Jan Zandbergen

1961/62 juffrouw Hazebroek 1962/63 juffrouw Van Eijk 1963/64 juffrouw Ongering 1964/65 juffrouw Rombouts 1965/66 juffrouw Hessing 1966/67 juffrouw Benschop Juffrouw Hazebroek leek een Franse existentialiste; een brunette met een donkere zonnebril.

1961/62 juffrouw Hazebroek 1962/63 juffrouw Van Eijk 1963/64 juffrouw Ongering 1964/65 juffrouw Rombouts 1965/66 juffrouw Hessing 1966/67 juffrouw Benschop Juffrouw Hazebroek leek een Franse existentialiste; een brunette met een donkere zonnebril. Zou je nu 'cool' noemen. Iedere middag mocht ik voor haar een broodje kaas halen bij het afhaalgedeelte van Chinese restaurant Walong, op de Frederik Hendriklaan. Ik was uitermate vereerd met deze vaste opdracht. De bestelling was altijd dezelfde: één (1) zacht wit besmeerd puntje met jonge kaas, dat dan in een papieren zakje werd gedaan. Eén schooljaar lang. Achteraf zeg ik: ik was geweldig verliefd op juffrouw Hazebroek, maar had toen geen idee. Van Eijk, Hessing en Benschop waren toen al erg oud. Gymleraar was meneer Hamer. Voor de meisjes was er een handwerklerares die juffrouw Rief heette. Jongens kregen dan les in handvaardigheid, maar van wie ben ik vergeten. Of was dat die meneer Hamer? Juffrouw Rombouts, van wie ik me nog de opvallende ballonkuiten herinner, werd op enig moment verliefd op meneer Hamer, en ze werd knalrood als daar grapjes over werden gemaakt, uiteraard alleen door de allerbrutaalsten. Het schoolhoofd was meneer Westenbroek, later meneer Peters. Van de jongens herinner ik me Roel Teensma; zijn vader was vrachtwagenchauffeur voor Verkade. Guus Pennock, Anton Overklift; alle drie uit de Obrechtstraat. Anton Overklift wilde altijd vechten op de speelplaats, waarbij het de bedoeling was dat je met rug tegen de grond werd gedrukt. Hij was een kop groter dan ik en won praktisch altijd, maar één keer won ik. Ik herinner me nog de verbijstering op zijn gezicht bij die gelegenheid. Roel Teensma deed volop mee aan 'koppie tikken'. Dat deed je met de steel van de boombladeren die op de speelplaats lagen. Het bladgedeeltje stroopte je eraf, zodat je alleen de steel overhield. Het dikste deel was de kant die aan de tak had vastgezeten. Daarmee zwiepte je op iemands kop, of liever gezegd: andere jongens deden dat bij jou. Meisjes deden daar niet aan mee; die waren als bekend anders. Er zaten twee zoontjes van middenstanders in mijn klas. De vader van Jan Haazen had een Centra-winkel in de Aert van der Goesstraat, en die van Rob Jansen had een buurtsupermarkt op de Willem de Zwijgerlaan. Die twee jongens trokken veel met elkaar op. Verder was er de zeer lange Robert Michaël, die ik in Amsterdam weer zou tegenkomen. Van de meisjes herinner ik me Sylvia Tsang. Haar vader had een Chinese toko in de Obrechtstraat. En Carla Macquiné; op haar achternaam was ik jaloers. En de zusjes Van Schaik (Odette en Mariëtte). Ellen Brehm, van wie ik mijn eerste zoen kreeg, ik ben het niet vergeten. En Tilleke Lippmann, een lang meisje van gegoede ouders. Maar die zaten er wel meer op deze school.

St. Jozefschool (basisschool), 1961