Bekijk het volledige profiel van Dorothee Driessen en al je andere schoolgenoten!
In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!
Dorothee Driessen heeft 53 klassenfoto's en kent 26 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?
Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!
AanmeldenIk heb lang over de studie gedaan, mede omdat ik tijdens mijn studie naar Amerika verhuisde.
Ik heb lang over de studie gedaan, mede omdat ik tijdens mijn studie naar Amerika verhuisde. Maar ik heb wel netjes mijn doctoraal gehaald. Hoogtepunten van de studie: de colleges van de lieve men. Stork, die zo beeldend kon vertellen hoe in een rede van Lysias iemand de oorbellen van een dame uit haar oren rukte. Alle meisjes bedekten verschrikt hun oren. Minpunt: de zomerpensa. Dat hakte er in die eerste jaren flink in, er was nauwelijks tijd om te ademen. In een zweterig zolderkamertje duizenden verzen Homerus vertalen. En de auto van Natasja die op een dag in het Rapenburg lag te drijven. Gelukkig kon Natasja er zelf wel om lachen.
Rijksuniversiteit Leiden - ..., 1982
In 1971 begon ik in de tweede klas bij Juffrouw Kooyman in een soort van houten keet, een noodgebouw met een heleboel brandnetels achter het hek.
In 1971 begon ik in de tweede klas bij Juffrouw Kooyman in een soort van houten keet, een noodgebouw met een heleboel brandnetels achter het hek. Ik herinner me dat ik een keer een paar hele lelijke woorden tegen Juffrouw Kooyman heb gezegd, waar ik me later erg voor schaamde, want ik vond haar erg aardig en vond dat ze ontzettend mooi kon schrijven. In het jaar daarna verhuisden we dus naar de Oase. Ik herinner me vooral Fred Tettero, Marcella Bos en Marcella Sleper en Radboud Jan Beumer als erg leuke klasgenoten. En dat ik er nooit in slaagde tijdens gymmen met zo'n houten plankje een bal weg te slaan, terwijl iedereen al met een echte softbalknuppel overweg ging. In de vierde klas gingen we een landschappentuin rond de school aanleggen en herinner ik me dat ik 110 emmertjes zand voor het duinlandschap heb aangevoerd en vervolgens tezamen met Marcella Sleper twee populiertjes zo klein als onszelf in het boslandschap heb geplant. Toen ik een jaar of dertig was ben ik een keer terug in Nederland geweest en ben ik naar die boompjes gaan kijken. Ze waren enorm hoog. Ik heb nog een foto van mezelf en de bomen. Ik herinner me uit de parallelklas nog goed Rolf Korff de Gidts, van wie ik heel graag zou willen horen, die lezingen gaf over sterrekunde gedurende de kuilvieringen. Van de leraren herinner ik me nog een oude dame, Mevr. Guykens, aan wie ik een ontzettende hekel had omdat ze in mijn ogen een religieus fanatica was. Ik herinner me met veel plezier Mevr. Huygens, met haar hippe plateauzolen en natuurlijk met zeer veel genegenheid Dhr. Woutersen. Ik klom ook stiekum op het dakje en werd toen een keer door Dhr. van Gerwen betrapt. En Dhr. Bolmers, het Schoolhoofd, een corpulente aardige man met een flinke dos grijs haar die ongelooflijk boos kon worden. Toen ik het een keer wel heel bont had gemaakt (hondedrollen in de brievenbus gedaan van medeleerlingen die ik niet zo mocht) heeft Dhr. Bolmers me een keer bijna van school gegooid. Ik moest bij hem komen in z'n kamer op een grijze dag en toen zei hij me: "Denk erom Doortje, daar is de deur." Toen, een jaar of dertig later mijn oudste zoon bij de directeur op het matje werd geroepen voor een heel wat onschuldiger vergrijp en mijn man en ik met hem, kreeg ik gelijk weer zo'n flashback en verwachtte Dhr. Bolmers... Grappig dat die dingen zo in je geheugen gegrift staan!
De Oase, 1971
Ik herinner me vooral pater Ben Niekus, de zeer inspirerende Neerlandicus die mij een grote liefde voor literatuur heeft bijgebracht.
Ik herinner me vooral pater Ben Niekus, de zeer inspirerende Neerlandicus die mij een grote liefde voor literatuur heeft bijgebracht. Ik kan me zijn goedaardige spotlust ook nog goed herinneren, dat hij placht te zeggen dat "de jeugd van tegenwoordig zich alleen interesseert voor vrijen en friet vreten" en "alleen in het weekend leeft als ze naar de disco gaan". Dichtkunst moest in zijn ogen (terecht) op een hoger niveau staan dan "ik hou van jou, ik blijf je trouw, je ogen zijn blauw en ik sta in de kou." We hebben veel gelachen onder Nederlands. We hadden ook een geweldige leraar Frans, dhr. Jos Blom (Monsieur la Fleur) en een leraar Latijn die met z'n hoofd tegen het bord placht te bonken als hij onze antwoorden niet bevredigend vond en placht te zeggen: "Wie fluit, eruit." Verder staat me nog een andere Neerlandicus voor de geest, dhr. Henk Flinterman, een verwoed roker annex alcoholicus, die placht te schreeuwen als hij kwaad op je was: "Eruit, ga je maar melden bij Maassen (conrector) of hoe die kerel ook heet." De vrienden die me bijstaan en naar wie ik altijd benieuwd ben gebleven zijn Carina van Agten en Rolf Korff de Gidts. Carina is Nederlands gaan studeren en Rolf Sociale Geografie. Goh, schoolliefdes worden ook gevraagd. Nou, dat was Andre van den Broek in de eerste klas, maar ik heb hem altijd in stilte aanbeden. Verder Huub van Duuren in de derde klas, van wie ik ook Dr. Who boekjes leende die me onder godsdienst door de desbetreffende pater werden afgenomen en die ik alleen terug kon krijgen door te beamen dat ik "een heel vervelend kind was". Klasgenoten die ik cool vond waren uiteraard Rolf en Carina, en ook Peter Pronk, die tegen de Engelse leraar terug durfde te spreken. Ook Monique die later bij de politie ging en voornoemde Peter moest arresteren. Ze kon ook heel goed turnen, salto's maken en zo. Aan wie ik een hekel had? Aan Jan Hamer, een jongetje met een minderwaardigheidscomplex die dit moest overcompenseren door met mijn schoonheidsfoutjes (mond vol ijzer en brilleglazen van meer dan een centimeter)de spot te drijven. En de leraar Economie stond me ook niet aan, dhr. Hogendijk met z'n nogal extreme politieke meningen en dwangmatig katholieke denkbeelden. En ik vond het vak ook helemaal niet leuk. Verder vond ik het altijd koud in de school en zette ik m'n fiets altijd op dezelfde plaats neer. En dat ik, toen ik in de eerste klas zat leerlingen uit de hoogste klassen met "meneer" en "mevrouw" aansprak. Tot slot: toen ik in de vierde klas zat kregen we een zgn. minicomputer op school. Dat was toen het modernste van het modernste en we waren de eerste school in Den Haag met een dergelijk modern apparaat. Ik bekeek het vol minachting en dacht: "Het zal m'n tijd wel duren". Wel, de geschiedenis heeft me anders geleerd!
Sint Janscollege, 1976