In 1978 werd in Argentinië het wereldkampioenschap voetbal gehouden. Nederland verloor de finale voor de tweede achtereenvolgende keer van het gastland. Het was een omstreden kampioenschap omdat het toernooi plaatsvond in een land waar de mensenrechten, op zijn zachtst gezegd, niet altijd even serieus werden genomen.
De protesten, met Bram Vermeulen en Freek de Jonge van Neerlands Hoop in Bange Dagen voorop, waren dan ook niet van de lucht. Hun voorstelling “Bloed aan de paal”, bracht het dictatoriale bewind in Argentinië in het middelpunt van de belangstelling. Volgens het duo had het Nederlands elftal niets te zoeken in een land waar tegenstanders van het militaire regime zomaar spoorloos kunnen verdwijnen. Bovendien bestond de vrees dat het kampioenschap zou worden gebruikt ter meerdere eer en glorie van de dictatuur. Bram en Freek deden onder de slogan “Oranje kan iets bereiken in Argentinië door niet te gaan” een oproep om het Wereldkampioenschap te boycotten. Hun actie leidde tot felle discussies, demonstraties en Kamervragen maar een boycot kwam er niet en dus speelde Nederland op 3 juni in Mendoza de eerste wedstrijd tegen Iran. Het werd 3-0 voor Nederland door drie doelpunten van Rob Rensenbrink.
Natuurlijk werd het kampioenschap ook voorbeschouwd op de Nederlandse radio en televisie. Voor die uitzendingen werd gezocht naar een herkenningstune. Het moest een Indiaans klinkend lied worden in de stijl van ‘El condor pasa’ van Los Incas uit 1970. Omdat zo’n nummer niet snel gevonden werd componeerde producer en studiomuzikant Piet Souer maar zelf een lied. Dat werd ‘Argentina’. Er kwam zoveel vraag naar de tune dat het nummer op single werd uitgebracht en voor promotie op televisie het trio Conquistador werd geformeerd. En met succes, want de single stond dertien weken in de top 40 en bereikte de derde plaats.
Meer blogs: