In de kop van Noord-Holland is er gedurende de zomermaanden in elke plaats wel een keer kermis. Je had jongens die alle kermissen afliepen. Er waren mensen die het hele jaar spaarden voor “hun” kermis en vervolgens 3 dagen vanaf het “eerste deuntje” op maandagmorgen tot en met dinsdagavond in de kroeg te vinden waren.
Ik was niet zo’n kermisganger. Mijn ouders kwamen uit Amsterdam en vooral mijn moeder had een verschrikkelijke hekel aan dronken mensen. Ons werd dan ook al jong de gang naar de kermis verboden; alleen ’s zondags met ouders een zuurstok of een spekkie kopen bij de snoeptent van “Vader” was voor ons de kermis.
Op de brommer naar Medemblik
Toen ik echter ouder werd hadden mijn ouders er niet zoveel zicht meer op. Ik was nog steeds geen kermisganger, maar toen ik 16 jaar (1960) was, wilde een vriend van mij naar de kermis in Medemblik. Hij had daar, enkele jaren terug, op kostschool gezeten en had daar een heel leuk meisje ontmoet, die in zijn ogen erg gek op hem was. Kermis werd, volgens hem, groots gevierd in Medemblik. Nou ligt Medemblik zo’n 30 kilometer van Langedijk (onze woonplaats). Fietsen was voor hem geen optie (hij fietste bijna nooit).
Maar ja: hij was nog geen 16, dus brommer rijden was voor hem ook geen optie. Hij kwam echter op het volgende lumineuze idee: Zijn oudere zus had een brommer en die mochten we vast wel voor een avondje lenen; ik was immer 16 en mocht dus brommer rijden. Zijn zus werd omgepraat, maar ja: ik had nog nooit brommer gereden. “Geen probleem: ik geef je wel even snel les en als we om de hoek van de straat zijn, ga ik wel rijden”, zei mijn vriend vindingrijk. Zo gezegd, zo gedaan. Op naar Medemblik.
Aangekomen bij het huis van zijn “geliefde” deed zij zelf de deur open en poeierde hem meteen af met de mededeling: “Ik heb allang een andere vriend en die zit in de kamer, je bent dus niet welkom”. Jammer, ze was dus niet zo gek op hem als hij wel gedacht had.
Om 11 uur thuis zijn
Dan de terugtocht maar weer aanvaarden. Tot halverwege; ter hoogte van Aartswoud, op een stil fietspad langs de dijk, staakte de brommer alle diensten en was met geen mogelijkheid meer aan de praat te krijgen. Nog 15 km lopen. Het was inmiddels al 22 uur geworden, en ik moest om 23 uur thuis zijn. Wat is wijsheid?
De vader van de vriend had een transportbedrijf en de beschikking over een werkbusje voor noodgevallen. Ik moest hem wel overreden om bij een afgelegen boerderij zijn vader te bellen (er waren nog geen mobieltjes) en te vragen of die ons op kwam halen. “Dan krijg ik op mijn mieter, want ik mocht niet meer naar Medemblik”, was zijn verweer. “Ja, maar ik moet om 23 uur thuis zijn”, was mijn weerwoord. Uiteindelijk toch zijn vader maar gebeld. Die kwam ons ophalen, maar liet duidelijk blijken, dat dit muisje nog wel een staartje zou krijgen.
Hij kreeg dus op zijn mieter en ook ik kreeg het nodige te horen toen ik eindelijk om 23.45 uur thuis kwam.
Je ziet maar weer dat een avondje naar je “liefje”, heel anders kan lopen dan gepland.
Meer blogs: