Ontdek PLUS

Henny Runia

Kent 0 personen

Burg. staat -
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Henny Runia en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Henny Runia heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Het hoofd der school was de heer Schaaf; de juf van klas 1 was ik; de juf van klas 2 was Gerdien H.

    Het hoofd der school was de heer Schaaf; de juf van klas 1 was ik; de juf van klas 2 was Gerdien H. (we zaten in een noodgebouw naast de Dr. A. I. Kannschool); het hoofd en andere onderwijzers zaten in een noodgebouw aan de Zwartwatersweg(?) Ik heb er gewerkt van 1964 tot 1967; toen is mijn oudste zoon geboren. Toen hij nog een baby was, ben ik in Hoogersmilde nog ongeveer een half jaar ingevallen op de Chr. Nat. School, hoofd de heer Vink, omdat er tijdelijk geen juf voor de lagere klassen te vinden was: we moesten wachten op een nieuwe lichting onderwijzeressen (mijn man Gerrit Runia was daar onderwijzer). Mijn jongste zus Alie paste thuis op: er is nog steeds een speciale band tussen mijn oudste zoon Gerrit Jan en zijn jongste tante! Intussen was ik ook al weer in verwachting en in oktober van dat jaar (1969) werd onze jongste zoon Harry geboren. Wie met mij/ons op de kweekschool heeft gezeten, weet nu wel naar wie deze baby genoemd is. Inmiddels had mijn man een akte Engels gehaald (later ook nog MO Duits) en nam (ik meen in 1972) een benoeming aan op de Chr. MAVO in Winschoten. Wij waren allebei afkomstig van een (toen nog) klein dorp en ik herinner me, dat we Winschoten een geweldige stad vonden. Nu woon ik in Groningen en ben natuurlijk in ettelijke grotere steden geweest: besef nu ook dat Winschoten en nu Groningen voor ons een menselijke maat hebben; fijn om er te wonen. Als Stellingwerfse heb ik mijn geboortegrond lief, evenals Friesland (cursus Friese taal na de Kweekschool) en nu ook de provincie Groningen, waar ik al zo lang en met zo veel genoegen woon. Om het verhaal af te maken: ik heb ook nog eens wortels in de provincie Drente, zodat de conclusie gewettigd is, dat ik een echte noorderlinge ben. Voeg daarbij mijn speciale liefde voor eigenlijk alle Nederlandse dialecten en je hebt een beeld van wie ik geworden ben in de loop der jaren. In Winschoten heb ik een akte Nederlands MO-A gehaald om erbij te kunnen werken in deeltijd, toen de kinderen naar school gingen. Daar heb ik vervolgens gewerkt aan de Winschoter Scholengemeenschap op bijna alle afdelingen. Toen het beroepsonderwijs (ook een poot binnen de WSG) apart ondergebracht werd in een andere groep scholen ben ik daarin meegegaan (veel collega's zagen het beroepsonderwijs niet zo zitten en voor mij was het geen bezwaar, omdat ik eigenlijk alle soorten onderwijs leuk vond). Heb dan ook een prachtige tijd gehad, daar in Winschoten: MBO, LBO, MAVO, HAVO en VWO, vooral in het begin toen de scholengroep nog betrekkelijk klein was en onder het eerste bestuur. Later, na de uitbreiding met nog meer scholen en uitsluitend beroepsonderwijs, werd het minder aardig: ik herinner me dat ik de voorzitter van het schoolbestuur een keer benaderde met een vraag: mij werd te verstaan gegeven dat hiervoor de geijkte kanalen waren, dus dacht ik dat ik onverwacht in een ander land was komen wonen. Vergeet niet dat ik bij het L.O. ook schoolbesturen had meegemaakt en die waren van een heel ander kaliber; altijd bereid om te luisteren en niet te beroerd om hun handen zelf ook eens uit te steken voor de school en samen met het onderwijzend personeel heel vaak bezig om uit te zoeken wat voor de school nodig en nuttig zou zijn. Begrijpelijk dat ik diep geschokt was door de kille reactie. Ik kan me goed voorstellen dat heel vaak dit soort scholen, geleid door een dergelijk bestuur (met heel andere doelen dan die van het onderwijzend personeel) minder succesvol opereren, dan de wat kleinere scholen waar nog een band mogelijk is tussen bestuur en de werkers in de scholen. Met succesvol bedoel ik dan echt onderwijskundig succesvol. Niet financieel succesvol voor de portemonnee van de dure overhead. Dagelijks lees ik in mijn kranten over de ellende van die grote molochs (de ellende van de leerlingen welteverstaan, die niet adequaat onderwijs kunnen krijgen). Voeg daarbij de cursiefjes van mensen die nog werkzaam zijn in het onderwijs, die ik hier en daar lees in kranten, bondsorganen en wat dies meer zij: die geven een heel aardig beeld van wat ik bedoel; er zijn heel veel leraren die nog graag hun leerlingen echt iets willen leren en dan niet alleen het vak dat ze geven, maar ook levenslessen. Kostbare mensen voor een school! Maar naar de zijlijn gedrukt, zoals ik het zie. En ik besef dat ik nu net zover ben als mijn oudere collega's bij het middelbaar onderwijs, toen ik daar net begon: heel vaak hoorde ik zo iemand zeggen:"Het zal mijn tijd wel duren.." Vond ik toen ietwat vreemd; nu begrijp ik hen helaas ten volle. Ik vind het jammer van het onderwijs, dat zoveel beter zou zijn als bevlogen leerkrachten ook nog enige financiële ruimte en tijd kregen om hun vondsten voor hun leerlingen uit te kunnen werken. Nu gaat, naar mijn mening, veel onderwijsgeld zitten in een dure overhead en de (soms) overspannen idealen van een groep bestuurders die niet altijd evenveel verstand hebben van het onderwijs (aan vooral de wat zwakkere leerlingen, die mij altijd zo na aan het hart lagen). Zij steken vaak liever geld in grote prestatieprojecten. Ook vind ik de beloning die zij ontvangen niet passend in dit geheel. Ik weet niet of we nu zoveel goedkoper kunnen draaien in het onderwijs met een dergelijke geldverslindende "top". De menselijke maat is in ieder geval verdwenen. Jammer voor zoveel leerlingen in dit land. Henny Runia-Dik

    4e Hervormde school, 1964

    Na de Ulo-periode in Oosterwolde ging ik naar de Hervormde Kweekschool te Assen en kwam daar terecht in de allereerste C-klas (tot dan toe waren er alleen A- en B- klassen geweest.

    Na de Ulo-periode in Oosterwolde ging ik naar de Hervormde Kweekschool te Assen en kwam daar terecht in de allereerste C-klas (tot dan toe waren er alleen A- en B- klassen geweest. A voor de leerlingen uit Assen, B voor de leerlingen die met de trein kwamen en C voor de leerlingen die met de bus of op de fiets kwamen, heb ik begrepen. Directeur was de heer Mulder, een zeer beminnelijke man; onderdirecteur was de heer Van Duuren, ook een heel aardige man (hij gaf Frans). Het was in mijn ogen een heel bijzondere en gezellige school; ik heb er een schitterende tijd gehad: veel geleerd en ook veel vriendschappen gesloten. Fijne leraren gehad! Lievelingsvak: Nederlands, maar ook de andere talen vond ik erg leuk. Wiskunde en rekenen iets minder, maar ook die vakken leverden geen problemen op. Het stage lopen begon in klas 3, dat vond ik heel prettig. Tot en met de hoofdakte ben ik op school gebleven, dat zegt toch wel iets over hoe geweldig ik het vond op deze school! Zonder de andere vakken tekort te willen doen, wil ik toch nog even het vak biologie memoreren: mijn vriendin Jikkie en ik fietsten altijd in de zomer naar Assen; de ene keer via Smilde, de andere keer via Veenhuizen. Onderweg plukten we voor biologie fietstassen vol bloemen en planten langs de kant van de weg, hetzij uit de berm, hetzij langs de oever van de vele vaarten die we onderweg passeerden. Onze biologieleraar vond het leuk, omdat hij dan de hele klas kon voorzien van planten om te determineren; hij vroeg zich wel af hoe het toch kon dat we planten uit zo veel biotopen bij ons hadden, tot we vertelden waar we langs waren gekomen op weg naar school... Elke dag 24 km. heen en 24 km. terug: daar kreeg je sterke spieren van. In mijn eigen tijd bij het onderwijs klaagden de leerlingen wel eens dat ze zo ver van school af woonden! Wel 8 kilometer, of 10! Ik heb ze altijd hartelijk uitgelachen... Reunies heb ik trouw bezocht: het wordt dacht ik, wel weer eens tijd voor zoiets... Deze school heb ik in mijn hart gesloten en toen ik later nog een akte wilde gaan halen, omdat ik graag bij het voortgezet onderwijs wilde werken, heb ik het instituut dat het inmiddels geworden was vanuit Winschoten weer opgezocht en vond daar toch nog iets van dezelfde sfeer weer terug: in 3 jaar heb ik mijn akte Nederlands MO-A gehaald.

    Hervormde Kweekschool Assen, 1959

    Op zes-jarige leeftijd kwam ik in de klas bij meester Martijn, die me al verwachtte, want ik woonde in de buurt van de school aan de Rijweg en mijn moeder had me hem aangewezen: "Dat is de meester bij wie jij straks in de klas komt.

    Op zes-jarige leeftijd kwam ik in de klas bij meester Martijn, die me al verwachtte, want ik woonde in de buurt van de school aan de Rijweg en mijn moeder had me hem aangewezen: "Dat is de meester bij wie jij straks in de klas komt." Dus als hij voor ons huis langs fietste, stond ik op het tuinhek op hem te wachten en riep hem na: "Meester Martijn! Meester Martijn! Ik kom straks bij u in de klas!" Hij gaf altijd antwoord: "Fijn hoor!" (Dus hem kende ik al) Meester Hoogeveen was het hoofd van deze (toen nog tweemansschool plus de handwerkjuf De Vecht). Ik heb 4 jaar bij meester Martijn in de klas gezeten, omdat er een nieuwe juf bij kwam voor klas 1 en 2 toen ik net naar de derde ging. Een fijne man! En met de juf waren we ook blij, want van haar kregen we handwerken en zij kneep ons níet! Een lieve juf, van wie ik op 21-jarige leeftijd nog lessen Frysk heb gehad, samen met een vriendin van de kweek (Janny) met een hele groep vrouwen in een winterseizoen. Bij de overgang van 4 naar 5 was ik een beetje bang voor de hoofdmeester Hoogeveen: ik dacht dat hij zo streng was, maar dat viel nog mee. Alleen een keer hebben mijn vriendin (Sientje) en ik van hem een draai om onze oren gehad: Hij kon altijd geweldig goed verhalen vertellen en toen hij een keer iets heel spannends vertelde, sloop hij als een soldaat in de oorlog tussen de rijen schoolbanken door en wij zaten stiekem te grinniken om dat schouwspel toen hij plotseling naast ons opdook en ons allebei een oorvijg verkocht. Hij dacht zeker dat we hem uitlachten of anderszins niet goed bij de les waren: maar dat had hij mis... Wij vonden dat dus heel gemeen! Maar we bewonderden hem toch ook; hij kon prachtig schilderen en boeken schrijven (ik ben nog steeds op zoek naar zijn boek "Toen de Amboneesjes kwamen"!) Een van mijn schoolvriendinnen wilde dat zo graag hebben (Fransien). Later op de ulo werd me duidelijk dat ik op een zeer goede lagere school heb gezeten! Het was voor mij ook een heel gelukkige tijd! Even in de pauze naar huis (want dat was immers vlakbij) voor een stuk koek, dat kon toen allemaal nog. Later (tijdens mijn kweekschoolopleiding) heb ik er nog stage gelopen en nog later ben ik daar nog ingevallen voor een collega, die op "herhaling" in militaire dienst moest. (meester Van der Lijn).

    De Akker, 1949