Bekijk het volledige profiel van Kees Blomhert en al je andere schoolgenoten!
In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!
Kees Blomhert heeft 9 klassenfoto's en kent 1 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?
Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!
AanmeldenMijn enige jaar op deze school in onderbouwklas 1b, een in de ogen van de leraren berucht drukke klas.
Mijn enige jaar op deze school in onderbouwklas 1b, een in de ogen van de leraren berucht drukke klas. Maar alles was dat jaar nieuw en we waren opeens de jongsten van de school. Je keek op tegen jongens en meiden van 18. Je kreeg leraren, die Dr. voor hun naam hadden staan, zoals de rector- geschiedenis-en klasseleraar Jousma. Een fantastisch verteller, die het verleden door zijn verhaal tot leven bracht. Je verbaasde je er elke dag weer over, dat hij iedereen bij de ingang van de school met zijn of haar naam begroette. Wiskundeleraar de Haan, die "De IJzeren Jezus" werd genoemd, kregen wij een keer als invaldocent. Bij zijn uitleg leken algebra en meetkunde kinderspel. Voor mij liep dat jaar op zitten blijven uit, mede door een fikse kaakholte-ontsteking. Ik had 't jaar kunnen overdoen, maar op de MULO Haagsch Genootschap kon ik met mijn cijferlijst in de 2e klas worden toegelaten. Zodoende bleef ik maar één jaar. Veel uit die tijd is in de nevelen der historie verdwenen, maar de slechte klassesfeer en mijn kaakproblemen zijn als blijvende herinnering gebleven. Enkele klasgenoten zijn mij nog wel bijgebleven: Ubbo Hylkema, Freek Jenner, Hans Gerson, Jan Julius Groenendaal, Ieneke Langhout, Ineke Duyverman, Wim Lely(achterkleinzoon van de "Grote Drooglegger") en Bob Vorster,die voor zijn leeftijd een aardig riedeltje op de blokfluit ten beste gaf.
Vrijzinnig Christelijk Lyceum, 1959
Ik volgde de onderwijzersopleiding op de Kweekschool met alleen mijn lager akte 41A.
Ik volgde de onderwijzersopleiding op de Kweekschool met alleen mijn lager akte 41A. Voor mijn hoofdakte 41B zakte ik in 1968. In 1969 ging ik zonder hoofdaktediploma van school. Die heb ik er in 1975, als akte 29B, in 1975 op de Gemeentelijke PA "Bouman" in Amsterdam alsnog bijgehaald. De HG-kweekschool was een sfeervolle school in een sfeervol gebouw. Je voelde je door het betrekkelijk klein aantal leerlingen sterk met deze school verbonden. Aan alle jaren houd ik prettige herinneringen over, al was de opleiding niet mals met tot de vierde klas 17 vakken als ik mij goed herinner. Mijn eerste leerkringklassen 1 en 2 waren geweldig saamhorig met klasgenoten als Christof Wiechert( met wie ik in onze vrije tijd ook strijkkwartet speelde), Jaques Schreuder, Peter van Dijk, Aad Hage, Iris Slavenburg, Annelies van den Boogaard, Rob Stil, Ineke Hillen, Hein Andrea en Lilian Withagen om enkele namen te noemen. Fascinerend waren de godsdienstlessen van de onvolprezen hoogleraar theologie Smits uit Leiden, die niet in de onbevlekte ontvangenis geloofde:"Geef mijn portie maar aan Fikkie". Vervolgens werd hij uit de Hervormde kerk gegooid. Hij gaf ons een inkijk in de diversiteit van religieus Nederland en in de wereldgodsdiensten in de rest van de wereld. Tot op de dag van vandaag kan ik hierdoor nog kerkgenootschappen plaatsen door zijn horizon overschrijdende visies. Menig doceeruurtje vond plaats in de cafeteria naast bioscoop "De Uitkijk" bij het Gemeente-museum: "Jongens, zo meteen rustig via de achtertrap en ik zie jullie in het café". Een ander "kopstuk" was onze biologielerares juffrouw Muller, die internationale erkenning in biologenkringen genoot door haar planktononderzoek. Daarvoor kon je haar regelmatig op één van de havenhoofden aan de Scheveningse boulevard met een visnet tegenkomen. Je kan je er nog wel een voorstelling van maken, hoe zij je met haar gebruikelijk enthousiasme in haar onderzoeken betrok als je haar aansprak. Haar lessen waren altijd de moeite waard door haar grote vakkennis, die zij ook naar een voor lagere schoolkinderen uitstekende didactische verpakking wist te vertalen. Deze laatste kwaliteit bezat muziekdocente Elisabeth Tenhaeff ook, eveneens een geweldige didactica. Als je haar didactische aanwijzingen in je lesvoorbereiding maar aanhield, kon je les in die tijd eigenlijk niet misgaan. Bosma, de leraar Engels, zal altijd in onze herinnering blijven door ons hoorspel van Dylan Thomas':"Under Milkwood" en de jaarlijkse bezoeken aan Mariken van Nimweghen in Delft tijdens het Holland Festival. Ten Siethof maakte ons vertrouwd met de moderne Nederlandse literatuur. Hij was een "veellezer". Alles wat verscheen, kende hij verbazend snel. Zijn vrouw werkte bij de gemeentebibliotheek en hij kon meestal over de nieuwste presentexemplaren Hermans, Mulish, (van 't) Reve, Vestdijk of Wolkers beschikken. Er bestond toendertijd ook wel een onderlinge competitieve sfeer. Had je de laatste Mulish of Hermans niet gelezen, dan telde je eigenlijk al niet mee:"Waar praat je over. Je hebt "de donkere kamer" nog niet eens gelezen!!!". Louwe, de natuurkundeleraar, vertelde met weglating van de verschrikkingen over zijn "verblijf" aan de Birmaspoorweg. De minder moeilijke momenten als zijn "etenshandeltje" en oproken van zijn onderwijzersakte als een pakje mascotte werden zeer persoonlijk getint gebracht. Vervolgens kon hij een minuut of wat later ons met "kringelektriciteit" kennis laten maken, door iedereen elkaar een hand te laten geven en stroom op de kring te zetten. Je moest je maar niet realiseren, wat er dan in hem omging. Een beetje tegenwicht tegen boerepummel Dodde met zijn kleinburgerlijke brylcream proletenkop kon je dus wel gebruiken. Een persoonlijke(!!!) benadering lijkt hierbij zeer op z'n plaats: AL PUBLICEERT EEN BOEREPUMMEL NOG ZO VEEL DE KLEINBURGERLIJKE "DRAB" GULPT HEM LEVENSLANG UIT DE KEEL In de jaren van de beroepsopleiding de kennismaking met de praktijk in leerscholen en stages bij de hoofdakte. Je groeide naar de overstap in de maatschappij door het beroep. Ook in die jaren deelde je lief en leed met elkaar. Nieuwe klasgenoten als Henk Jansen, Hans Jansen(op 27/01-2007 geveld door een hersentumor), Han Zweers, Kees Kranenburg, Rob de Graaf, Inge Klein, Miro Honhoff, Iris van den Boom, Lidy Brinksma, Thea de Brouwer en Nico van den Heuvel. Tijdens de sfeervolle kerstmaaltijd van 1967 zat ik tegenover Peter de Ronde, toen nog bij de "Golden Earrings". Hij vertelde uit de band te willen stappen(primeur ??) en in Utrecht een werfkelder met optredende orkestjes te willen beginnen. Zijn vertrek bij de beatband kwam later ook in de pers. Over die werfkelder heb ik niet meer iets gehoord. De studieavonden in het hoofdaktejaar 1968 liepen nogal eens uit met de hele nacht door diepgaande gesprekken tot de volgende ochtend en je op weg naar huis bij Florentia aan de Torenstraat de eerste bezoekers hun kop koffie alweer zag nemen. Zonder de soep en het gezellige praatje bij Santman en Wasch waren we onze opleidingstijd natuurlijk nooit doorgekomen. Tot ver na onze opleidingsjaren zagen we elkaar nog op verjaardagen. Heel wat keren kwamen we in de vroege nachturen van nieuwjaarsdag nog bij Lidy thuis aan de Weimarstraat bij elkaar, om het nieuwe jaar in te luiden. In 1985 had op grootscheepse wijze het 200-jarig bestaan van het Haagsch Genootschap gevierd moeten worden. Niets van dit alles. Niet lang ervoor was van overheidswege een fusie met een kleuteropleiding in Leiden afgedwongen. Ondanks verwoede pogingen vanuit de "Haagsche School" om dit tij te keren, was het kabinet Lubbers onvermurwbaar. In de jaren 1993-1994 en in zijn uiterst subjectieve en blindelings kritiekloze kijk op de paarse kabinetten heeft die minister-president zijn onredelijkheden nog eens dunnetjes over gedaan en er een bekwaam staaltje van ten beste gegeven. Men heeft toen in hele kleine kring het jubileum alsnog gevierd. Bij die gelegenheid werd "Op de Bres 200 jaar Haagsch Genootschap tot verdediging van de christelijke godsdienst(1785-1985)" aangeboden. Genodigden kregen de penning, die op de omslag van de uitgave is afgebeeld.Om dit jubileum niet ongemerkt voorbij te laten gaan, werd er op 22 maart 1986 een reünie gehouden van het hoofdaktejaar 1968. 't Werd een drukbezochte viering in de Tuinbouwschool van direkteur Hans Jansen, die hiervoor zijn gebouw geheel spontaan ter beschikking stelde. Van de oud-docenten waren Bosma, Jonkeren, Louwrier, Möhringen, van der Noort, Jaques Schreuder, Smits, Tenhaeff, Vermaas, Wiegman en Wilzen van de partij. Oude of nog bestaande kontakten werden opgefrist. 't Werd een plezierig weerzien en muzikaal door het bandje van Harry Hack omlijst. Van ten Siethof kregen we een schriftelijke afzegging vanuit Italië, die bij mijn fotoreeks is afgebeeld.
Haagsch Genootschap, 1963
In 1960 bleef ik in de eerste klas (onderbouw) van het 1e V.
In 1960 bleef ik in de eerste klas (onderbouw) van het 1e V.C.L. zitten, mede door een kaakholteontsteking. Met mijn cijferlijst kon ik op de M.U.L.O. van het Haagsch Genootschapschap in de 2e klas komen. Ik kwam bij Steven Halbertsma in de klas, die ik nog uit een parallelklas van het V.C.L. en het Doopsgezind kerkelijk jeugdwerk kende. Dat was een uitstekende introductie in een erg leuke klas, waar gezelligheid en een goedgehumeurde sfeer heerste. Ik voelde mij er al snel thuis. Voorzover ik mij herinner, verliep het leren bij mij t/m het eindexamen zonder noemenswaardige problemen. Met Steven raakte ik 't best bevriend en ook buiten schooltijd kreeg dat een vervolg. We kwamen al betrekkelijk snel bij elkaar over de vloer en zijn een aantal jaren met elkaar op vakantie geweest. Er zijn meer klasgenoten, waar ik goede herinneringen aan bewaar. Peter de Ruijter, met wie ik menige "boom" over muziek opzette. We waren er allebei in thuis. Hij als zoon van een beroepsmusicus en aanvoerder van de tweede violen in het Residentie Orkest Louis de Ruijter en ingewijd in de Pop(ulaire)- en Jazzmuziek. Toendertijd zelf altsaxofoon spelend, stak hij zijn bewondering voor Johnny Hodges(de ziel van "Duke" Ellingtons orkest en in staat om een koude, niet-ingespeelde saxofoon in stemming te krijgen) en Charlie Parker(nooit eerder werden duizelingwekkender improvisaties van uiteen gerafelde harmonische akkoorden gemaakt) niet onder stoelen of banken. Ik speelde toen en nu nog steeds (violon)cello en kreeg de Klassieke muziek thuis met de paplepel ingegoten. Ook onze sporthobby voetbal, Peter bij P.D.K. en ik bij H.V.V., was aanleiding voor menig gesprek na het weekeinde. Met René Roozendaal en later met Jorie Berlijn had hij nauwere kontakten. Maar er waren meer hechtere vriendschappen in kleinere kring, al ontstond er geen kliekjesgeest. Anneke (toen nog Ankie) van Luyk en Corrie Lugtigheid, Hans Houwert en René Wohlgemuth en Menno Overeijnder met Ton Ong. Ook "nieuwkomers" in de dere klas Jorie Berlijn en Corrie de Mos trokken samen op en kwamen van dezelfde school over. Er waren nog meer koppels, maar zij bleven meer op de achtergrond. Kortom, het was een klas van stelletjes door een uitzonderlijke ambiance, zoals je maar weinig tegenkomt. Onvermijdelijke veranderingen door zitten blijven en overplaatsing naar andere scholen brachten echter geen wezenlijke veranderingen in de goede sfeer tussen de "blijvers" onderling, al werd de band minder hecht. Niemand werd buiten de klas gesloten. Tot op de dag van de eindexamenuitslag aan de Achterraamstraat leefde je met elkaar mee. Het waren stimulerende jaren, die tot mijn leukere schoolperiodes horen. Aan een aantal leraren bewaar ik goede herinneringen. Ben Burger was een gedreven wiskundeleraar en een erg betrokken klassedocent. Hij vertrok al in 1961, om direkteur van een Mulo te worden. Zijn proefles hiervoor deed hij in onze klas, waarbij hij zichtbaar gespannen voor de klas stond met de sollicitatiecommissie achterin het lokaal. Bij Adrie van der Werff had je een streepje voor, als je goed in exakte vakken was. Dat was bij mij niet het geval en dan viel je buiten zijn interesses. Ondanks dat een uitstekende leraar. Op mijn eindexamen haalde ik voor algebra een 7 en voor meetkunde een 9. Juffrouw(wie kent dat woord tegenwoordig nog?) van der Valk, lerares Duits, stimuleerde je om "Emiel und die Detectiven" van Erich Kästner in een uitgave met Gotische letters te lezen. Met zo'n topper uit de jeugdliteratuur lukte dat dan ook wel. Toen zij vervolgens getrouwd en vanwege haar aanstaande moederschap vertrok, kregen we van Eijnsbergen. Het enthousiasme voor zijn vak straalde van hem af. Nu ik toch bij de talen ben aangeland, kom ik als vanzelfsprekend bij het zeer goede taalonderwijs op deze M.U.L.O. Onze direkteur Nijhoff was de grote animator van de betreffende taal in de les spreken. Hij had daarin zijn sporen verdiend met de uitgave van de methode Engels "Active" in 1948. De taal zelf praktiseren was en is een onvermijdelijk standpunt. "Het zwaartepunt kwam niet meer te liggen op de thema, volgepropt met grammaticale geniepigheidjes, maar op spreken en luisteren, dus op het praktisch gebruik van de taal".*) Heden ten dage zie je bij allochtone gezinnen, dat dit nog altijd een voorwaarde is. Waar bij hun thuis consequent Nederlands gesproken wordt, is dat heel duidelijk in de taalvaardigheid van de kinderen hoorbaar. Wij hadden geen Engels van Nijhoff, dat kregen wij van Lange en mevrouw Michel. Lange genoot veel respect, maar dat was bij mevrouw Michel ver te zoeken. Voor Nieuwenhuis, hij gaf Aardrijkskunde en Tekenen, had je ontzag. Toet bracht ons in de Geschiedenisles historisch perspectief bij. Naast de onvermijdelijke feitenkennis werden zijn lessen ook gekleurd met smeuiige verhalen uit een bepaalde historische periode. Gymnastiekleraar Wessels was in staat om je met zijn gedrevenheid het gevoel te geven, dat zijn vak echt het enige juiste voor je was. Paul Ronhaar, turnde hij niet(?), was dan helemaal in zijn element en bleef op een les met de rekstok aandringen. "Dat moet dan maar Paul, anders hoor ik 't over 25 jaar nog", gaf Wessels als reaktie. Het beleid van het lerarenteam herinner ik mij als erg hecht en er werd niet uit de leraarskamer "geklapt". Ook een teken van die tijd van overgang van de periode van opbouw na de 2e wereldoorlog naar de doorbraak van de Sixties. Uit "Op de Bres- 200 jaar Haagsch Genootschap tot verdediging van de Christelijke Godsdienst 1785-1985"*) maak je op, wat je van deze school aan waarden en normen meekreeg. Eigenlijk is dit boekje, met zijn luttele 127 pagina's, een "must" voor alle (oud-)leerlingen en belangstellenden. Op Google zijn nog exemplaren verkrijgbaar(april 2009), wel met prijsverschillen. Na een erg onbevredigende, door schoolbank.nl georganiseerde, rëunie in november 2004 staken Hans Houwert( eindexamenjaar 1963)- Rob Poerbodipoero( 1964)en Fred van der Gon Netscher(1965) de koppen bij elkaar, om er iets beters van te maken. Op 24 mei 2008 werd er in de school een meer dan geslaagde rëunie voor de eindexamenjaren 1962-1965 georganiseerd met een opkomst van 80 rëunisten.( www.poerbo.nl/HG.html) Onder werkelijk ideale weersomstandigheden kwamen de meesten van ons na 43-46 jaar weer met elkaar in kontakt. Door zoekwerk werden veel adressen tot in de V.S. en Nieuw-Zeeland achterhaald. Je sprak met elkaar, alsof er slechts enkele maanden na ons eindexamen waren verlopen. Onvoorstelbaar veel herinneringen en anekdotes konden worden opgehaald en 24 mei 2008 duurde dus eigenlijk veel te kort. Dat bleek ook bij de samenstelling van de dvd, toen Adrie van der Werff door de rëuniecommissie werd geïntervieuwd. Deze periode had tijdens zijn H.G.-jaren 't meest voor hem betekend. Hij bleek over een ijzeren geheugen te beschikken en veel namen en omstandigheden wist hij moeiteloos uit zijn geheugen op te diepen. Op de zitkamertafel van Cobi en Adrie prijkte de penning, die bij de bijeenkomst van genodigden in 1985 t.g.v. het 200 jarig bestaan van het Haagsch Genootschap werd uitgereikt. Zijn overlijden op 18 februari 2009 markeert het eind aan een periode. Zonder de deskundige bijdrage van Anneke van Luyk(1964) was de dvd er niet gekomen. Met haar journalistieke ervaring leidde zij de totstandkoming ervan langs voetangels en klemmen met vervolgens een klinkend resultaat als sluitstuk van een in alle opzichten geweldig geslaagde rëunie 1962-1965. Plannen voor een regelmatig terugkerend vervolg werden al snel besproken. *) Op de Bres- 200 jaar Haagsch Genootschap tot verdediging van de Christelijke Godsdienst 1785-1985( uitg. 1985)- Pag. 91
Haagsch Genootschap, 1960