Ontdek PLUS

Hans Koster

Kent 0 personen

WIDOW , 2 kinderen
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Hans Koster en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Hans Koster heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Dit is een school waarop ik veel plezier heb gehad.

    Dit is een school waarop ik veel plezier heb gehad. Het begon allemaal aan het Karel Doormanhof, midden in het centrum van de stad. Een geweldig gebouw met een kantine in het bijgebouw. De heer Hölscher was directeur. Zijn vrouw kwam uit de Dreesmann-familie. Dat oude gebouw had zijn charmes. Via het raam kon je de heer van Zijl Langhout volgen als hij de vragen voor een repetitie op het bord schreef. Dan moesten er wel een paar op de uitkijk staan, zodat je ongestoord kon meeschrijven. Eén keer heeft hij het ontdekt en toen speelde hij het spel. Bij start van de repetitie draaide hij het andere bord naar voren met andere vragen. Hij kwam niet meer bij van het lachten. Schuddenbuiken deed hij. Het was een aardige leraar met vreemde gewoonten. Zijn les bestond uit het voorlezen van "ditatjes". Veel echte les gaf hij niet. Hij woonde in Bergambacht en kwam per ford Taunus naar de school. Je kon hem aan de praat houden door een mop uit te lokken of een vraag over boksen te stellen. Interessanter vond ik de lessen van de heren Alexander en Mul, respectievelijk Etaleren en Reclame/kunstgeschiedenis. Leuke dingen beleefd met deze heren. De tentoonstelling voor de Novib! We hebben toen zelf een stand gemaakt, die ook nog eens is geplaatst op een vrachtwagen. Waarvoor? geen idee! En dan de heer Snoep. Dat is iemand waar ik nog wel eens aan terugdenk en dan spijt heb van wat we hem allemaal hebben aangedaan. Hij probeerde de lessen interessant te maken en nam van alles mee. Hij kon geen orde houden. Hij vroeg mij eens om mee te gaan naar het Volkerenmuseum in Leiden om een eerste klas te begeleiden. We gingen met de trein. Wat die man allemaal heeft moeten doorstaan heb ik toen aan de lijve ondervonden. Die rotapen riepen: "Mijnheer Snoep de deur is hier open, ik ga springen"en dan holde de heer Snoep er naartoe. Dan riepen ze het weer van de andere kant. Ik zou ook geen orde kunnen houden. Na die hele moeizame excursie nam hij alle jongens mee naar huis om wat te drinken. Daar was ook zijn verloofde. Ik herinner mij ook de "staking", toen aangekondigd werd dat de kantine tijdelijk op slot ging (teveel rotsooi). Iedereen bleef op het schoolplein staan toen de bel ging. De heer Hölscher had een ijzersterke tactiek. Hij sprak de groep als groep niet aan. Hij keek strak voor zich uit en liep naar de achterste jongens en meisjes en zei heel rustig per persoon: "zeg ga jij een s naar binnen" Langzaam kwam er beweging in de groep en ging iedereen naar binnen. We hadden mooie feesten met wijn en kaas en muziek. Mooi was de verbrandig van een doodskist, die de oude school moest voorstellen toen we gingen verhuizen naar het nieuwe pand. Het nieuwe pand was enerzijds een achteruitgang. De sfeer was helemaal weg; het werd te massaal. Anderzijds kwamen we terecht in een uniek gebouw, waar duizenden leerlingen tezamen kwamen. Een gymnastiek toren en een zwembad. We konden beschikken over mooie materialen. Het werd zakelijker; het gebouw nodigde niet uit tot lol en vermaak. Ik herinner mij de heer Huls. Hij kwam uit Tilburg. Een kleine man met grote ideeën. Hij gaf goed les, maar kon plotseling uitvallen. Het gekke is, dat ik niet om veel andere namen van leraren kan komen. Voor Duits hadden we een aparte man, maar dat denk ik altijd bij Duitse leraren. Eén man wil ik niet vergeten. Ik heb hem voor het laatst bewaard. De heer Aerdenhout!!!! Als ik hem nu zou kunnen beledigen, zou ik dat doen, want dat heeft hij mij zo dikwijls gedaan. Maar zo werkt dat niet. Ik kan alleen tegen deze man zeggen, dat ik ondanks die vieren en vijven voor gymnastiek toch nog aardig terecht ben gekomen. En ik weet het, als je dit leest komt die grijns weer op dat strakke gezicht. Toch was de MDS een fantastische school

    Middelbaar Detailhandels Sc..., 1968

    Toen ik op de Hendrik Bakkerschool kwam was de heer van der Kleij het hoofd der school.

    Toen ik op de Hendrik Bakkerschool kwam was de heer van der Kleij het hoofd der school. De congierge was een kleine vriendelijke man in een gele stofjas, mijnheer Bots. Ik begon in de eerste klas bij mejuffrouw Baars; daarna kwam ik bij mejuffrouw Pfaff, gevolgd door mejuffrouw Linders, die later met de heer van der Bruggen getrouwd is. De heer Poiesz en Hendriks kan ik mij herinneren en niet te vergeten de heer de Haan. Het was een strenge school. Ik deed mij best, maar het wilde niet altijd lukken in de zesde klas en iedere vrijdag was ik de sigaar, dan werden de onvoldoende briefjes door de heer de Haan uitgedeeld, die door je ouders getekend moesten worden. Er is tijdens mijn lagere school tijd veel rondom de school gebouwd. Eerst de Imelda school, een lagere school voor meisjes. Ze hielden het goed in de gaten dat de twee geslachten gescheiden werden. Een flink hek op de speelplaats, waar je niet mocht blijven staan en stenge toezichthouders van beide kanten: de heer van der Kleij en mevrouw Kolb. Ook werd een deel gebouwd aan het Eudokia ziekenhuis aan de overkant. Later kwam het parochiehuis, dat met acties onder leiding van kapelaan Brans was gebouwd. Als ik op de fiets naar school mocht, stalde ik deze bij Otte, de rijwielhandel. Ik hou goede herinneringen over aan de Familiekerk, waar ik vaak naar toeging voor de ochtendmis. Ook gingen we er biechten met school. Het ontbijt in de klas na de kerk was heel bijzonder. Op deze lagere school kregen we in de 5e en 6e klas de mogelijkheid om frans te leren van de heer van der Kleij. De heer van der Kleij was de eerste onderwijzer, die per auto (een lelijke eend en later een Dyane) naar school kwam. Dan de muzieklessen van de heer Vijverberg. In zijn koor mocht ik niet zingen, want ik bromde te veel. Hij leerde ons allemaal leuke liedjes uit de bundel: Zing, zing dan mee. In de zesde klas deden we de laatste maanden niet veel meer. Ik herinner mij de spelletjes trefbal met de heren van der Kleij en de Haan. Wat kondden die hard gooien. Ik heb het twee keer mee mogen maken in 6a en 6b. De films op de zolder van de school waren een belevenis. De schooldokter en de schooltandarts en de schoolreisjes doen mij nog steeds denken aan de Hendrik Bakkerschool! In een aantal klaasen gingen we zwemmen in het Sportfondsenbad in de Vermanestraat. We liepen zeer gedisciplineerd in een lange rij er naar toe via de Vlaggemanstraat.

    Hendrick Backers-school, 1955

    Voor de Petrus Mulo moest je een toelatingsexamen doen.

    Voor de Petrus Mulo moest je een toelatingsexamen doen. Geen Cito-toets of schooladvies, maar een echt examen. Ik startte na toelating op de MULO aan de Oostervanstraat. Daar heb ik goede herinneringen aan overgehouden. Een oud rotgebouw tegenover het oude mannenhuis. Verderop was het politiebureau. Aan de achterkant grensde het gebouw aan Hoki Poki, een afhaal-restaurant. Als je het poortje onderdoor ging, sloeg je linksaf en dan moest je door een gang rechts van het gebouw naar de fietsenstalling. Afstappen was verplicht. Werd je fietsend gepakt, dan moest je dinsdagmiddag terugkomen, zoals dat heette. In de klas stond de lessenaar op een ophoging. Die werden dan op "scherp" gezet. In de klas waren potkachels. Ik herinner mij vele leraren: Bakker, Brand, Fortuin, Linnaerts, Löbker, van Vliet (tante Nel), van Zundert, van de Plas, Duncker, van Rijn (puckie), Zegers (gaf ook typles), Kunkeler, Kuipers, Schaefer (gymnastiek),van Gulik, Ketelaars (in zo'n pruttel NSU), van Schaick (de directeur), Krol (van de Schiekade) en mejuffrouw van Wijk (op de Solex). De heer Ketelaars gaf diverse vakken, zoals Aardrijkskunde en Engels. Hij sprak de "a" op zijn Utrechts uit, dus kort. In een zin kon het heel vaak voorkomen: Schrijf in je agendá, paginá, Ameriká enz. Toen ik zei dat het een hele massá was volgde er wel straf. We moesten ook naar de Tidemanstraat. Daar zwaaide mijnheer Willemsen de scepter. Die kon zo lekker grijnzen. We hadden een schoolkrant met de naam "de Flits". Daar heb ik nog wel eens een stukje in geschreven. Ik herinner mij ook het "vieze patertje", die sexuele voorlichting gaf. Kan je nagaan in wat voor sfeer dat toen nog ging. In 1965 gingen we naar de Stationssingel. Dat was wennen in zo'n modern gebouw en ook nog gemengd. Ik vond het een pracht school; vooral de kelder, waar schoolfeesten werden gehouden. De heer Meyer was een sympathieke congierge. Hij heeft mij nog wel eens gered als ik mij moest melden. Ik was ook altijd bereid hem een handje te helpen en dat waardeerde hij. Pater Schoenmakers was een legendarisch figuur. Hij was later ingetreden. Een man van de tijd. Mooie kerkdiensten in het Steiger met het koor van de heer Brand. Op de stationssingel kregen we plotseling les van een non: zuster Bonita. Een aardige vrouw. De heer Kunkeler, een beetje driftige leraar, die Duits en Fysica gaf, kon plotseling naar het raam lopen en wijzen op een lange trein met Simca's erop en dan zei hij: "dat ze er nu niet één voor mij hebben". Wat kon die man mooi tekenen. De heer van Zundert is niet meer op de Stationssingel geweest. Ik herinner mij van hem de stofdoek, die hij bij zich droeg en zijn waardering in cijfers: een 10, een 5 of een 0. De heer Mariman was ook leraar en woonde schuin tegenover de school. Wat een mooie tijd was dat!! Wat mij altijd is bijgebleven is het volgende trieste verhaal: Ik was allang van de Petrus Mulo af en reed 's avonds laat van het huis van mijn vriendin in Schiedam over de Bentincklaan naar mijn ouderlijk huis op de Bergweg. Toen ik ter hoogte van de synagoge kwam, zag ik dat een ernstig ongeluk was gebeurd. Twee mensen werden uit een Dafje gehaald en in een ambulance gebracht. Een man en een vrouw. De bestuurder van de auto, die ze had aangereden was doorgereden. Het maakte een grote indruk op mij. Ik ben thuisgekomen gewoon naar bed gegaan. Ik werd plotseling wakker en herkende het Dafje. Het was de auto, bestuurd door mevrouw van Schaick. Ik wist het toen direct. Ze waren dood. Eén of twee dagen later hoorde ik dat beiden waren overleden als gevolg van een aanrijding door een beschonken bestuurder. Verschrikkelijk. Ik had fijne herinneringen aan hen.

    St. Petrus (M)ULO, 1962