Theo Eijk

Het eerste schooljaar was bij mevrouw Eijsbouts in het kleine bijgebouw wat in de winter werd verwarmd met een oliekachel.

Het eerste schooljaar was bij mevrouw Eijsbouts in het kleine bijgebouw wat in de winter werd verwarmd met een oliekachel. Als de kachel het niet deed mochten wij de jassen aanhouden in de klas. dat jaar is er ook groot feest geweest, want maar liefst drie meesters vierden hun 25-jarig onderwijs jubileum. We mochten een toneelstukje opvoeren in zaal Wijlaars, en er was een speciaal feestlied geschreven. Waren dat niet de meesters Vervlossen, Diepstraten, en Zegveld? Ook heb ik toen voor het eerst in mijn leven een film gezien in de bioscoop bij Wijlaars. Ging over eskimo's die iglo's bouwden! De tweede klas was bij meester Litjens. Aardige man en toen nog heel jong als onderwijzer. Hij had een Fiat 600, dus hij was best rijk in onze ogen. Later op de LTS heb ik weer engels en nederlands gehad van hem. Toen heette hij "mijnheer" Litjens. De derde klas was bij meester Tinnemans. Kleine man die best lenig was. Hij liet dit wel eens zien, en stond dan op zijn hoofd voor de klas. In dat jaar werden ook de oude vieze wc's vervangen door mooie nieuwe toiletten met waterspoeling die het wél deed. De vierde klas was bij meester Jansen. Die kwam uit Asten met de fiets, en hij kon heel goed Frans. Hij gaf na schooltijd altijd franse les aan kinderen die naar de MULO of HBS of Gymnasium gingen. Hij was een soms wat saaie man, die de klas goed in de hand had. Raddraaiers hadden een probleem als Jansen iets zag wat hem niet zinde. Hij hield van leerlingen die werkten! In de vierde klas kregen we ook de nieuwe gymzaal aan de kloosterweg. We kregen gymles op onze blote voeten. Dat was wel even wennen. De vijfde klas was weer bij Tinnemans. Een klas van vijftig leerlingen, met enkele grotere lummels die al een paar keer gedoubleerd hadden. Ga d'r maar aanstaan! Dat jaar kwam er een pater op school. We kregen al iedere week godsdienstles, van de pastoor of kapelaan, of van de meester. Maar die pater kwam vertellen over roepingen. Dat God je kon roepen tot priester! Of misschien wel missionaris! Sommigen van ons meenden een stemmetje te horen. Zijn er nog priesters of missionarissen voortgekomen uit onze jaargang???? In de zesde klas werd de jaargang gesplitst in een klas voor meester Eijsbouts een klas voor de nieuwe meester Swinkels. Ik zat in een klas van 28 leerlingen bij meester Eijsbouts. Meester Eijsbouts was hoofd van de school, en voor veel kinderen de boeman waar iedereen een beetje bang voor was. Maar hij kon ook héél goed lesgeven, en boeiend vertellen. Over geschiedenis, over vreemde volkeren, over de klassieke oudheid, met alle mythen en sagen. Als Eijsbouts een goede bui had dan werd de klas verduisterd, en werden er dia's gedraaid. Ook heeft hij velen van ons leren koffiezetten en afwassen. Het lokaal van Eijsbouts deed tijdens de pauze dienst als koffiekamer. Doordat de groep wat kleiner was, was het ook een stuk gezelliger dan in die grote klassen. Persoonlijk heb ik hier de beste herinneringen aan.

Lambertus-School, 1956