Bekijk het volledige profiel van Hans Lamens en al je andere schoolgenoten!
In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!
Hans Lamens heeft 2 klassenfoto's en kent 37 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?
Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!
AanmeldenFiscaal-juridische opleiding in Breestraat (MvF) en in oude chemiegebouw aan de Hugo de Grootstraat (FNI).
Fiscaal-juridische opleiding in Breestraat (MvF) en in oude chemiegebouw aan de Hugo de Grootstraat (FNI). Onvergetelijke tijd met Reugebrink, Verburg, Niessen, Sillevis, Mobach, Scheltens, Giele, Van Raad, Van Amersfoort, Grotenhuis, De Vries, Vermeend, enz. Gaf daar les in periode 1979-1984 (fiscaal procesrecht, AWR, fiscale rechtsvinding, inleiding belastingrecht. Veel klaverjassen en chinese lunch tussen de middag. Naast studie actief in Leidse Rechtswinkel afdeling belastingen aan het Noordeinde in de oude Zeevaartschool. Politiek actief in PPR. De jaren vlogen voorbij.
Universiteit Leiden, 1973
het vak Frans een leraar die zeer goed was en veel te verduren had; jonge leraar geschiedenis die in Bleiswijk woonde (vrijwel leeftijdsgenoot) en een groep mensen die in het algemeen zeer gemotiveerd waren om (alsnog)hun middelbare school te halen.
het vak Frans een leraar die zeer goed was en veel te verduren had; jonge leraar geschiedenis die in Bleiswijk woonde (vrijwel leeftijdsgenoot) en een groep mensen die in het algemeen zeer gemotiveerd waren om (alsnog)hun middelbare school te halen. Was mijn eerste echte kennismaking met de literatuur In de klas Piet Broeren, Piet Noorlander, Pim van Nes etc. In de pauze snel even naar Casa Maria waar ze lekkere hapjes en bier hadden. Op de gevel stond Hogere Burgerschool wat menigeen mateloos irriteerde. In die tijd waren er geen lage, hoge en hogere burgers
Rotterdams Avondlyceum 's G..., 1969
Meester Faber had een verstandelijk gehandicapte zoon Frits.
Meester Faber had een verstandelijk gehandicapte zoon Frits. Frits was vaak in de tuin achter het huis aan het werk. Hij was fors en werkte ook nog ergens in de tomaten. Als je hem gedag zei maakte hij een brommend geluid. Zijn zus Anne is nog onderwijzeres op de school geweest. Een van de onderwijzeressen was juffrouw Henneveld. Ze reed in een piepkleine Fiat 500 en kwam, zover ik mij herinner, helemaal uit Haarlem. Een lieve vrouw en hoewel ongehuwd een echte moeke. Juffrouw Kuijck gaf heel lang onderwijs in de klas met de lage raampjes. Onder die raampjes probeerden wij of de zon door een vergrootglas mica van het stuur van je vader of moeder wilde laten ontbranden. Of we deden landje pik, met een mesje gebieden afbakenen en dan door in het gebied van de ander te werpen dat gebied te veroveren. In het speelkwartier hing ik ondersteboven aan de muur van betonplaten tussen de klas van van Garwen en de stal van Van den Berg. Genante aandachttrekkerij. In die stal stond het paard van Piet Krul, de petroleum-boer. Piet had een heel karakteristieke, verdraaide hand, waarmee hij verbazend goed allerlei spullen kon dragen. Ik ben wel middagen met hem meegeweest, Je rook dan de hele avond nog naar peut. Zijn ouders woonden in een zeer oud en klein huisje links vooraan op de Noordweg. Boven in school was een handenarbeidzolder. Allemaal houten werkbankenwaarin je je te figuurzagen stukje triplex kon vastzetten. Met een boogzaag moest je een overgetrokken voorstelling uitzagen. Wie dat met beleid deed kwam er wel, maar bij mij scheurde het triplex in of er sprong op een vitale plaats een laagje af of, nog wanhopiger stemmend, het zaagje brak. Na een aantal teleurstellende bezoeken aan die zolder mocht ik bij juffrouw Kooijmans uit de Marijkestraat handwerken (punnikken = klosje breien of echt breien) En toen was er opeens meester van Beers. We botsten direct. Ik zal vast irritant geweest zijn. Het was een wat slungelige jongeman uit Ottersum (Limburg)die inwoonde op de Westlaan bij de dames De Lange.(Even verderop woonde een heel lange vrouw die over een vergrote fiets beschikte, we noemden haar Psalm 119) Later kwam alles goed tussen meester Van Beers en mij. Toen in 1959 het 50-jarig jubileum werd gevierd bereidde hij met een groepje een sketch van Annie M.G. Schmidt. Ik moest zittend op een sofa een gedichtje voordragen. De jubileumdag werd gehouden in het CJMV-Gebouw. Ieder kind had een feestmap gemaakt met daarin een stenciltje met een verhaal over de eerste 50 jaar. Na school de weilanden in op de Klapwijkseweg via het hoge bruggetje bij het Hofland. Je moest dan eerst onder spoorrails doorlopen. Dat was niet ongevaarlijk, want er waren toen nog stoomtreinen. Er dropen soms kokendhete druppels op je hoofd. We hadden drie sloten verder een eiland dat Barretoga heette, omdat het een barre tocht was om er te komen. Je moest onder meer een heel brede sloot oversteken. Soms lag er een stevige balk maar vaak ook niet. Als het warm genoeg was trokken we onze kleren uit, propten die in onze laarzen, smeten de laarzen naar de overkant, doken in het water en probeerden zo snel mogelijk het riet te pakken om je aan op te trekken. Piemelnaakt dansten we dan uitdagend naar de voorbijrijdende Hofpleinlijn en trokken onze kleren weer aan. Zwemmen konden we niet. Het zwembad in het dorp stond onder de stevige leiding van de familie van Es. Zij wisten aan beginners niet echt over te brengen dat zwemmen niet alleen noodzakelijk maar ook leuk is. Het bad was te bereiken vanaf een zijweg aan de de Noordweg. Het lag ter hoogte van de huidige mulo aan de spoorlijn samen met de tennisbaan, waar meester van Garwe een godheid was. Naast de school was de kledingwinkel van Van Son. Tegenover de school was op de hoek een groot huis waarin oud-notaris De Gidts, toen al zeer oud, woonde met uitzicht op het huis van dokter Van der Horst. In het huisje ernaast stond een echt autootje dat was voorzien van een trapinrichting (Het Zweetdruppeltje. Op de zolder van dat huisje bivakkeerde kunstenaar Frits, de zoon van de dokter de winkel. Naast het huisje stond een opengewerkte wagen vanwaaruit oude Sjaak Wenteler met zijn vrouw Ant een snackkar exploiteerden. Tegenover de school was de winkel van Van Atten, dan een smederij, het snoepwinkeltje van Tichem met een zware buis voor het raam om te voorkomen dat het raam kapot ging en waaraan wij ons konden optrekken om al die heerlijkheden in glazen potten te bekijken. In de straat ook kolenhandel Vons en bloemenhandel de Hoog. In het Emmapark achter het huis van De Hoog werden in de zomervakanties door Gerard en Pim circusvoorstellingen gegeven. Helaas een splitsing tussen de leerlingen vanaf klas 5. De films die meester Faber beloofde over de staatsmijnen of over Hoogovens van de NOF (Nederlandse OnderwijsFilm), grote blikken met een boekje erbij, werden vrijwel nooit vertoond. Zo goed als altijd schroeide na enige minuten de film door of hij haperde. De diepe teleurstelling die ik dan voelde kan ik moeiteloos terugroepen. Zoete herinneringen bewaar ik aan onstuimige gevoelens voor Ansje de Jong, maar het is de vraag of ze dat ooit geweten heeft. Ik heb het haar nooit verteld, maar in stilte van haar bestaan genoten. In de Willem de Zwijgerlaan heb ik ontelbare malen schuin tegenover haar huis met mijn fiets in het donker tegen een lantarenpaal gestaan. Als ik me iets oprichtte kon ik net naar binnen kijken en haar zien. Nieman was zo lief als zij, maar ik durfde haar niet te benaderen. Ik ging naar de kerk om haar te zien want ze zat met haar ouders een bank achter ons. Toen zij naar de VGLO ging en ik de andere kant op naar de mulo in Noord werd het moeilijker haar te zien maar ook toen bleef het vuur wakker. Ik ben heel vaak langs de winkel van Kardol gefietst of gelopen om een glimp van haar op te vangen. Ik heb nog even overwogen bij het muziekkorps Excelsior te gaan omdat haar vader daarin zat. Misschien kon dat helpen. Naast de school richting Julianalaan een schildersbedrijf (Soeterbroek) maar katholiek, dus afstand houden. Zelfs gereformeerden lagen bij hervormden niet goed. Als kinderen hoorden wij al het verhaal dat beide groepen elkaar vóor de oorlog in het water duwden als ze elkaar op weg naar de kerk tegenkwamen. Als je uit het hek kwam aan de Julianalaanzijde kon je de straat oversteken en daar bij het kleuterschooltje je zusje of broertje ophalen. Naast de kleuterschool lagen grote zwarte waterleidingbuizen. We hadden toen nog een eigen waterleidingbedrijf aan de Westlaan. De West- en Oostlaan waren nog open. Tuinders brachten met schuiten (lange boom voor in gat om te duwen en te sturen) hun waren naar de veiling. Soms werd er doorgedraaid. Boeren zoals Hofman van de Vlielandseweg zetten karren op de veiling neer om alle niet verkochte komkommers en tomaten in te gooien. Die werden dan gevoerd aan het vee. Wij sloopten een stukje van de afzetting van de veiling om er te komen. Oppassen voor Piet Remmerswaal (Piet Blub) want die stuurde je altijd weg. Hij kon hard rennen en stevig aan je oor draaien. Wij schilden met de tanden komkommers en deden wie het langst de afgepelde schil intact kon houden. Er was in de Emmastraat nog een waterstoker (Smit), waar maandagochtend in een tonnetje waswater kon worden gehaald en waar ik zaterdag naar het badhuis ging. Een rustige school in een slaperig dorpje, waar een klein groepje in de raad en B&W de dienst uitmaakte volgens het principe van "wat-goed-is-voor-mij-is goed-voor-jou". Er gebeurde af en toe iets vreselijks. Een glazenwasser viel op de Westlaan van de ladder en was dood. En een meneer 't Hart kwam met zijn vrachtwagen in Schipluiden onder een trein/tram. Japie Molenaar z'n moeder ging dood en het oudste meisje Rodenburg uit de Sophiastraat. Dan ging er een rilling door het dorp. Gelukkig waren er artsen in het dorp. Een brommerige Van der Horst die zo nodig in de nacht zonder verdoving je zere kies trok en bij een flinke vleeswond zijn kalmte
Beatrixschool, 1955