Ik zat begin jaren 70 op de lagere school in het Brabantse dorpje Erp. Toen waren het – en dat is nu nog moeilijk voor te stellen – nog een jongens en meisjes school. De St. Jozef en Maria school.
Dat was trouwens het laatste jaar van gescheiden scholen want in de 2e klas zijn het gemengde scholen geworden. Vreemd want de kleuterschool was het wel gewoon gemengd. Waarom het ooit gescheiden was heb ik nooit echt begrepen; een Katholiek dingetje uit het Zuiden? Of hadden ze dat in het Westen ook? Hoe dan ook het was voor mij de echte grote school waar ik altijd enorm tegenop gekeken had. Evenals later de LTS en MAVO laat staan de HAVO en het Gymnasium. Daar leerde ik wat grote mensen konden; lezen en schrijven. Een wereld ging voor mij open. Tot dan las mijn moeder altijd verhaaltjes voor uit bijvoorbeeld Wipneus en Pim ja en toen kon ik de boekjes zèlf lezen!
Ze bracht er om de zoveel tijd een nieuwe mee van de markt. Kent u ze (nog)? Geweldige avonturen van 2 kaboutertjes? De eerste 6 boekjes werden geschreven door Broeder Bruno van der Made. Lid van de congregatie van de Broeders van de Onbevlekte ontvangenis van Maria (Broeders van Maastricht) in het stadsdeel Wyck in Maastricht en later door verschillende broeders onder het pseudoniem B. van Wijckmade (Bron Wikipedia). Toen ik las ‘stadsdeel Wyck’ moest ik plots denken aan mijn eerste kennismaking met witbier ‘Wyckse Witte’ kent u het? Overigens niet gebrouwen door die broeders, maar door brouwerij de Ridder in diezelfde stadwijk, maar goed dat is weer een heel ander verhaal.
Ik was gebleven bij Wipneus en Pim; het eerste boekje dat mijn moeder voorlas was Wipneus en Pim op Muggeneiland. In mijn herinnering was het een blauw boekje met een heks op een bezemsteel en 2 bange kaboutertjes Wipneus en Pim. Weet bij God niet meer waar het verhaal precies over ging, ja over een heks en muggen, maar wèl toen ik het de eerste keer ook zelf kon lezen. Zoals ik er nu tegen aankijk was het een soort stap naar volwassenheid; het loskomen van mijn moeder want ik had haar namelijk niet meer nodig om iets nieuws te leren of nieuwe input te krijgen.
Wipneus en Pim waren als het ware mijn “bevrijders”. Zou mijn moeder dat ook zo ervaren hebben? Moet ze eens vragen. Toen nam ze me de eerste keer mee naar de bibliotheek. Ik weet niet meer precies, maar ergens in het dorp een oud piepklein gebouwtje met krakend houten vloertje en wanden vol boeken, naja, kleine wantjes met wat boeken. Ja en toen was het leed geschied om het zo maar eens te zeggen. Een ruimte met allemaal boeken die ik – en dat vond ik toen heel bijzonder – zomaar mee mocht nemen?! En niks niet bij uitlenen door het scannen van een barcode. Maar een inlegvel op de binnenkant van de kaft van het boek, waar een stempel met datum op gestempeld werd wanneer hij terug gebracht moest worden.
Opeens allemaal voor mij nieuwe verhalen en zo was mijn eerste kennismaking met Paulus de Boskabouter en Eucalypta de heks. Man, man, dát was pas spannend! Niet dat Wipneus en Pim niet spannend waren, maar dat was dan toch eigenlijk meer voor “kleine kindjes” vond ik. Nu hoorde ik bij de grote kinderen! En zo ging mijn “lees carrière” langzaam door naar Pinkeltje, Dik Trom, de Kameleon en ga zo maar verder.
Het eerste echte grote reisverhaal dat ik las was de Scheepsjongens van Bontekoe in de 6e klas (groep 8). God allemachtig wat een spannend verhaal vond ik dat! Weet nog goed dat de meester de les – omdat het tijd was – aan het afsluiten was, dat ik nóg aan het lezen was.
Waar ik eigenlijk nu benieuwd naar ben is wat zijn eigenlijk jullie eerste leeservaringen beste lezers?
Meer blogs:
Reacties 8
Ja, Wipneus en Pim. De schooljuf in de eerste klas in Gorinchem las er uit voort. Ik moest daar meer van weten en kwam dankzij mijn grote broer in de bibliotheek terecht waar ik ze kon lenen. Ik keerde er terug op mijn step totdat ik alles gelezen had. Dat was in 1955.
Iemand herinnerde zich vooral nog een illustratie uit een origineel boekje (dus geen latere druk) dat een reus Wipneus en/of Pim met een trap zijn hol uitschopte...
Wat heeft u (Roger) het leuk beschreven. Het deed me denken aan o.a. onze bibliotheek die in een groot gebouw staat en waar ik s'avonds zonder dat er iemand is, in m'n eentje kan door lopen. en lezen wat ik wil, zonder mensen om me heen.Dit was een wens van mij van vroeger. In een winkel kwam ik iemand tegen, die vroeger als leiding meeging op een kinderkamp. Een van deze kinderen bleek de zoon te zijn van de schrijver van Paulus de Boskabouter. Doordat ze de zoon kende, kwam ze ook eens bij hun thuis en zag in de tuin, in een soort kastje de door de schrijver gemaakte originele poppen uit de serie met Paulus, zo leuk en nostalgisch!
Had ook de serie thuis. Maar las veel later dat de boekjes niet onomstreden zijn. Weet niet meer waarom dat was. Vond ze toen iig als kind heel leuk en heb de tekeningen ook allemaal ingekleurd. Las heel veel. De bibliotheek was naar mijn herinnering niet zo’n relaxte plek als nu. De dames waren streng. Ik was een hele snelle lezer en moest bewijzen dat ik echt de 5 á 6 boeken per week las. Kreeg dus soort overhoring. 😂
Ja, Wipneus en Pim ken ik nog. Die boekjes, en die van Paulus de Boskabouter, waren de eerste die ik las van de bibliotheek in ons dorp in het westen (IJmond/Kennemerland). Ook ik zat op de kleuterschool in gemengde klassen, en daarna op de katholieke meisjesschool, als laatste klas die niet gemengd was. De jongere kinderen zaten in het andere gebouw, de jongensschool, en vanaf de vijfde klas waren wij ook daar ondergebracht, in klassen met meisjes én jongens. Dat was vanaf 1970.
Wipneus en Pim vond ik leuke boekjes. Ook spannend, vooral als er een heks in voorkwam
nog nooit van gehoord.
Wipneus en Pim vond ik leuke boekjes, op de lagere school werd dat voorgelezen. Vooral van die heks vond ik spannend, die juffrouw die dat voorlas, kon dat goed nadoen