, inmiddels 48 jaar getrouwd en hebben 1 mobiel dat is genoeg hoor.
Wij hadden thuis geen telefoon.
Als kind geboren in 1944 groeide ik op in een straat gebouwd in 1942. Als kind zwerfde ik met anderen door de buurt maar voor zover ik me kan herinneren had niemand die ik kende telefoon. Soms moesten mijn ouders telefoneren en dan mocht ik mee naar het postkantoor. Daar vulde meneer Hosli dan een formuliertje voor gesprek aanvrage in en dan gingen we in een piepklein kamertje met een telefoon aan de muur en verder niks. Hij draaide dan het nummer en als er verbinding was, knikte hij door het venster van de hele zware deur en kon pa of ma de telefoon opnemen en keuvelen. Dat nam meestal niet lang en wanneer we uit dat kamertje kwamen wist meneer Hosli ons te vertellen hoeveel dat gekost had. Kassa betalen en dan wij weer naar huis. In 1951 was het voor ons int dorp nog niet veel anders. Halverwege Juni gingen mijn vader en ik op de fiets naar een huis niet ver van ons vandaan en stelde een mevrouw en mij aan elkaar voor en zei mij dat ik die mevrouw moest ophalen wanneer me dat verteld werd. Op Zaterdag 27 Juni werd me dat verteld en ik sjeesde op mijn kleine fietsje naar die mevrouw met de boodschap dat ze meteen naar ons moest komen. Mevrouw van Dal kwam mee en bij thuiskomst werd ik met een kwartje de kermis op gestuurd. Dat was nog 's 'n meevallertje. Toen ik van de kermis thuis kwam lagen mijn moeder en mijn nieuwe broeertje op een eenpersoons bed in de voorkamer. Als we telefoon hadden gehad zou het verhaal niet veel anders geweest zijn want mevrouw van Dal had er geen.
Haha, ik kom niet meer bij. Een eigen telefoon. Wij hadden een bakelieten telefoon in de koude gang hangen en iedereen kon meeluisteren omdat de etenstafel aan de andere kant van de deur stond.
Ik (Gerard Tol) ben van 1938 en wij hadden thuis helemaal geen telefoon. Als ik mijn vriend Wim wilde bellen moest ik naar de sigarenwinkel om de hoek waar ze een publiekstelefoon hadden met minutenteller. Je rekende de gebelde minuten af in contante spijkerharde guldens of gedeelten daarvan.
Ik ben van 1956 en in de jaren '60 kregen wij telefoon, zo'n zwart bakelieten toestel aan de muur. Wij waren de enige in de portiek van onze flat. Het gebeurde toen wel eens dat een buurvrouw kwam vragen of ze even mocht bellen of ons telefoonnummer doorgeven, zodat ze gebeld kon worden. Als het telefoontje kwam, holden we snel naar de buurvrouw om haar te halen. Het apparaat hing in de gang. Discreet deden we dan de gangdeur dicht, zodat ze even privacy had. Als ze dan klaar was, was het de gewoonte om wat geld achter te laten. Je had er een potje voor, dat naast de telefoon hing. Later kregen we zo'n tafelmodel, de T65. Eerst met kiesschijf, later met toetsen. Privacy hadden we later wel, mijn vader legde een extra toestel aan in de ouderslaapkamer, zodat je ook daar alleen kon bellen. Het nadeel alleen was, dat het raam altijd open stond, zodat je nooit te lang kon bellen zonder te rillen van de kou.... 's Avonds, bij de televisie was het wel eens vervelend als je een programma zat te volgen en er belde iemand. De tv mocht niet harder en ik zat de beller te verwensen....
ik ben van 1938 wij woonde in een buurtje achteraf en waren een van de weinigen die een telefoon had veel van onze buren kwam weleens bellen ook gebeurde het dat wij een telefoontje kregen voor iemand uit de buurt die gingen wij dan waarschuwen dat er telefoon was die konden dan terug bellen toen moest een gesprekje nog bij de centrale aan gevraagd worden en dan werd je van daar uit doorverbonden dat is nu onbegrijpelijk
wij hadden vroeger geen telefoon : als er dringend iets was werd er naar de vivo-winkel gebeld en werd vader of moeder opgehaald. hetzelfde als er een dokter nodig was. dan ging je naar die winkel en daarvandaan de dokter bellen. ik denk dat we halverwege jaren 70 telefoon kregen, of mischien wel iets later
Heb nog zo'n ouwe zware zwarte bakelieten staan. Zo'n Ericsson type 1951. Hij is om te bouwen zodat hij het weer doet las ik op Internet. Helaas ben ik niet zo technisch. Een lampje, een stekkertje en een fietsband repareren dat gaat nog net.