Ja als een goed geaarde Limburger hoor ik natuurlijk Carnaval te vieren. In mijn jeugd jaren met de vrienden carnavalswagens gebouwd. Al moet ik zeggen wat bouwen betreft dat ik een soort van dispensatie had omdat ik de enige van alle jongens naar de HAVO ging en dus veel meer aan school moest doen. Mijn taak was daarom beperkt tot wat schilderwerk en verzorging van de geluidsinstallatie. Ons carnavalsgroepje bestond ongeveer uit zo’n 20 jongens en meisjes en we noemden ons naar de toenmalige jeugdserie “Allemaal tuig”. We hadden daarvoor witte T-shirts laten drukken met “Allemaal tuig” daarop.
We bouwden de wagen 2 boerderijen verderop in de grote schuur van Peter zijn thuis of Pêêt (ik weet niet hoe je dat moet schrijven in dialect). De optocht was 2 dagen en trok zondag door de dorpen: Bergen en Nieuw-Bergen en op maandag door Aijen waar toen nog 2 cafeetjes; ’t Veerhuis en Gradie waren. ’t Veerhuis had ook een grotere feestzaal. Nu zijn ze alle 2 helaas weg. Maar wat een tijd. Ik kan me nog goed de hit van toen herinneren van Normaal; “Mamma waor is mien pils? “Mien pilske bin ik kwiet!”.
Op de foto staat de wagen uit 1982 waar we zelfs de 1ste prijs in Aijen mee hebben gehaald! Het thema was: “Eet je eigen huis op”. De toenmalige regering had toen bedacht, er heerste toen veel werkeloosheid en kwamen mensen in de bijstand. Dat eigen woning bezitters eerst de waarde van hun huis moesten gebruiken voor levensonderhoud en pas daarna aanspraak konden maken op een uitkering. Net alsof een stuk steen kapitaal is wat je zo cash in handen hebt en naar believen uit kunt geven. Dat fictieve “vermogen” wordt ook automatisch steeds meer. Ja we zijn heel vermogend, alleen hebben we geen cash geld in de portemonnee om eten te kopen. Overigens denkt men nu hetzelfde, maar goed dat is een ander verhaal.
En u, hebt u ook nog leuke herinneringen aan Carnaval?
Meer blogs: