Bekijk het volledige profiel van Leen deKoeijer en al je andere schoolgenoten!
In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!
Leen deKoeijer heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?
Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!
AanmeldenIk was deze school geheel vergeten, maar door het lezen schoten me allerlei namen te binnen.
Ik was deze school geheel vergeten, maar door het lezen schoten me allerlei namen te binnen. Ik ben in 1943 in Sluiskil geboren, mijn vader zat bij de sluis/brug. In 1946 gingen we naar de sluis in Veere, na de watersnood weer terug naar Sluiskil. In Veere zat ik op een klein dorpsschooltje, heel knus. Maar ik moest gevangen worden want ik zat altijd op de sluis, meevaren met schepen enz. In Sluiskil heb ik nauwelijks 1 jaar op de lagere school gezeten(Clemminck en Platteeuw herinner ik me nog), toen naar de Kopschool. Ik kwam toen denk ik in de 5e klas terecht, maar ik weet het niet goed meer. Wel van de Ulo boven. Van Vucht, Weijland, de Vries(heb ik veel aan te danken, zou hij nog leven?). Ik woonde vlakbij, aan de Oostsluis. Ik herken namen die ik dacht van de Ulote kennen, maar dat is kennelijk niet zo. Eddy Elve, Maarten Penne, Arjen vd Griek, Piet Vroegop, Kees Buijze. Met de laatste heb ik geloof ik nog gevochten, of wat duw- en trekwerk. In die tijd was alles nog dorps. Als je als "allochtoon" op zo'n school kwam moest je je bewijzen om er bij te mogen horen, dat heb ik overal meegemaakt. In Veere had ik een verkeerd (Zeeuws-Vlaams) dialect en in Sluiskil en Terneuzen was het omgekeerd. O ja, verder schieten me Klaasje Poppe en mogelijk Ludo Visser(?) te binnen. En van de onderwijzers Udo(Pluto) Eijke en Jansen. De laatste vond ik een lieve man. In mijn beleving was het daar erg druk rond die scholen, ook de HBSers, die ik al oud vond. Ik meen me ook Tilly de Doelder te herinneren, die ook toen al extravagant was. Na school heb ik met letterlijk opgewerkt. Naar de ULO boven dus. Daarna heb ik een paar maanden bij de Hoop gewerkt, maar dat binnen werken was niets voor mij, dus ben ik in militaire dienst gegaan. Daarna 3 maanden bij herenmodezaak vanDixhoorn. Aardige mensen, maar een lachertje,ik en kleding.Daarna wilde ik bij de mariniers, naar de West enz. Maar mijn moeder huilde en ik had enige verkering. Dus naar Philips. Na 3 maanden achter dat glas ben ik bij de politie gegaan en altijd in Zeeland gebleven. Ik ben een paar geleden met 57 jaar afgezwaaid. De laatste 30 jaar was ik rechercheur en werkte door heel de provincie. Ik was veel in Terneuzen, qua zware criminaliteit een toplocatie. Ik was daar graag, je dialect spreken, de mentaliteit. Ik was daar veel 's nachts en als ik dan rond keek was het heel vertrouwd, maar zo kaal in vergelijking met Middelburg. Als ik dan onder de morgen de Lange Jan zag staan, waar ik onder woon,stelde ik de rust en de aantrekkelijkheid daar erg op prijs. Er wonen wat veel Walchenaren, maar vooruit. Ik werk een paar dagen per week op het Zeeuws archief, oude documenten vertalen en invoeren voor internet. Dan kunnen de Zeeuw Vlamingen lekker thuis blijven en toch hun stamboom doen. Ik doe alleen Z-Vl plaatsen, zo eenkennig ben ik ook. Leuk om al die vertrouwde namen voorbij te zien komen. Ik ben nu met Zaamslag bezig en daarna de overledenen in Terneuzen tijdens de 2e wereldoorlog. Ik ben na al die tijd nog goed op de hoogte van wat in Terneuzen gebeurt, want heel mijn familie woont daar nog, ik ben de enige die is gaan zwerven.
Openbare lagere school Kops..., 1955
Wij kwamen ca 1946 vanuit Terneuzen in Veere wonen, aan de sluis.
Wij kwamen ca 1946 vanuit Terneuzen in Veere wonen, aan de sluis. Ik voer als kind veel met schepen mee. Ik moest naar school gesleept worden. Uit de kleuterschool ontsnapte ik steeds(zat in hetzelfde gebouw). Lieve juffrouw, de naam weet ik niet meer. De onderwijzer noemden wij geloof ik Sikbok. Jongetjes die ik herinner waren Kees Mol en Tommie vd Broecke. Al met al heel prettig in Veere te wonen. Na de watersnood terug naar Terneuzen, van de ene school(en sluis) naar de andere. Ik heb nog een klassefoto uit Veere. O ja, Lein Brasser herkende ik nog daarop. Meisjes niet, daar was het zeker nog te vroeg voor.
Valerius, 1950
Sommige namen van leerlingen komen me bekend voor, dan gaat weer wat leven.
Sommige namen van leerlingen komen me bekend voor, dan gaat weer wat leven. En een deel van de leraren/leraressen ken ik nog. Meneer van Vught, het echtpaar Frico en Fricolientje, de echte namen ken ik niet en vooral meneer de Vries. daar heb ik veel aan te danken. En meneer Weijland. Thuis hadden we de Bijbel en het Margriet kookboek in huis, dat was alles. Door de Vries ben ik een geschiedenisfanaat geworden en boekenverzamelaar, kunstliefhebber, wouldbe filosoof enz. Ook mijn eerst grote liefde ontmoette ik daar, het was een stille individuele liefde, want ik heb haar nooit durven aanspreken. Die ogen, die lippen, dat haar! Ik keek stiekem naar haar, want in haar ogen kijken was te veel. Thuis hadden ze het door, want ik at niet meer en zei ook niets. Ik werd voortdurend bespot. Maar het leven had voor mij geen waarde meer, ik zat klem tussen mijn verliefdheid en mijn verlegenheid. Ik heb die intensiteit later nooit meer zo meegemaakt. Ik was in die tijd keeper in het schooleftal denk ik en ook in v.v. "Terneuzen" en zij stond soms achter het doel. Dan liet ik de simpelste ballen door. Wie het was? Dat zeg ik niet, ik stel me al kwetsbaar genoeg op. Nou vooruit dan, het was Ria van Alphen, ja, een dochter van Dries. Ik heb nooit met haar gesproken, zij weet hier niets van en dat hoeft ook niet. Verliefdheid kan erg eenzijdig zijn. Toen ik van school was vergat ik haar voor een deel, zo gaat dat met kalverliefde. Toen ik echter in militaire dienst ging(achteraf gezien mogelijk een vlucht, zoals men vroeger naar de "Oost" ging als koloniaal) reisde ik ook wel via Perkpolder en ik wist dat ze daar in een café woonde/werkte. Als het mistig was ging iedereen daar naar binnen, maar ik niet, ik was bang dat de pijn terugkwam. Tot een maat van me, die het verhaal kende me kon overhalen en daar zag ik haar. Ze was wat gezet geworden en gelukkig had ze jeugdpuistjes. Toen viel alles van me af en voelde ik me vrij en gereed om echt het leven in te stappen. Ik geloof dat ik zelfs een rondje heb gegeven, waar ik later als pseudo Walchenaar nog spijt van heb gehad. Maar ja, op zo'n moment laat je je even meeslepen.
Openbare Mulo, 1956