Ik ben geboren in een tijd dat vaders en moeders zich niet het hoofd hoefden te breken over de naam voor hun toekomstige spruit. Een meisje werd vernoemd naar de moeder van de moeder, een jongen naar de vader van de vader. Het tweede meisje naar de moeder van de vader, de tweede jongen, enzovoorts. Wanneer de opa’s en oma’s op waren, waren er nog altijd tal van ooms en tantes.
Toch begonnen zich – halverwege de jaren vijftig – scheuren te vertonen in deze traditie. Er waren ouders die hun kind niet vernoemden. Dat waren echte durfals. Mijn moeder was niet zo’n grote durfal, maar wel een beetje.
Ze vernoemde mij naar haar moeder, zoals het hoorde maar gaf mij als tweede naam, een naam die zijzelf mooi vond. Zo kom ik aan mijn namen: Barbara Felice.
Daar waren we er niet mee, want hoe moest ze Barbara afkorten? De hele naam was veel te lang, voor zo’n klein baby’tje. Mijn oma werd Bep genoemd. Een vreselijke naam, dat vond ze zelf gelukkig ook. En ze gaf aan, dat ze niet vond dat ik Bep moest heten. Dit soort ouderlijke goedkeuring was in die tijd van cruciaal belang.
In een Amerikaans filmsterrenblad ontdekte mijn moeder dat je Barbara kon afkorten naar Bobby. Ze deed het nog ook. “Bobby is toch een jongensnaam?”, als ik eens een kwartje kreeg voor alle keren dat ik die opmerking te horen kreeg!
Toen ik naar de middelbare school ging en mijn naam werd omgeroepen, dat ik naar binnen mocht, werd ik staande gehouden door de conrector. “Bobby Schipper”, zei hij. “Ben ik”, piepte ik. “Ik zocht een jongen”, zei hij. Het was die ervaring die er aan het einde van mijn middelbare schooltijd voor zorgde, dat ik mijn tweede naam aannam. Tot groot plezier van mijn moeder.
Ik draag deze naam nu al tientallen jaren met trots.
En jij? Wat betekent jouw naam voor je?
Reacties 30
ik ben in het kindertehuis gezet toen ik bijna 6 jaar was en ging eruit rond 12 jaar ik ken marja zweber nog roberto remco berit
Ik heb drie namen :Josephine Johanna liduina, de twee laatste namen ben ik vernoemd uit de familie, liduina betekent veel voor mij want dat was de naam van mijn moeder. Van wie Josephine was weet ik niet.
Ik ben van 1964 maar heb nog trouw de familienamen, beide opa's en een oom. Mijn roepnaam is een ander verhaal. Die is Jacky, de y ben ik overigens al heel lang geleden verloren, met de uitspraak 'sjak' zeg maar meer richting het franse Jacques. De enige die me nog zo noemen zijn mijn moeder en mijn broers. De rest van de wereld hanteert de Engelse uitspraak. Ik ben er aan gewent luister er naar en voor mij is het geen issue, als ik het vertel zijn het anderen die zich er drukker over maken dan ik.
Ik ben geboren in 1954 en beide ouders waren overtuigd Rooms-Katholiek. Ik was het eerste kind en dan moeten de oma's vernoemd worden, maar ook enkel heiligen die het kind beschermen. Wat moet dat een uitzoekerij geweest zijn met oma's namen als 'Marie' en 'Katrijn'. Het werd uiteindelijk als doopnaam Anna Maria Catharina en mijn roepnaam werd 'Annemieke'....ik ben mijn ouders nog steeds dankbaar dat ze hiervoor gekozen hebben.
Website werkt echt voor geen meter
Mijn naam is de naam van mijn moeder en ook van mijn oma. Ik vind het een mooie naam. Maar als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon had ik haar niet weer Angeles genoemd. 4 generaties zou dan wel te veel zijn.
Leuk verhaal! Mijn toenmalige voornaam Carla (heette toen 'roepnaam'), heeft mij nooit gepast. Het was altijd of het over iemand anders ging;-). Mijn 2e naam Carolina voelde echt passend. De A vervangen door een E (makkelijker voor de mensen) en Caroline was 'geboren'. Moet vaak wel lachen om het verzet, vooral van famillie-leden en de weigerachtigheid die naam aan-te-nemen. Er worden allerlei reden genoemd in het vooroordeel waarom ik dit zou hebben gedaan. Maar het is heel simpel; het voelt passend.
Herkenbaar Caroline… Ik werd Jantje genoemd naar mijn vader… geen probleem, zolang ik een klein ventje was, maar dat bleef ik niet. En twee Jannen in huis, dat werkte natuurlijk niet. Met mijn ouders overeengekomen dat ik me Jim zou gaan noemen, niet omdat dat dezelfde naam was, het komt namelijk van James, maar gewoon omdat het goed voelde en bij me past. Op school, MULO, was het even slikken voor de leerkrachten en voor de ooms en tantes ook, maar neven en nichten gingen vloeiend mee. Helemaal met je eens, het voelt passend.
Sinds ik me bezig houd met genealogie realiseer ik me pas hoe ingewikkeld het is dat bijvoorbeeld een Gerrit vernoemd is naar zijn grootvader en vervolgens de volgende generatie ook die naam weer krijgt zodat je bij het zoeken goed moet oppassen met welke generatie je van doen hebt. Erg jammer dat onze prachtige Nederlandse namen zo verdrongen worden door niet Nederlandse namen. Misschien gemakkelijk voor de genealogie maar de historie verdwijnt ook hier.
Vernoemd naar een vriendin van mijn moeder. Haar beste vertelde ze ooit. Ik heb altijd een hekel aan mijn naam gehad. Helaas had ik geen 2e naam. Als achternaam had ik graag die van mijn moeder gehad, aan mijn achternaam kleven tot op de dag van vandaag nare herinneringen, ik draag deze nog steeds met tegenzin.
Ben vernoemd naar mijn oma's. Afgekort tot Fia. Mensen die de naam niet kennen maken er wel eens Frida of Feija van. Maar dat is geen probleem, als het beessie maar een naam heeft.
Ik ben vernoemd naar de moeder van mijn vader (ben de oudste) alleen een andere roepnaam, want mijn moeder vond de naam niet mooi.
Ook ik heb mijn naam veranderd. Ik heb een vervelende jeugd gehad en achter de voordeur gebeurde veel wat de buitenwereld niet zag of meekreeg. Mijn naam was Liesje, vernoemd naar mijn oma met nog twee nichtjes. Later werd het Lies en mijn moeder kon mijn naam zo uitspreken of ze de hond binnen riep, LIES hier komen. Vreselijk. Toen ik 25 jaar getrouwd was zei ik tegen mijn man en zoon dat ik zo graag anders wilde heten. Ze vroegen hoe wil je dan genoemd worden. Ik zei het is geen grote verandering, ik wil graag Liese genoemd worden dat klinkt gewoon wat zachter. Mijn man en zoon vonden het direct prima en vele met hun. Dat is nu al 16 jaar zo , men is er al helemaal aan gewend. Van de mensen die mij zo niet wilde noemen heb ik inmiddels afscheid genomen en uit mijn leven geschrapt. Ik ben ontzettend blij met deze naam en zal de rest van mijn leven deze naam ook dragen. Een naamsverandering kan zoveel met je doen. Een naam waar je een hekel aan hebt of wat vreselijke herinneringen bij je oproept daar word je niet vrolijk van. Ik heb hem veranderd en heb meer rust gekregen, herinneringen vervagen. Het is goed zo. Lieve groet Liese Kimenai
Mijn voornaam komt weliswaar uit de TV-serie "High Chaparral", maar grootouders en overgrootouders zijn méér dan gecompenseerd met mijn in totaal zes doopnamen. Een Hollandse jongen een Spaanse naam geven was misschien toch wel een dingetje in die tijd.
Ik ben vernoemd naar de Moeder van mijn Vader, haar naam was Aaltje. Mijn doopnaam is Aline maar ze noemden mij Ineke. Toen ik naar de hogere school ging heb ik mij als Aline laten inschrijven en vanaf die tijd werd ik Aline genoemd.
Voor mij was mijn naam zo belangrijk. Tijdens een keel operatie op mijn twaalfde jaar. Met een kapje op je neus werd je onder narcose gebracht. Heel eng. Maar toen de verpleegkundige mijn naam noemde en zei, zuchten Tineke, zuchten Tineke voelde dat heel goed en ontspannen aan.
Ik ben van 1946 en vernoemd naar de moeder van mijn moeder. Die heette Leentje Huberta, roepnaam Lenie. Ik heb het altijd vreselijke namen gevonden. Toen ik van baan veranderde en voor een Amerikaanse firma ging werken, heb ik mijn roepnaam in Helen veranderd. Het jaar daarop ontmoette ik een Engelsman, waarmee ik nog steeds getrouwd ben. We gingen in Engeland wonen en daar bleken mijn doopnamen een hinderpaal. Ik moest ze altijd spellen en vaak ging het dan nog fout. Na de geboorte van onze dochter zijn we naar Nederland teruggekeerd. Daar heb ik toen een verzoek tot naamsverandering bij de rechtbank ingediend. Dit werd toegestaan, omdat we van plan waren naar Canada te emigreren. Ik heet nu nog steeds naar beide oma's, maar in een iets modernere vorm: Leentje is Helena geworden en Antje (mijn andere oma) is Anne geworden. Die namen zijn in beide talen normaal en goed uit te spreken. De kosten (advocaat, nieuw paspoort, rijbewijs e.d. ) moet je op de koop toenemen. Canada is uiteindelijk niet doorgegaan, maar ik ga nog steeds blij door het leven als Helena Anne, roepnaam Helen.
Wat leuk om alles te lezen. De naam Bobby voor een meisje, ken ik uit de Dolle Tweelingboeken en vond het een leuke stoere naam voor een meisje. (Bobby komt van de naam Roberta). Vam mijn voor-en achternaam was ik nooit zo weg, maar ze horen toch bij me, waardoor het ook weer goed voelt en mijn opa kreeg eens telefoon en nam op met zijn (en dus mijn) achternaam en door de manier hoe hij het zei, voelde het opeens goed. Eens deed ik met iemand een spel; de een moest een beschrijving van een familielid, die we beiden kenden, geven en de ander moest raden wie het was. Door haar omschrijving, wist ik dat het een tante moest zijn, al klopte het niet met de naam die ze noemde. Toen bleek, dat dier tante al jaren geleden haar naam had veranderd, omdat ze deze niet mooi vond en 'm wel moest dragen. Mijn namen
Wist niet dat dat de aangenomen volgorde was. Mijn ouders hebben de traditie dus een heel klein beetje verbroken door hun tweede dochter (ik) naar de moeder’s moeder te vernoemen. Maria Anthonia, Riet. Ik heb 3 nichten met dezelfde naam maar 2 met verschillende roepnamen. Ik vind mijn gegeven/doopnaam heel mooi, Riet niet zo erg totdat ik naar Amerika verhuisde waar iedereen het een heel bijzondere naam vond. Alhoewel niemand ooit weet hoe het uitgesproken moet worden, 4 Korte lettertjes en niemand hier die ooit gewoon Riet zegt 😁
Hier ook een Barbara wier oma Bep heette. Ik ben van 1955. Afwijken van de traditie was toen inderdaad nog een dingetje. Mijn moeder luisterde graag naar Duitse schlagers en had ergens de naam Babs opgepikt. Dat is het dus geworden. Als kind was ik er niet zo blij mee want op school viel je er echt mee op tussen de Ria`s, Tiny`s en Mariannekes. Nu ben ik er heel trots op want je komt de naam niet vaak tegen, zeker niet binnen mijn generatie. Ik werkte in een bedrijf met 2000 medewerkers maar ik hoefde altijd alleen maar mijn voornaam te noemen, dan wist iedereen wie ik was.
Ik ben ook vernoemd in 1959 naar de moeder van mijn moeder. Ik ben de oudste thuis en ik heet Trees net als mijn oma, mijn tante (zus van mijn moeder) en twee oudere nichtjes. Ik werd als ik bij oma was altijd met mijn achternaam erbij geroepen. Daar had ik zo'n hekel aan. Mijn jongere zus is naar de moeder van mijn vader vernoemd. Oma heette Bets en mijn zus Monique heeft als doopnaam Elisabeth. Mijn broer is vernoemd naar de vader van mijn moeder en dus niet naar de vader van mijn vader. Mijn Opa heet Luitzen en mijn broer heet Luc. Opa en Oma van moederskant kwamen van oorsprong uit Friesland. Mijn jongste zus is naar mijn vader vernoemd. Mijn vader heet Nic en mijn zus Nicolette. Er werd nog al wat gegoocheld om origineel te zijn maar toch alle partijen te vriend te houden. Dit kwam ook omdat wij vroeger een drukke brood en - banketbakkerij met zaak hadden en veel hulp konden gebruiken in drukke tijden. Ik vroeg mij vroeger weleens af waarom ik de vijfde en jongste persoon was met de naam Trees. Ik had begrepen dat mijn moeder tijdens haar zwangerschap van mij een tijd rust moest houden en is toen bij haar ouders op een bed gaan liggen maar ze is wel thuis bij mijn vader en de bakkerij bevallen. Mijn oma heeft haar heel goed verzorgd en daarom ben ik naar haar vernoemd. Mijn ouders hadden eigenlijk een andere naam voor mij bedacht namelijk Lucienne. Je hoort mijn naam Trees niet zo vaak alleen in mijn familie dus.
Myn Moeder hield van Franse namen, ik heet Yvonne Germaine, myn broer Robert, Gerard en myn jongere zusje Armanda Colette
Mijn Moeder heette Maria; ik zou naar haar vernoemd worden maar mijn vader vond dat ouderwets en liet mij inschrijven als Ria. Ik heb er geen hekel aan maar vond het wel vervelend dat ik altijd moest / moet uitleggen dat dit ECHT mijn doopnaam is!
Ik ben vernoemd naar de oma van mijn moeder , maar alle oudste dochters uit die tak kregen die namen : Catherine Jeanne Henriëtte Gerardine , maar als roep naam gewoon Tiny , sommige nichten werden trien genoemd , dus ik was blij met Tiny maar heb beslist geen hekel aan mijn namen.
Mijn boer kreeg wel familie namen, maar ik werd Marianne genoemd omdat ik geboren werd tijdens de slag bij Arnhem. Die bevrijders kwamen via Frankrijk naar Holland en daarom werd ik genoemd naar het Franse symbool van vrijheid, gelijkheid en broederschap: Marianne, de dame met de vlag in haar hand.
In 1950 geboren als 2e in het gezin en dus naar de vader van moeder vernoemd. Maar... ook naar de andere opa. Mijn oudste broer ook, maar dan andersom. Ik: Steven Jan en hij Jan Steven. Ik heb dat altijd prima gevonden, maar mijn broer zei me ooit, dat hij het vreselijk vond. Tja, wat kun je dan zeggen? Ik ben er best trots op, want bij het uitzoeken van de stamboom aan moeders kant vond ik dat er in omstreeks 1750 al een Steven was. Mijn grootvader heette dus Steven en ook mij overgrootvader heette zo (ca 1835). Het opvallende is dat die beide heren van hun woonplaats achter een meisje aangingen en elders terecht kwamen. Bij mij al niet anders. Dus "what's in a name" lijkt dan onzin... Ik ken welmensen die hun naam niet zo geweldig vinden. Hier in de buurt (West-Betuwe) zijn veel vrouwen die ook vernoemd zijn, maar dan met een verkleining. Dus Pier werd Pietje, Nelis werd Neeltje, Gerrit werd Gerritje, Arie werd Aria. Ondenkbaar nu. Aan de andere kant: Hendrik werd Hendrikje en niemand heeft moeite met Hendrikje Stoffels de 2e "vrouw" van Rembrandt. Maar ja dat was een andere tijd.
Mijn voornaam is in de 18e eeuw in de familie gekomen door het huwelijk van mijn voorvader. De vader van zijn nieuwe echtgenote bracht de naam Adrianus in de familie. Deze voorvader, Seegert, was wees geworden, evenals zijn broers en zusjes, door vroeg overlijden van zijn beide ouders. Een zoon van deze Seegert werd naar de schoonvader genoemd en dat werd dus Adrianus. Een kleinkind van deze man werd ook Adrianus genoemd, en daar weer een kleinkind van ben ik. Mijn officiële naam is dus Adrianus, maar in het dagelijkse leven werd en word ik André genoemd. Om deze vernoeming werden meerdere neven ook Adrianus genoemd.
Hoe het NIET moet. Vernoemd naar mijn broertje die een maand eerder door een ongeval is overleden. Mijn vader kon de naam niet door zijn strot krijgen en heeft mij dan ook nimmer zo genoemd.
Mijn ouders en grootouders komen uit Zeeland. Ook daar was vernoemen een must. Dus toen ik geboren werd als eerste kleindochter zou ik vernoemd moeten worden naar oma van moeders kant. Zij heette Maria, afgekort tot Mie. En in het zeeuws werd dat iets van Moo Afschuwelijk dus. De 2e oma heette Pieternella wat Pietje en Pie werd in de volksmond. Ook niets. Mijn ouders bedachten er iets op. Ik kreeg 3 doopnamen. 2 van de beide oma's en de 3e naam van mijn moeder. Dus Maria Pieternella Adriana. Mooi toch. En mijn roepnaam werd Marianne. Mijn ouders deden een brief bij het geboorte kaartje. Legden uit waarom ik zo moest heten. En gaven aan geen kommentaar te willen op hun keuze. Dat gebeurde gelukkig niet. En ik ga ook na 75 jaar nog met veel plezier door het leven als Marianne.
Voor mijn reactie gebruik ik maar het onderwerp namen. Graag wil ik even wat zeggen over maandverband. In de jaren 50 en 60 was er een enorme hypocrisie over het gebruik van maandverband en het ongesteld zijn. Onze drogist had bovenop een plank achter de balie met de kassa, de stapels Nefa staan. Dus duidelijk in het zicht van de klanten in de winkel. Als ik met mijn moeder in de winkel was vroeg ik regelmatig wat dat voor pakken waren, Het antwoord was steevast dat vertel ik je nog wel een keertje. Regelmatig maakte ik mee dat een vrouw schoorvoetend de winkel binnenkwam met een mand met kleppen en dan iets lispelde en vervolgens nam de verkoopster een lange stok (zoals ze op school gebruikt werden om de bovenramen te sluiten) die gaf dan met de punt van de stok een tik tegen een pak Nefa en die viel precies in haar armen.....Dus de hele winkel was getuige van deze acrobatische toer! Vervolgens pakte ze bruin pakpapier waarin ze de Nefa goed inpakte. Dat pak werd met beschroomde blikken van de koopster in de klepmand gedaan (opdat niemand zou zien wat er in die mand zat). Zij vertrok dan opnieuw schoorvoetend...Dit is toch niet meer te geloven. Tegenwoordig worden de pakken maandverband tussen de doperwten, de Engelse drop en de diepvriesvis op de lopende band in supermarkt gegooid, zonder dat iemand daar nog van opkijkt. Hoe moeilijk hebben onze ouders het zichzelf gemaakt en waarom niet gewoon van de hoed en de rand verteld. Yvonne Adam- van Petegem.