Ontdek PLUS

hein lier

Kent 18 personen

Geregistreerd partner
Woont in Leiden

    Bekijk het volledige profiel van hein lier en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    hein lier heeft 148 klassenfoto's en kent 18 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Joost.

    Er waren nogal wat momenten op de lagere school waarin ik me onzeker voelde maar wat uiteindelijk resteerde was gelukkig een gevoel van pure gelukzaligheid. De momenten van ellende echter waren denk ik voor eenieder gelijk: de schoolarts, de lange bus met geblindeerde ramen met daarin de tandarts die het schoolplein opdraaide, de onvermijdelijke ´rapportcijfer´momenten (en natuurlijk de dagen ernaartoe), de onvermijdelijke straf in de klas die je soms kreeg, de onontkoombare pesterijen op het schoolplein, en voor sommigen natuurlijk ook de gymnastiekuren waarbij enkele leerlingen uit de klas élke keer weer moesten wachten tot ze als laatste eindelijk gekozen werden. Die ongemakkelijke situatie van toen zou vandaag de dag, zelfs in het hoofd van een onderwijzer, niet meer passen. In ons geval bleef tijdens het kiezen en bouwen van de teams ´Joost´ immers altijd als laatste over en de arme Joost was nu juist 1 van de aardigste leerlingen in de klas. En de intelligentste. En de van alle ´ellende´ om hem heen van de spanning stotterende en zo veruit onzekerste leerling van de klas. Geen leraar zou deze werkwijze vandaag gelukkig nog toestaan want past vanzelfsprekend niet meer in een tijd waarin we in de luxe kunnen leven van de gewoonte dat het naleven van ´inclusiviteit´ uiteindelijk telt en exclusiviteit in de vorm van prestaties op sociaal-maatschappelijk vlak mooi meegenomen is maar vanzelfsprekend geen doel op zich. De natuurlijke weerstand tegen leerlingen ´die anders zijn´ bestaat vandaag nog steeds natuurlijk maar we hebben goddank wél een stevige maatschappelijke wal opgeworpen tegen deze, weliswaar natuurlijke, maar zeker ook onprettige aandrang van de mens. Voor Joost kwam dit allemaal te laat maar tijdens een laatste reünie zag ik een foto van hem die me het vertrouwen schonk dat hij zich ooit herpakt heeft en dat hij het vertrouwen in zichzelf ondanks zijn ongemakkelijke ´levensstart´ gedurende zijn verblijf op onze school ooit herwon.

    Prof. v.d. Leeuwschool, 1964

    This is the end, my only friend ´The end´, Of our elaborate plans The end, Of everything that stands… (thanks Jim...)

    Dit was de 1 na laatste school waar ik als leerling deel van uitmaakte op een totaal van bijna 10. Mijn jeugd en leven waren tot dan toe nogal chaotisch verlopen en ik had al een half leven achter de rug toen ik hier in een klas kwam met medeleerlingen die bijna 10 jaar jonger waren dan ik zelf was. Een vreemde ervaring was dat. Het was net alsof ik terug ging in de tijd. Als je nog jong bent, is 10 jaar tenslotte bijna een half mensenleven. De redenen dat ik voor scholen koos, lagen eigenlijk vaak ook buiten mezelf. Werk was er sowieso nauwelijks, mijn ambities lagen ook zeker niet op het maatschappelijke vlak, maar iedereen om me heen pushte me om weer naar school te gaan. Dus zo kwam ik op deze Pabo terecht. Ik woonde vlakbij en het gebouw vond ik schitterend gelegen en wel schuin tegenover de plek waar Rembrandt ooit zijn penseel nog hanteerde. Het was wel wennen om de nieuwe structuur weer op te pikken: 10 scholen achter de rug, 4 jaar dienst in het leger, jaren in het buitenland gewoond en dan weer op een oncomfortabel stoeltje moeten zitten en luisteren naar informatie die je geacht werd op te zuigen als een spons. Tot mijn geluk werd ik ondanks het leeftijdsverschil vrij makkelijk opgenomen in de groep, die bestond uit bijna allemaal ruimdenkende dames en een enkele heer. Heel anders dan het benauwde sociale verkeer van vandaag de dag. We gingen samen op schoolreisje naar Parijs, fantastisch vond ik dat. Ik eindigde daar in een oud Frans pand in bad met 1 van de dames, na een weddenschap, dat wel..;). Eenmaal comfortabel zittend viel er tot mijn spijt een bierglas kapot en vervolgens in het bad. Onder water zie je glasscherven niet maar je voelt ze wel en herkent ze vooral ook en wel aan de kleur van het water… We hadden echt lol samen maar een foto uit die tijd heb ik tot mijn spijt niet meer. Nu ben ik toch al uit het geheugen van de mensheid gewist dus dat is niet zo erg. Ik zit bv nu een jaar op Schoolbank, kende door de jaren heen zonder ook maar iets te overdrijven werkelijk duizenden mensen bij naam, maar had tot nu toe maar 6 bezoekers op mijn pagina, bezoekers die allemaal ook nog eens onbekend voor me waren. Vreemd is het toch wél om nog te leven terwijl iedereen je al vergeten is. Ongemakkelijk voelt het echter niet. Gelukkig. Ik liep in diezelfde periode ook nog stage op ´De Bokkesprong´ (later samengevoegd met de o.b.s.Oudenhof). Die school lag in Oegstgeest aan de Lange Voort en kreeg daar 5x griep in 6 maanden door de snotterende kleuters om me heen en zo zag na het Pabo-jaar ´mijn allerlaatste roeping´met enig plezier in rook opgaan. Na 1 jaar Pabo kwam ik na wat losse opleidingen en baantjes, zoals o.a. bij ´Club Escolette´, uiteindelijk bij ´Het Racketcenter´ in Leiden terecht. Dat werd dan eindelijk ook de plek waar ik de rest van mijn leven in dienst ben gebleven.

    Leidse PABO, 1985

    Elektrolytisch.

    Ik meldde me in november 1977 (lichting 77-6) in de vroege ochtend als burger bij de Palmkazerne aan en vertrok enkele uren later als rekruut met volledige bepakking achterin een ´drietonner´(eind jaren ´70 verschenen namelijk pas de eerste 4-tonners) naar ´de Bussummerheide´. Hoewel dit natuurgebied maar van zeer beperkte omvang was en eigenlijk hemelsbreed vrijwel om de hoek van de Palmkazerne lag viel er daar kort na aankomst al het gevoel van ´totale isolatie van de bewoonde wereld´ over je heen. Meteen na aankomst werd je trouwens al op directe wijze in contact gebracht met het toekomstige militaire bestaan. Door het gesproken woord in de vorm van korte zinnen, door drafjes tussen de verschillende dagdelen en opdrachten door, en door de permanente onthouding van voldoende nachtrust in combinatie met zware fysieke opdrachten. Deze elementen deden je als snel terugkeren naar je ware aard, en voor mezelf naar de persoon die ik door mijn problematische jeugd eigenlijk al vergeten was. Er viel daardoor meteen een soort van kalmte over me heen, een zielerust die ik na het verlaten van mijn jeugd niet meer had gekend. Het feit dat je nauwelijks nog vooruit hoefde (en kon) denken, dat dag en nacht vervaagden in hun betekenis, dat lichaamsgeur verdween wanneer je niet meer douchte en dat je weer kon ́genieten ́ van fysieke prestaties die geleverd moesten worden beurden me op.Ook de smaak van het eten verveelvoudigde ineens qua intensiteit en betekenis en ik herinner me nog steeds de (wel wat) typische maar toch ook weer lekkere ´elektrolytische smaak´ van eten uit een alu-mestin of alu-drinkmok, de 1 liter grote mok waarin zich normaliter de veldfles bevond. De uitrusting had een beproefde logica die al het voortdurend mee te torsen militaire gewicht keurig over schouders en heupen verdeelde en de UZI-mitrailleur (en natuurlijk de Fal; een licht automatisch wapen) kan ik vandaag de dag, dus zelfs 5 decennia later…, nog in alle onderling verschillende onderdelen in gedachten zo voor mijn netvlies naast elkaar neerleggen. Ik zie daarbij dan (het belachelijk kwetsbaar ogende…) kartonachtig onderdeel aan het eind van de veer die in ´de kamer ́ kwam te liggen ook nog zo voor me. Ja, wapenolie, ´Blanco´pasta (voor het camoufleren en waterdicht maken van de persoonlijke uitrusting (PSU)), ´ransels en pukkels´, ze verloren later in mijn leven nooit meer hun diepe betekenis. Sterker nog, wanneer ik heden ten dage in bijvoorbeeld een kringloop weer eens op deze items stuit neem ik ze mee. En fiets ik er daarna gelukkig en voldaan, maar tevens met een beetje weemoed, weer mee naar huis. De militaire rugzak draag ik trouwens nog tot op de dag van vandaag. Hij is onverwoestbaar. Net als de herinnering.

    Opleidingscentrum Intendance, 1977