Dit verhaal is ingestuurd door SchoolBANK’er Michel.
“Op de Casimirschool waren we altijd op woensdagmiddag vrij. Wat we toen vaak deden was op de fiets naar Warnsveld toe, naar het Warnsveldse bos. Er stonden daar nog bunkers uit de Tweede Wereldoorlog die toen nog vrij toegankelijk waren”.
“Erg spannend allemaal en omdat je geen hand voor ogen zag, namen we vaak lucifers en kaarsen mee van huis. Ook poften we daar dan in de herfst vaak tamme kastanjes die we eerst in het bos hadden geplukt. Hiervoor moesten we dan eerst hoog in een boom klimmen om er beter bij te kunnen. Dat poffen gebeurde dan vervolgens in een leeg ijzeren sigarenblikje dat we in een vuurtje gooiden”.
“Bij het poffen was het de kunst om zonder brandwonden dat blikje open te krijgen en de gepofte kastanjes te kunnen bemachtigen. Je moest een beetje mazzel hebben met die kastanjes, of ze waren heel lekker of ze waren zwart verbrand”.
“In die tijd pikten we ook vaak appels in de villawijk van Warnsveld. En dan te bedenken dat mijn ouders zelf een levensmiddelenzaak met groente en fruit hadden. Het ging natuurlijk niet per se om die appels maar vooral om de spanning. Hierdoor smaakten die appels waarschijnlijk lekkerder dan de appels uit de winkel van mijn ouders”.
Wil jij zelf ook Kastanjes poffen? Wij hebben het recept!
- Voor het poffen gebruik je alleen tamme kastanjes.
- Haal ze uit hun stekelige schil en en kerf in de bovenkant met een scherp mes een groot kruis. Dit voorkomt dat ze ontploffen of onregelmatig gaar worden.
- Verwarm de oven voor op 200-220 graden.
- Leg de kastanjes op een bakplaat en bak ze ongeveer 10 à 15 minuten in de oven.
- Als ze mooi openspringen en de schil loslaat zijn ze klaar. Om ze nog lekkerder te maken doe je er een klontje boter en wat zout op. Pas wel op: wanneer ze net uit de oven komen zijn ze gloeiend heet.
Heb jij zelf nog leuke herfstrecepten? Deel ze hieronder in de reacties. Voor het volgende artikel klik je hier!