Ontdek PLUS

Estella van Straten

Kent 0 personen

NA
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Estella van Straten en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Estella van Straten heeft 2 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    Deze school heette eigenlijk de Osdorper SchOOlgemeenschap.

    Deze school heette eigenlijk de Osdorper SchOOlgemeenschap. De naamgevers dachten dat het woord ‘schoolgemeenschap’ meer eenheid zou suggereren dan ‘scholengemeenschap’, wat de OSG natuurlijk wel was. Het was een conglomeraat van scholen en in de begintijd slokte de school elk jaar weer een school op. Het resultaat was een gigaschool met op zeker moment 2200 leerlingen. Het lerarencorps bestond uit leraren van de scholen die in de OSG waren opgegaan. Ze waren van zeer verschillend pluimage en ‘bien etonnés de se trouver ensemble’. Ruzies en frustratie bleven niet uit, een groot verloop was het resultaat. Ik herinner me een leraar die het zijn plicht achtte leerlingen aan te spreken op wangedrag. Hoon was zijn deel. De leerlingen kenden hem niet en hij kende die leerlingen niet. Uit onmacht werd hij steeds bozer. Twee maanden later was hij weg. Verder was de school een ‘experimenteerschool’, waar allerlei onderwijsideeën en (vermeende) vernieuwingen uitgeprobeerd konden worden. Dat gebeurde met veel elan, de experimenten waren zeer vooruitstrevend, maar belangrijker dan het welzijn van de leerlingen. De status van experimenteerschool zorgde ervoor dat er flink met de leerlingen gesold kon worden. Omdat de school zo’n rommeltje was en tradities ontbraken, was er ook onder de leerlingen geen saamhorigheidsgevoel, waardoor ook onder hen het verloop groot was. Mijn leukste herinnering gaat terug tot de eerste schooldag in de vijfde klas. Alle klassen waren door elkaar gehusseld omdat iedereen een vakkenpakket had moeten kiezen. We wisten dus niet bij wie we in de klas zaten. Voor het tweede uur verzamelden zich enkele leerlingen bij het natuurkundelokaal. Toen deed iemand de deur van het lokaal open en wilde naar binnen gaan. ‘Je mag het lokaal niet in als de leraar er nog niet is’, zei de jongen die naast mij stond. Degene die de deur had opengedaan keek om, glimlachte verlegen en zei: ’Ik bèn de leraar ...’ Het was Jaap van der Aa.

    Osdorper Schoolgemeenschap ..., 1965

    Ik zat op in het hoofdgebouw in de klas van juffrouw Hoppenbrouwers.

    Ik zat op in het hoofdgebouw in de klas van juffrouw Hoppenbrouwers. Ik vond haar een lieve juf. Ze had een hoofd vol krulletjes, net als Mammaloe. Voor diegenen die zeggen (en denken) zich niet veel herinneringen hebben aan de kleuterschool: ik heb er nog wel een paar! Die zijn natuurlijk persoonlijk, maar misschien schiet je bij lezing weer iets te binnen. De eerste schooldag De eerste schooldag herinner ik me nog precies. Ik ging voor het eerst naar de kleuterschool in september 1957. Ik was toen al vier-en-een-half oud. Eerder naar school kon niet omdat er geen plaats was. Ik wilde helemaal niet naar school en ik begreep niet waar naar school gaan goed voor was: ik kon thuis toch ook leren? Maar dat zag mijn moeder anders. Ik zat die eerste dag samen met een heleboel andere nieuwelingen in een lokaal op de eerste etage: het tweede lokaal links. Ik denk dat dat de enige keer was dat ik boven ben geweest. Op zeker moment moesten we een tekening maken. We kregen een blaadje en kleurpotloden die in een houten blok stonden. Ik tekende diagonalen: van punt tot punt. En daarna nog lijnen vlak langs de randen van het blaadje. Elke lijn in een andere kleur. En terwijl ik daarmee bezig was dacht ik: dat kan ik thuis ook. Lokaal Na die eerste dag zat mijn klas een tijdje in het linker benedenlokaal. Daarna verhuisden we naar het rechter benedenlokaal en daar bleven we tot we naar de ‘grote’ school gingen. De lokalen waren groot, licht en modern. Op de vloeren lag rood linoleum. (Als je op foto’s van ’t Waterhoentje planken vloeren ziet, zijn het foto’s van een dependance.) Meubilair De kleutertafels hadden een -ik neem aan kunststof- blad, gebroken wit met abstracte figuurtjes (afgeronde vierkantjes met een ring erom heen) in oranje-bruin. De tafelpoten waren van metaal in verschillende kleuren, o.a. geel, blauw en een soort oranjebruin, kan ik me herinneren. De stoeltjes hadden een houten zitting en rugleuning en metalen poten in dezelfde kleuren. De kleuren gaven, geloof ik, de grootte aan: geel-klein, oranje-middel en blauw-groot of zoiets. (Als je op foto’s tafels met houten poten ziet, betreft het weer een dependance.) Er waren twee ronde tafels: één met een kier die het blad in twee gelijke delen verdeelde: dat was de zand- en watertafel. Als de juf het tafelblad eraf haalde had je aan de ene kant een ondiepe halvemaanvormige bak met zand en aan de andere kant net zo’n bak maar dan met water. Er waren een paar zand- en waterspeeltjes, maar ik was altijd gauw uitgespeeld: je kon niet echt iets maken en alleen maar een beetje met die bootjes heen en weer varen had ik gauw gezien. Mijn armen waren ook te kort om ver te kunnen varen. De andere tafel had een cirkel in het midden: ook een deksel: het deksel van de kleitafel. Als het deksel open ging zag je grote vierkante blokken klei liggen met gaatjes erin. Als we klaar waren met kleien, moest je van je klei een blok maken en er met je vingers gaatjes in duwen. Dan gingen die blokken in de kleitafel. De juf goot er met de gieter water overheen en dan ging het deksel er weer op. Verder was er een lage kast met een ‘roldeur’. Die deur bestond uit smalle latjes. Als je die deur openduwde, verdween die in de zij- en achterkant van de kast. Dit was de kieskast. Hier stond allerlei speelgoed dat je zelf mocht uitzoeken tijdens het vrij spelen in de middag. Vooral puzzels, denk ik. Het was een eer als je de deur van de kieskast dicht mocht doen, maar de paar keer dat ik het mocht doen kwamen mijn vingers tussen de roldeur en dat deed behoorlijk pijn. Spelen en werken Er zal wel een poppenhoek geweest zijn, maar daar herinner ik me niks van. Wel weet ik dat er links voor in de klas een schildersezel stond. Als je vrij mocht spelen, mocht je meestal ook schilderen. Er konden twee kinderen tegelijk schilderen, maar het was moeilijk aan de beurt te komen. Je moest goed opletten wanneer er een kind klaar was en dan gauw naar de juf om te vragen of jij dan mocht. Ik

    Kleuterschool 't Waterhoentje, 1957

    Heb op deze school goed les gehad, vooral grammatica.

    Heb op deze school goed les gehad, vooral grammatica. Had als onderwijzers juf Harmsen (later heette ze Uittenbogaard) (3 jaar), juf Smit (4de), meester Stroomberg (5de) en juf Paleari-Ponte in 6A. De meest kleurrijke figuur in de klas was ongetwijfeld Andries Wilhelmus. In de tweede kwam hij op een dag als zeerover verkleed op school. We hadden toen les in een noodgebouw. Ik moest van de juf Andries naar meneer Van der Haar in het hoofdgebouw brengen. Wat er daarna gebeurd is weet ik niet. Juffrouw Harmsen was niet geschikt om voor de klas te staan. Uit machteloosheid sloeg ze de kinderen. In de derde klas gaf ze Andries Wilhelmus een keer een klap. ‘Je mag me van mijn vader niet slaan,’ riep hij en rende de klas uit. De juf rende hem achterna en gleed uit over de deurmat. Ik zie Andries nog rennen over het schoolplein, het hek uit. Hij woonde dicht bij school, dus we zaten in spanning of z’n vader zou komen, maar ik denk niet dat hij thuis was. Bloembollenwedstrijd Verder herinner ik me geen opvallende voorvallen meer. Wel weet ik natuurlijk nog dat we elk jaar meededen met een bloembollenwedstrijd. Je kreeg een pot met een bloembol erin mee naar huis. Die moest je thuis opkweken en na een paar weken weer mee naar school nemen. Al die potten werden in de grote zaal gezet. De ouders mochten komen kijken naar de opstelling. De hele zaal was dan gevuld met een zware bloemengeur. Tienjarig bestaan Ik herinner me ook nog de viering van het tienjarig bestaan, in 1965. Bijna alle lokalen waren omgetoverd in een ander oord: het lokaal van meester Arnold moest een onderwaterplek voorstellen. De ramen waten met blauw papier afgeplakt of met blauwe verf beschilderd. Ergens in de hoogte hingen visnetten en meester Arnold was verkleed als Neptunus. Je kon dan iets doen in zo'n lokaal en dan kreeg je iets, maar wat dat bij meester Arnold was weet ik niet meer. Meester Arnold heeft veel indruk op mij gemaakt: het lokaal en hijzelf hadden echt een gedaanteverwisseling ondergaan. Hij had een baard van uitgeplozen touw. De handwerkjuf stond in een lokaal dat omgetoverd was tot de noordpool. Alles was er wit. De handwerkjuf had dikke wollen kleren aan. Je moest over houten blokjes (ijsschotsen) lopen en als je dat goed had gedaan kreeg je een zakje warme popcorn. Dat was in die tijd nog iets heel bijzonders. Jammergenoeg kan ik me niet meer herinneren wat er in de andere lokalen te doen was. De afscheidsavond heb ik niet meegemaakt, want we gingen vroeg met vakantie (voor het eerst naar het buitenland!) Wel weet ik nog dat een groepje jongens een popsong ging playbacken: Hello Josephine van The Scorpions. Clemens Beutick was de leadzanger. Hij had thuis een contra-stekker met zilverpapier omwikkeld, zodat het leek alsof hij een echte microfoon had (met snoer!). De song heeft een dubbel eind: het eerste eind is geen echt eind, daarna gaat het lied nog even door. Dat mocht niet van juf Paleari, ze vond het tot het nep-eind wel genoeg. Echt flauw vond ik dat. Geen respect voor de popcultuur.

    Burgemeester Fockschool, 1959