In het voorjaar was het altijd weer zover en namen alle kinderen de knikkerzakken weer mee naar school om urenlang op het schoolplein te spelen. SchoolBANK redacteur Chrisje neemt je mee naar haar kinderjaren. In het voorjaar zeiden zij altijd: Hoera het is weer knikkertijd en wat waren we blij.
Hoera het is weer Knikkertijd
Zodra het een beetje mooi weer werd in het voorjaar begon de knikkertijd en kwam de knikkerzak weer uit de kast. We speelden verschillende spelletje met knikkers. Wat we vaak speelden was “kuiltje schieten” wat inhield dat je je knikkers (5 stuks) richting een kuiltje in de grond moest mikken. Degene die als eerste al zijn knikkers in het kuiltje kreeg was de winnaar en kreeg alle knikkers. Daarnaast speelden we ook ‘gokken’ hierbij stopte je een aantal knikkers in je vuist en moest je raden hoeveel knikkers je samen hebt. Had je het aantal goed dan mocht je de knikkers van je tegenstander hebben.
Grappig detail
Omdat mijn vader dierenarts was, werden bij de kalfjes de horens verwijderd omdat ze elkaar daar veel leed mee konden aanbrengen. (Gebeurt nu nog steeds alhoewel er ook boeren voor kiezen om dit niet te doen) Mijn vader bracht altijd een aantal horens mee naar huis die bij ons op school heel populair waren. Geen idee waarom, waarschijnlijk door schaarste! Die horens verruilden wij dan voor maar liefst 100 knikkers! Wat een bofkonten waren wij.
Ik ben wel benieuwd welk knikker spelletje jij vroeger speelde?
Korte geschiedenis
Wist je dat knikkeren misschien wel een van de oudste spelletjes is die er bestaan. Het is niet duidelijk waar en wanneer het knikkeren is ontstaan, maar door opgravingen weten we dat er al rond 2500 voor Christus gespeeld werd met knikkers. Zo hadden de Grieken en Romeinen al hun eigen knikkers. Waarschijnlijk hebben de Romeinen het spelletje ook in Europa geïntroduceerd. De allereerste knikkers waren gemaakt van steen, later werden ze van harder materiaal gemaakt zoals marmer. Sinds 1848 zijn onze knikkers van glas gemaakt.
Marble Mania
Knikkeren heeft de afgelopen tijd een absolute comeback gemaakt. Dit komt mede door het tv programma Marble Mania waarin bekende Nederlanders het tegen elkaar opnemen in allerlei verschillende spelletjes met knikkers.
Reacties 27
Heb weinig gespeeld met mijn knikkers want ik vond ze te mooi om te verspelen. Dat je dan ook nooit knikkers won dat boeide me weinig, was wel tevreden met het moois wat ik al had.
Ja, die grote knikkers noemden wij bonken. Tegen de gevel van het huis was een gleuf tussen de straattegel en het huis, hier mikten wij de knikkers in de pot. Een ander spelletje was passen. Dat deden wij op het gras, met z`n tweeën. De een gooide een knikker weg en de ander moest van dezelfde plaats de knikker zo dicht mogelijk bij die andere gooien, wanneer duim en wijsvinger van een hand beide knikkers raakte, waren won je de knikker. De mooie glazen knikkers noemden wij sterretjes. Meisjes droegen onderjurken, daar zat soms een zakje op waar we ook knikkers in deden.
Bij ons deden wij bijv. 5 knikker op een rijtje neer leggen en dan 5 tegels naar achteren en dan proberen met een knikker tegen deze 5 aan te gooien. Gooide je raak mocht je de knikkers houden.
Toen mijn opa in 1958 stierf was er door armoede geen geld voor een dure marmeren grafsteen. Veel mensen kozen toen voor en betonnen plaat. Die van mijn opa was versierd met een groot kruis van ingelegde knikkers.
Eenvoud is ook mooi. Het is een prachtidee, die ingelegde knikkers.
Ik heb vroeger heel veel geknikkerd met mijn achterbuurjongen in ons gangpad waar de schuurtjes stonden. Kuiltje graven in het zand en knikkeren maar! Mijn buurjongen was niet altijd even eerlijk met knikkeren als hij dreigde te verliezen. Als ik bijvoorbeeld de laatste knikker in het kuiltje probeerde te knikkeren dan zei hij: "poortje!" en dan ging hij voor het kuiltje staan en moest ik proberen de knikker tussen de smalle doorgang van zijn voeten te krijgen. En zo had hij meer trucjes achter de hand om mij te laten verliezen. Ondanks dit alles bleven we toch samen knikkeren. Ik heb nog steeds een zak knikkers in mijn schuur liggen uit mijn jeugd. Ik kan ze gewoon niet weg doen.
De populairste knikkerspelletjes bij ons op het schoolplein in Winterswijk (jaren 60) waren "najagertje", "muurtje tuten", "lijntje tuten", "kuiltje tuten". Ook met gewone knikkers mikken op een grote stuiter vanaf bepaalde afstand werd veel gedaan. De eigenaar van de grote knikker bepaalde de afstand vanaf waar gegooid moest worden. Dit hing af van hoe mooi de grote knikker was. Degene die de grote knikker had "gezet" mocht de knikkers houden die mis gingen, zodra de schutter raak mikte was de grote knikker voor hem/haar. Een variant hierop was "hoopje tuten": in plaats van een grote stuiter werd er een hoopje gemaakt van ik meen 4 of 5 knikkers (3 of 4 onder en 1 er boven op). Je had ook "presto's". Dat waren knikkers die je bij een afwasmiddel cadeau kreeg. Die zagen er anders uit, een beetje "gemarmerd". Maar die kon je niet gebruiken op school. Die waren "niks waard". Ook die kleine knikkertjes van klei ("pottenbakkertjes") waren uit den boze. O ja....je had ook nog kleine glazen knikkers, die noemden we "beukenootjes". Die waren de helft waard van een gewone knikker.
O ja...die grote glazen knikkers noemden we "boemels"......heeft even geduurd voordat ik me het weer herinnerde; leeftijd hè....
Ik had een goud handje won erg veel een omo ton wasmiddel vol met knikkers. 😊
Knikkeren was altijd leuk begin 1950. Iedereen was er mee bezig en je deed ze in een knikkerzakje . En dan moest je gooien op mooie glazen stuiters ook wel beukjes genoemd, En anderen stonden je aan te moedigen. Eigenlijk was je zo,n periode alleen maar daar mee bezig en alle mooie stuiters die je had gewonnen te bekijken en ze op te poetsen. De afstand van het mikken werd bepaald door de waarde van de glazen stuiters en dan in aantal stoeptegels wat precies werd uitgemeten. Ria Heuseveldt Versteeg
Wij speelde het zo vaak toen ik nog in Holland woonde rond 10 jaar. Met dienhele grote ook. Maar om eerlijk toezien kan ik me geen spelletje herinneren. Het enige wel had iets met de goot te maken. Misschien door andere mensen hiernlomtnweerniets naar boven maar kan niks tevoorschijn halen nu.
op de lagere school in epse werden de pauzes vaak verlengd ivb knikkeren. de kuiltjes waren verschillend. soms rolden de knikkers door en er weer uit en bij andere bleven ze liggen
Bij Schoolbank heb ik vroeger wat herinneringen aan mijn lagere schooltijd geplaatst. Helaas zijn die herinneringen bij een reorganisatie bij Schoolbank verdwenen. Heb vroeger veel gekikkerd. In het begin zelfs met kalken knikkers, die snel kapot gingen. Er was een pot en vanaf een bepaalde afstand moest je de knikkers in de pot zien te krijgen. Van tevoren werd het aantal in overleg bepaald. Wie de meeste knikkers in de pot had mocht beginnen met alle knikkers in de pot zien te rollen. Als je miste was de ander aan de beurt. Waren alle knikkers in de pot dan werd één knikker op een afstand van de pot gelegd en daar moest je met een andere knikker op mikken, Je mikte met een grotere knikker, die we BAM noemden. Je begon te mikken op de knikker. De ander stond achter de knikker waarop gemikt werd. Werd er gemist. Dan mocht de ander proberen de Bam in de pot te krijgen. Lukte dat, dan was hij aan de beurt om te mikken. Werd de knikker geraakt dan was de hele pot met knikkers voor de winnaar. Ik heb wel meegemaakt dat mijn vriend knikkerde met een aantal van 100 knikkers tegelijk. Hij won vaak. En had wel duizend knikkers. Hij heette Hans.
Knikkeren vond ik geweldig. Ik heb altijd mijn knikkerzak bewaard . Ik had die hele zak.met een paar werkknikkers die niet zo mooi waren bijelkaar geknikkerd of eigenlijk voornamelijk : gebamzaaid. Zo noemden we " gokken". Daar was ik heel goed in. Knikkeren in het potje tussen tegel en ons huis was leuk. Maar ik verloor dan vaker. De hele mooie knikkers bewaarde ik als een soort buit. Ze betekenden veel voor me. Ik kan me nog steeds het gevoel van de vinger herinneren.
de namen van knikkerspelletjes ken ik niet, maar wel leuk om te lezen. Volgens mij had ik een rode, stoffe knikkerzak met een koordje, waarmee je de zak kon dicht trekken. Jammer dat ik die niet bewaard heb. Pas zag ik een kist knikkers staan, die weggegooid zouden worden, en deze heb ik bewaard. Zulke mooie knikkers en bonken zaten erbij. Ook had ik toen voor een tafereeltje van een tovenaartje met boeken en 'n ganzanveer nog een glazen bol nodig en inderdaad zaten er knikkers en bonken bij die helemaal doorzichtig waren, of met een vage mooie kleur er door, dus die kon ik mooi hiervoor gebruiken.
Vroeger stonden er in de Waalhaven( rotterdam-charlois-wielewaal) treinen bij de onderzeeboot schuilplaats en uit die wagons haalden wij de kogellagers en daar gingen we mee "peunen": knikkers tegen de muur en met die grote lagers moest je die ertegen gooien: die wegspatten waren voor jouw! Hardstikke verboden natuurlijk maar wat een spektakel!
Naam: Arie van Veen. Geboren: 01-03-1942. Amsterdam. Knikkeren was voor mij tijdens mijn lagere schooltijd een telkens terugkerende plezierige bezigheid. De namen van de bijzondere knikkers: mexie (glas met een ster erin), looie daaie of looie det (metalen, zware bol), kalkedot (de goedkoopste). Je kon een mexie ruilen tegen 10 gewone knikkers. Meestal speelden wij, zoals inzender Yvonne van der Vlies, met een aantal knikkers in een gleuf tussen 2 straatstenen. Daarop moest je dan mikken. Als je één van het rijtje raakte kreeg je ze allemaal. Tijdens het speelkwartier verschenen er veel van zulke banen. Je koos dan de baan uit met de minste kek. Kek = hobbels, waardoor je knikker de verkeerde kant op ging.
Ik weet het eigenlijk niet meer. Ik weet nog wel dat ik rondliep met een zakje vol glazen knikkers en dat je dokken had. Ook schoten we in een gat. Maar de regels ben ik compleet vergeten. Ik vond het toen wel erg leuk en was trots als een pauw met mijn gewonnen knikkers.
Je had knikkeren "menens"en uit "gekkie" Bij menens was je de knikkers die je verloor kwijt en uit gekkie niet, dan kreeg je je inzet gewoon terug. Flauw en niet spannend, maar ik vond het wel oké, want ik verloor altijd bij de vleet. Ik knikkerde ooit met een buurmeisje en ik raakte zowat alles kwijt. Op een gegeven moment hield ik nog maar twee knikkers over, want zij had al mijn inzet gewonnen. Ik protesteerde, toen gaf ze me toch twee lelijke kale knikkers terug, je kon de originele kleur niet eens meer zien. Toen heb ik ook een hele tijd niet geknikkerd. Ik ben wat "winnen" betreft nooit een geluksvogel geweest. Ja, menens spelen was niet makkelijk. Een knikkergat hadden we niet, we zochten naar een stukje trottoir waar een tegel weg was, dat was dan de put. De winnaar mocht de knikkers dan pakken. Met een nieuw zakje spelen en dan verliezen was erg lastig, hoor, je was ze dan meteen alweer kwijt. Het was niet zo dat ik niet tegen mijn verlies kon, dat heeft me met spelletjes nooit geboeid. Ik vond het zo zonde van mijn knikkers...... In mijn tijd heetten grotere knikkers: kinkers. Die waren meer waard, geloof ik. Er lagen ook wel eens knikkers zo op straat. Oprapen, dan kon je daar weer mee spelen!!
Bij ons heetten de grote knikkers " lodders". En knikkeren is hetzelfde als gokken. Je moet weten, wanneer te stoppen voordat je alles verliest.
Tweede jeugd Het hele leven bestaat uit periodes en die moet je eigenlijk koesteren. Voor je het weet is een dergelijke tijd weer voorbij, maar als je jong bent dan kan alles niet snel genoeg gaan. Al begint het als baby zijnde nog rustig, maar als kleuter kijk je toch al verlangend uit naar de tijd van de jeugd. Ook op de tienertijd zat je met smart te wachten eindelijk 16 en tijd voor een brommer. Je had hem nog niet of de eerste rijles diende zich aan. Voor je het wist was je op je 21ste een jongvolwassene. Eindelijk tijd om eens rustig adem te halen zo dacht je. Plotseling was daar de prinses en voor je het wist lag je vanuit je twijfelaar in een tweepersoonsbed. Met alle gevolgen van dien, want niet veel later diende zich een klein prinsesje aan. Een aantal jaren later gevolgd door nog één en ook was daar nog een prinsje. Al nam die laatste het wel heel letterlijk op en dacht hij dat alle door hem uitgehaalde kattenkwaad, net als bij andere vorstenhuizen, geoorloofd waren. Maar de inmiddels gepromoveerde prinses tot koninginmoeder, maakte hier kortte metten mee. Eindelijk in rustig vaarwater. Natuurlijk niet, maar het gaat te ver on alles te benoemen. Dan zou het in de orde van een boek uitvallen en daar moet je echt de tijd voor hebben. Al was ik toen van middelbare leeftijd rust was er gelukkig nog niet, want er brak weer een nieuwe mooie periode aan. Al was er toen ook al woningnood de kinderen vonden toch een eigen plek. Het werd nog mooier toen er zeven kleinzonen en één kleindochter kwam. Inmiddels zijn de oudsten alweer volwassen en was voor mij daar de rust van de pensioengerechtigde leeftijd. Eindelijk tijd om te doen waar je zelf zin in hebt en dat werd bij mij wat kliederen met verf. Het stelde niet veel voor, maar het had me toch te pakken. Door het volgen van cursussen kon ik me toch iets ontwikkelen. Met als gevolg, dat ik er iedere dag wel mee bezig hou. Waarbij ik regelmatig gesupporterd word eerst was daar Jesse die regelmatig kwam kijken of ik het goed deed. Inmiddels is hij opgevolgd door Michiel (5). Wel hij was tevreden, “dat zijn knikkers opa,” constateerde hij in één oogopslag. Goed in onze tijd werden dit stuiters genoemd, maar tijden veranderen. Of toch niet? Buiten was het prachtig weer en het begon bij me te kriebelen. Een mooie gelegenheid om dit spel met Michiel buiten te gaan spelen. Als kind was ik vrij goed in knikkeren en bij mijn weten moest ik de knikkerzak, die mijn oma ooit voor me had gemaakt, nog hebben. Maar waar? Gelukkig was de mevrouw die hier in huis alles beheert, na haar koninklijke status, in haar hoedanigheid van hoofd magazijnen teruggekeerd. Weet jij misschien mijn knikkerzak? Zo wilde ik weten. Verbaasd en vol medelijden keek ze me aan en antwoorde, “ik weet wel een ouwe-zak.” Jammer natuurlijk, maar ik liet me niet uit het veld slaan. Ondanks deze tegenvaller kwam er toch een gelukzalig gevoel over me. Een paar dagen eerder had ik namelijk de neiging om deurtje te bellen. Mijn arm ging al omhoog, maar net op tijd kon ik hem terugtrekken in de wetenschap dat ik niet meer hard weg kon rennen. Toch kon dit maar één ding betekenen: ik ben in mijn tweede jeugd gearriveerd. Al hoor ik die snotneuzen hier in huis fluisteren, “hij begint kinds te worden.”
De spelletjes die we op het schoolplein deden bestond uit het in piramidevorm bouwen van een stapel knikkers die je vanaf een afstand moest zien te raken. Ik heb deze vorm van knikkeren later nooit meer terug gezien.
Puktoffel. 15 -03-2022 In 1948 knikkerde ik in Nederland met pottenbakkers, die waren van klei gemaakt en hadden allerlei kleuren, Er waren verschillende spelletjes. Daarna vertrokken naar toen nog Nederlands-Indië. Daar werd met glazen knikkers gespeeld. De mooiste waren de "blimbings", een glazen knikker met daarin een vorm van een stervrucht (sterfruit). Er waren hele andere spelregels en je schoot de knikkers met drie vingers - wijsvinger linker hand en middelvinger en duim van de rechter hand.
Heel wat afgeknikkerd,ook met die mooie grote gekleurde stuiters,,zelfs kon ik binnenshuis knikkeren want mijn vader had een rubberen knikkerputje gekocht, die goed bleef staan,
Knikkeren in een kuiltje met zelfgemaakte knikkers van klei (murpels)en met waterverf gekleurd,want je mocht geen glazen knikkers kopen,dus tegen iemand knikkeren die wel glazen had en proberen e winnen.
Veel geknikkerd vroeger. Ik had geen knikkerzak maar bewaarde ze in een oude washand. Ik had ze in 3 maten. Klein, middel, en groot. de grote noemde wij in Rotterdam een "Knar" Een Knar kon ingezet worden tegen meerdere middelmaten of kleintjes. Ook de kogels uit kogellagers konden ingezet worden bij het knikeren.
[…] Kuiltje schieten en ‘gokken’, welke knikker spelletjes speelde jij vroeger? […]