Vroeger stond ‘nuttige handwerken voor meisjes’ verplicht op het rooster van alle lagere scholen. Tijdens dit vak leerden meisjes alle standaard handwerkkunstjes. Van het breien van kousen tot aan patroontekenen: dit leerde je tijdens dit vak van vroeger.
Heb jij het vak vroeger ook gevolgd? Haal hier nostalgie op!
Nuttige Handwerken: verplicht vak voor meisjes op de lagere school
Meisjes die vanaf 1878 tot laat in de 20e eeuw naar school gingen, moesten wekelijks een paar uur het vak ‘Nuttige Handwerken’ volgen. Meestal was dit op de woensdagmiddag, waar meisjes alle ins en outs van het handwerk leerden. Breien, stoppen, mazen, haken, borduren, patroontekenen en naaien: als je de lagere school verliet, kon je dit allemaal. Een van de eerste opdrachten die je kreeg was het maken van een merklap. Met kruissteekjes borduurde je eigen naam op dit lapje. Dit kwam pas van pas als meisjes gaan trouwen – al hun linnen – en beddengoed werd dan met hun naam gemerkt.
Nuttig of niet?
Handig, zou je denken. Dat was het ook. Onderwijzers waren ervan overtuigd dat meisjes op deze manier vaardigheden leerden die hun hele leven van pas zouden komen. Ook zou het schoolverzuim afnemen, want als meisjes op school wat nuttigs leerden, hielden ouders hun dochter minder vaak voor hand- en spandiensten thuis. Ook konden meisjes zo thuis hun kleding voor zichzelf, het gezin en voor andere mensen om hun heen herstellen en vermaken. Hoe beter een meisje dit kon, hoe meer kans er was om in een hoge familie een werkhuis te vinden.
Kritiek
Meisjes moesten leren hoe zij gaten in kleding dichten of kapotte delen kunnen herstellen. Op school werd er een gat of scheur in de stof gemaakt en dat moest je als jong meisje op school zo snel en onzichtbaar mogelijk herstellen. Dit ging vaak gepaard met een hoop wanhoop, verdriet en ellende. Als je werk niet goed was, knipte je handwerkjuffrouw er zo weer een gat in. En dan moest je het gewoon opnieuw doen. Leerzaam, maar opvoedkundig totaal niet verantwoord. Na een paar jaar kwam er daarom al snel kritiek.
Nuttige Handwerken in het vervolgonderwijs
Als je dacht dat je na de basisschool van het verschrikkelijke vak verlost was, kwam tijdens het vervolgonderwijs voor een vervelende verrassing te zijn. Op de huishoudschool, de industrieschool voor de vrouwelijke jeugd en de Mulo kreeg je bijna dagelijks te maken met deze technieken. Het vak werd hier ‘Textiele werkvormen’ of ‘Fraaie handwerken’ genoemd. Jongens konden, als ze wilden, ook voor het eerst deelnemen aan deze vakken. Sinds 1985 spreken we van het vak handvaardigheid op school.
Heb jij ook leren breien op school? We horen het graag in de reacties!
Meer blogs:
Reacties 20
Eind jaren ‘70 hadden wij al handvaardigheid op de mavo in Nijmegen. Op de lagere school moesten we een haakwerk maken voor om een kleerhanger! Wat dom! Haken kon ik niet als linkshandige ( later mijzelf toch geleerd en heel veel gehaakt) ik moest toen maar een lapje breien. Maar de kleerhanger heb ik nog steeds, want heel handig, kleding glijdt er niet af! Lizette
Op de basisschool kregen we 1 keer per week handwerkles. Toen vond ik er niets aan. Nu b
Ook jongens kregen op school handwerk lessen. Ik zat (helaas) de de Spaarndammerschool in Amsterdam en ergens in de jaren'70 kregen wij ook vrij plotseling "handwerken" van een juf die ergen in de flower power was blijven hangen.
Lourette. Ook ik heb op de lagere school met minder plezier handwerkjes gehad. Soms kreeg ik het echt niet voor elkaar. Dan moest ik van de juf de la met katoenen garens uit de knoop halen. Dat deed ik eigenlijk liever. Soms moest het mee naar huis. Waar mijn lieve moeder me dan hielp. Soms haalde ze het uit en maakte het helemaal opnieuw. Anders zou de juf het verschil in het breiwerk misschien merken. Dat wist ze natuurlijk toch wel! Maar tegenwoordig heb ik toch nog veel plezier van de lessen die we kregen. Ik zie een groot verschil met de meisjes en jongens van nu. Die kunnen nog geen naadje repareren of een knoop aanzetten. Dus ben ik regelmatig hun hulp in nood. Mijn pleidooi zou zijn. Geef handwerkjes op school. Wel op een wat meer pedagogisch verantwoorde wijze.
Ik zat op een school voor moeilijk lerende kinderen en naast de gewone vakken, zoals taal, rekenen, lezen, gym enz. kregegn we ook vakken, zodat je later jezelf beter kon redden, jongens en meisjes deden o.a. klussen, banden plakken, formulieren invullen, koken, afwassen, schoonmaken en meer, waaronder ook handwwerken, Het eerste werkstuk wat ieder kind moest maken, was een speldenkussen om een hele nuttige reden; Als je doosje met spelden op de grond viel, vlogen alle spelden eruit maar in een speldenkussen blijven spelden goed zitten! Op het speldenkussen borduurde je jouw naam, zodat je altijd je eigen speldenkussen had. We mochten zelf bedenken in welke kleur en met welk motief we het versierden. Het tweede werkstuk was, dacht ik, een schort voor in de (school) keuken, voor tijdens het koken en afwassen. Nog steeds gebruik ik beide spullen.
Ymkje bosma Sokken breien van lichtblauwe katooen de steken kwamen steeds strakker op de pennen en de kleur blauw werd steeds smoezelerig van de niet al te schone handjes.
Op school was het saai. Lapje breien. Ik had putten in mijn vingers want de naalden waren heel dun. Later heb zelf kinderen in mijn klas leren breien. Maar ze mochten zelf kiezen wat en met lekkere dikke wol. Vooral de jongens vonden het heel leuk.
Ik vond het handwerken altijd leuk om te doen, ondanks dat het sokken breien niks werd. Maar handwerk nog steeds graag , soms haken, soms breien. Ook heb ik een coupeuseopleiding gedaan (niet gebruikt voor mijn werk)en maak mijn meeste kleding zelf. Heerlijke hobby.
In 2023 is het niet meer voor te stellen dat er op basis van gender bepaalde lessen worden gegeven. Voor de jongens was er handvaardigheid. Nu allemaal afgeschaft, en zijn we er op vooruitgegaan? Kleding herstellen doen we sowieso niet meer, we gooien het gewoon weg. Zelfs voordat het stuk is. Als ik kijk naar mensen in de leeftijd van mijn kinderen (20-40) valt het me op hoe onbeholpen ze zijn, en kunnen NIETS meer met hun handen, behalve over een telefoon vegen. Band plakken, een schroef indraaien, verven, zagen of iets repareren, noem maar op. Behalve de normale mannelijke handvaardigheid heb ik gelukkig van mijn moeder ook leren naaien en handwerken. Alleen breien is me nooit gelukt. Jammer dat dit al decennnia lang niet meer wordt onderwezen op school. Rekenen en taal kennelijk ook niet meer, dus wat dan wel?
In de tweede klas van de lagere school kregen wij ook handwerkles en dat was in 1958 in Schijndel op de Mariaschool. Hier kregen we les van de Zusters van Liefde. Ik vond handwerken heel erg leuk en toen heb ik dit geborduurd! Het is een kleedje dat gebruikt wordt of werd als er iemand thuis de laatste sacramenten kreeg! Altijd bewaard mooie herinnering aan mijn lagere schooltijd! Verder heb ik altijd gehaakt gebreid en kleden kussens geknoopt!
Vanaf 1985 spreken we van het vak handvaardigheid op school? Kom nou! In 1970, eerste klas MAVO hadden wij de vakken tekenen en handvaardigheid.
Wij moesten in eerste jaar ULO een das breien in patentsteek de kleur van de school.
op de lagere school heb ik een waslijntje moeten breien waaraan een hempje een handdoekje en onderbroekje aanhing dit was allemaal gebreid. Ik heb later nog een vest voor mij zelf gebreid en de jongens van mij wilde wel een gebreide trui toen ze klein waren. ik nog jaren geborduurd tot 5jaar geleden toen kon het niet meer in verband met pijnlijk handen i i
Ik heb altijd veel plezier gehad van de handwerklessen op de lagere school en mulo. Ik heb veel kleding gemaakt voor mezelf en mijn kinderen. Mijn kinderen kunnen ook haken, breien en met naald en draad werken. Vorig jaar heb ik een vrouw van 28 jaar geleerd hoe ze een draad in een naald moest doen, een knoop aannaaien en een los stukje zoom repareren. Ze wilde het kledingstuk eigenlijk weggooien, maar dat hoefde nu niet. Sinds kort hebben we in ons dorp op de vrijdagmiddagen handwerk- en knutselmiddagen voor de kinderen van de basisscholen. De kinderen vinden het gewéldig om te leren haken, breien en borduren en hopelijk worden deze vrijdagmiddagen fijne herinneringen voor hen.
In 1958 ging ik naar de Openbare Lagere School in Oudkarspel. In de eerste klas moesten alle meisjes breien, een 'poppe sjaaltje'. We moesten 100 ribbletjes breien, ik heb het nooit afgemaakt. Op de MULO kregen we les in naaien met de elektrische naaimachine, ik was als de dood voor die dingen. Daarna mochten we vakken kiezen en ik heb nooit 'naaien' als vak gekozen. Later ben ik met mijn nichtje op naailes geweest, begon aan een blouse maar heb het nooit afgemaakt. Ik begon een trui te breien maar mijn moeder maakte die af. Nu ik gepensioneerd ben brei ik veel, en naai ik wat dingen.
Vreselijk vond ik die handwerklessen, die zich bij mij beperkten tot punniken, breien, haken, borduren en met de hand naaien. Omdat ik geen lieve, behulpzame moeder had die me hielp e.e.a. onder de knie te krijgen, werd de juf steeds boos op me; zette me in de klas voor schut ("Jij komt nooit aan de man! Zo'n waardeloos meisje. Zelfs alle jongens kunnen het beter!!") en liet me (handwerkend) nablijven. Dat werkte averechts (ha ha, breiterm) natuurlijk. Onbegrijpelijk dat ze niet inzag dat ik het thuis zó moeilijk had, dat ik de uitleg gewoon niet op kon slaan. Het geen kwestie van onwil was. (Ruim 40 jaar later zou ik de diagnose PTSS Vroege Kindertijd krijgen).
Ik had nog handwerkles van de nonnen. Zuster J. was de aardige en zuster F was de bitch. Ik heb geregeld gehoord dat ik een "trien" was. Ik hield met de haaknaald de haaklus naar boven, maar dat moest je naar je toe houden, dat haakte makkelijker. "Nee TRIEN, die naald moet je zó houden!" Ik was altijd blij als zuster J. kwam lesgeven. Smocken moesten we ook leren. Punniken heb ik thuis van mijn moeder geleerd. Breien moest ook op school, maar ik kreeg zo vaak zweethanden, bah. Borduren en naaien moest ook, maar daar werd ik helemaal kriegel van. Van dat naaien in elk geval. Het borduren (kruissteek) was wel leuk om te doen. Haken vond ik ook leuk, filethaakwerk of de tunische haaksteek. Op het MAVO was het handwerken over, toen kregen we handarbeid. Ook leuk.
O, ik kan het me nog zo goed herinneren. Op de ULO, Heselbergh Arnhem, we moesten een babyhemdje maken. Van rose katoen met een Engelse naad, met de hand. Het rose werd grauwachtig. Hoe verzinnen ze zo iets? De juffrouw kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn en één van de meisjes zei: "als het nog lang duurt schiet ik hier kuit!" Strafwerk natuurlijk. Iets maken wat totaal niet bij de puber leeftijd past. Maar...... het waren natuurlijk achteraf bezien wel nuttige handwerken!
Handwerken, koken, muziekles, teken en handenarbeid..heerlijk, beter dan de andere lessen...ik heb van alles wat geleerd, ook de merklap borduren, ook op de trapnaaimachine, koken en zelf opeten, nou daar leer je ineens heel veel van hoor!! Blokfluiten leren voor Kerstuitvoering (ken het nog!) Maar handarbeid en tekenles was echt mijn ding, heerlijk, met gutsjes in linoleum snijden, van klei dingen nuttige maken en veel tekenen. Al met al waren die vakken erg nuttig voor me geweest, de rest was bijzaak.
Lagere school leren breien ,alles werd strak en klam,.. nu brei ik graag en netjes. Haken kon de juf me niet leren omdat ik links was. Naaien en patroontekenaar heb ik helaas niet opschoof geleerd. Verstellen leerde mijn moeder mij, en niet door ergens een gat inte knippen..