In mijn jeugdjaren werden paarden nog in een smederij beslagen. Nu hadden wij tegenover ons in een weiland aan de Oude Raadhuislaan in Rotterdam Noord 2 paarden lopen. Beide waren van de plaatselijke melkboer Stratemans. Deze paarden moesten natuurlijk regelmatig beslagen worden. Dat gebeurde in een smederij die vlak achter dat weiland lag: de smederij van Cossee. Direct achter de Hulpkerk. Daar werd de hele dag gewerkt aan ijzerwerk dat verhit werd op een vuur zodat het bewerkt kon worden.
Er werd met hamers op aanbeelden geslagen en gelast en gesmeed. Wij vonden dat als kinderen natuurlijk geweldig. De vonken sprongen vaak in het rond. Gratis vuurwerk! De heer Cossee was er niet happig op dat er kinderen kwamen kijken, maar zijn zoon Henk liet het vaak oogluikend toe. Die vertelde ons kinderen dan ook vaak wat er gebeurde en hij was, en dat mocht ook, heel erg trots op z’n werk.
Maar het mooiste voor ons was als de paarden van de melkboer werden beslagen. Daar kon ik ademloos lang naar kijken. Het paard werd in een box gezet. Dat ging niet altijd even makkelijk. Daar moesten af en toe een paar mensen aan te pas komen die een kap over het hoofd van het paard gooiden, zodat het paard geen schrikreacties meer zou vertonen. Vervolgens werd het beest goed vastgezet. Het smeedfeest kon beginnen. Het been van het paard werd vakkundig opgelicht, het oude hoefijzer werd verwijderd met een klauwhamer en de maat werd genomen. Als dat was vastgesteld ging de hoefsmid naar de muur waar een grote collectie hoefijzers hing. De juiste maat werd gekozen en die ging met een lang ijzer in de hoog opgestookte vuurzee, midden in de smederij.
Maar voordat het eigenlijke smeden begon, moest natuurlijk de voet die beslagen moest worden een grondige cosmetische behandeling ondergaan, Er werd gevijld aan het eelt, geschraapt aan de onderkant van de voet alsof het om een heuse paarden pedicure ging. Als het hoefijzer gloeiend heet was kwam voor mij het mooiste moment. Via een soort tang werd het gloeiende hoefijzer op de onderkant van de hoef van het paard geplaatst. Dat ging gepaard met een enorme rookontwikkeling, maar vooral met een indringende penetrante brandlucht die ik nooit zal vergeten. Ik vond het een heerlijke lucht.
Als het hoefijzer dan niet geheel paste, werd er nog driftig op het aanbeeld op los geslagen om de juiste vorm te krijgen. De combinatie van de brandlucht met het gehamer op het aanbeeld met dat hoefijzer is iets wat je als kind, maar ook nu als volwassene, nooit meer vergeet, Smederij Cossee in de Bergse Dorpsstraat in Rotterdam. Zijn er nog Schoolbanklezers die zich die nog herinneren?
Meer blogs:
Reacties 13
In het dorp Glimmen bij Groningen waar ik opgegroeid ben, was nog een hoefsmid die (trek)paarden besloeg. Hij verkocht ook carbid om tijdens oudjaar te gebruiken voor het deksel van een (Maggi)busje af te schieten want dat was het enige vuurwerk dat we hadden. Er tegenover was de werkplaats van de schoenlapper, want schoenen werden nog verzoold in plaats van weggegooid. Hij pruimde tabak en spuugde de pruim gewoon onder de werkbank die dan soms wel eens op een schoen terecht kwam. Als bijbaan was hij telegrambesteller en stapte met spoed op zijn fiets om een telegram te bezorgen wanneer dat dringend nodig was. Op die fiets zat bij de achteras een opstapstaafje omdat hij last had van zijn been en niet gewoon kon opstappen.
Mijn vader en opa waren hoefsmid tot aan midden jaren 60 daarna was het niet meer nodig omdat iedereen een auto had Maar het lopen van een paard in de straat was een bijzonder geluid. Nu nog zorg ik voor twee Friese paarden. Het zijn zulke bijzondere dieren. als ik bij de stal kom weten zij hoe het met je gaat kijk maar een naar de docu over het Friese paard
Ons peerdje liep zonder iezers. Maar ja, hij hoefde ook alleen maar over gras te lopen. Ik denk trouwens ook niet dat hij zich had laten beslaan. Dat was vast een bloedbad geworden.
Bij al deze berichten ben ik weer in de sfeer van de (oude) Kameleonboeken, van Hotze de Roos... Als ik op een oude ambachtenmarkt ben, of bij een ouderwetse smid, wil ik altijd blijven kijken.
We hadden bij ons in het dorp een hoefsmid ,die later bij de boer langs kwam om te beslaan. De melkrijder die [melk bussen] op haalde, moest dus zommers en winters op de weg. Er waren speciale winter hoef ijzers ,met daar in vierkante gaten waarin dan proppen pasten. Dit was dan veiliger voor het paard en wagen.
Ik woonde in Voorburg,dus geen dorp op het platteland, maar aan de overkant in onze straat was een hoefsmid,ik heb altijd met veel bewondering gekeken hoe het hoefijzer geplaatst werd.ik dacht altijd dat het erg pijnlijk was voor het paard.
dat weer ik nog goed. zat in Breda op de Ginneken weg waar ik ook woonden .Heeft er lang gezeten ook met een winkel Ben van : 47
Mijn opa was niet alleen hoef- en dorpssmid in Visvliet maar kon ook prachtig siersmeedwerk maken. Ik herinner me nog dat de paarden vastgezet werden en dat hij heel rustig het been van het paard op zijn leren schort legde, het oude hoefijzer verwijderde, de voet van het paard schoonmaakte, de juiste maat hoefijzer verwarmde en het hoefijzer plaatste. Hij was een echte paardenliefhebber, tekende levensechte paarden.
Zelf heb ik nooit een hoefsmid gezien, maar wel een "gewone" smid, wat me door het gebruik van aambeeld aan een hoefsmid doet denken en aan de boekenserie (de oude serie van ) de Kameleon. Vaker gehoord dat een hoef plaatsen en wat er bij komt, niet pijnlijk voor het paard was.
De hoefsmid was midden in ons dorp nabij de markt. We reden er met paard en wagen naar toe. Op de markt spande we het paard uit om de hoeven te laten bekappen. Het getuig bleef op de wagen liggen, dat kon in die tijd nog, de burrie werd omhoog gezet. Het paard werd in de hoefstal gezet. De oude hoefijzers werden eraf gehaald. Als de hoeven bekapt waren, werden en er nieuwe hoefijzers opgezet. De maat werd gemeten, daarna gingen ze in op het vuur. Met de hoefijzertang werden de hoefijzers op de hoef gebrand, zodat ze precies paste. Hierbij kwam een behoorlijk stank vrij. Uiteindelijk werden de nagels door de hoef geslagen. In de winter stond ons paard op scherp. D.w.z. dat er in de hoefijzer scherpe pennen werden gedraaid zodat het paard ook de "harde weg" kon lopen. Wij zelf woonden in die tijd aan een zandweg.
Bij fam Karsten voor de deur , paard ( ik dacht Meine een fries ) aan klimrek vast en beslagen door de smid
Ik ging elke dinsdag naar de beestenmarkt in Purmerend waar ook een smidse was ,waar de paarden van de boeren beslagen werden en daar kon ik uren naar kijken en ook ik vond de lucht die loskwam als het ijzer op de hoef werd gedrukt heerlijk. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer,het ijzer gaat nu koud op de hoef.
Mijn vader was hoefsmid in s 'Gravezande rond 1930.en in 1945 (toen ik ben geboren) in den Oever bij de zuderder zee werken.