Ga naar de inhoud

Die zijn te groot voor jou

Update:
HBS


Op weg naar school komt hij, lopend door de Gasthuisstraat, langs de HBS. De school staat tegen de stoep en heeft een langgerekte gevel met hoge ramen. Verschillende leerlingen van die HBS kent hij. Maar hij zit op de lagere school, in de vijfde klas. Zij zijn een stuk ouder. Hij kent sommige jongens van het Wilhelminaplein waar ze voetballen, van het steegje waar ze met messen ‘landjepik’ spelen. Heel soms mag hij meedoen met voetballen, als ze een keeper nodig hebben. Hij vind het geweldig: rondhangen bij die groten.

Hij moet opschieten. Om half twee begint de school weer. Het is warm en de hoge, grote ramen staan open. Er klinken stemmen, geroep, gelach. Hij is te klein om binnen te kijken, ook niet als je een sprong maakt. Beter een stukje teruglopen en een aanloop nemen. Met een sprongetje zet hij de linkervoet op het natuursteen randje in de muur en pakt dan de vensterbank. Hij trekt zich omhoog en hangt op zijn buik half binnen. In het klaslokaal zitten de grote jongens. Hij herkent Schellekens en Van Laarhoven van het plein. Er is geen leraar. Voor hij er erg in heeft trekken ze hem naar binnen. Ze houden hem vast. Stoelen en banken worden tegen de grote hoge kast achterin de klas geschoven. De jongens klimmen er op en duwen hem boven hun hoofden boven op de kast. Daar zit hij dan. Beneden wordt er gelachen. Banken en stoelen worden recht geschoven. Iedereen zit weer op zijn plaatst. Zijn hoofd raakt bijna het plafond. Hij durft niet te bewegen, bang om naar beneden te vallen.

Dan gaat de deur open en het wordt het stil in de klas. Een leraar komt binnen. Hij kent die leraar. Het is de directeur meneer Reijnen, een brede rijzige gestalte met een grote donkere bril. Het is de achterbuurman. Zal hij hem herkennen?
Meneer Reijnen gaat achter de lessenaar zitten, legt wat boeken op een stapeltje. Dan kijkt hij de klas in en vervolgens naar boven.  Even kijken ze elkaar aan. Wat gaat er gebeuren? De directeur pakt een map en noemt de namen van de jongens in de klas. Steeds hoort hij: Present meneer! Hij schrikt als een bassende stem zijn naam noemt. Heel dapper zegt hij: “Present meneer!”

Meneer Reijnen staat op en wandelt tussen de banken naar achteren.  Hij staat nu tegen zijn voetzolen te kijken. Dan zegt hij: “Zozo, jongeman. Kom maar naar beneden. Jij bent te klein voor onze Hogere Burger School. Ga jij maar weer naar de lagere.”

De klas lacht. Hij snapt de grap niet.

“Laat je maar vallen, ik vang je wel op.”
Hij laat zich naar beneden glijden. Meneer Reijnen houdt hem vast. Even buik tegen buik. Hij kan de neusharen van de achterbuurman zien.
Hij rent door de gang, de speelplaats over. Hij komt te laat en moet voor straf nablijven.
Thuis vertelt hij het verhaal tegen moeder. Die moet er hartelijk om lachen.
“Jij bent me d’r eentje,” zegt ze. “Die jongens zijn ook veel te groot voor jou.”

Overigens:
Ruim dertig jaren na dit verhaal klimmen er op 29 januari 1989 weer kinderen binnen in diezelfde HBS. Ze maken een vuurtje. Het hele gebouw brandt af. De Waterstaatkerk op de achtergrond is in 1917 afgebrand. Nu staat er de St. Laurentiuskoepelkerk.

 

Herinner jij je de HBS nog? Hoe keek je naar die HBS’ers als kind van de lagere school?

 

* Foto via: www.regionaalarchief/tilburg

categorieën: Op school