Pak jullie jassen en je tas, alle kinderen twee-aan-twee in de rij, geef elkaar maar een hand, dan lopen we nu naar het gymlokaal. Kun je je dat nog herinneren? Het is tijd voor: schoolgym!
Gymtas mee
Op mijn lagere school stond er eens in de week gymles op het programma. Het was maar goed dat mijn ouders eraan dachten, anders was ik vast heel vaak zonder gymtas op school gekomen. Wat zat er in die tas? Een gympakje natuurlijk, zo’n blauw pakje van ongelofelijk nylon, dat al knetterde van statische elektriciteit als ik het uit de tas trok. De jongens mochten in een sportbroekje en een hemd of wit t-shirt gymmen. Iedereen had speciale canvas gymschoentjes met een breed stuk elastiek over de wreef. Andere schoenen niet toegestaan, want die maakten lelijke zwarte strepen op de gymvloer!
Juf heeft wel een gympakje voor je
Was je toch je gymspullen vergeten? Dan viste de juf of meester een pakje uit de mand met vergeten kleren. Kon het zomaar gebeuren dat je in een veel te groot, slobberig gympak de les in moest, of in een veel te krap broekje. Het rook ook een beetje muf, want het zat al maanden in die mand. Zat er echt niks voor je tussen? Dan mocht je wel in je hemdje en broekje gymmen, op je sokken. “Pas je op dat je niet uitglijdt?”
Snel omkleden, dan gaan we beginnen
Ging de deur van de gymzaal open, dan rende iedereen naar binnen voor de beste plekjes in de kleedkamer: achterin, om de hoek, zodat je niet gezien kon worden als de deur misschien open zou waaien. Want stel je voor dat iemand je in je onderbroek zou kunnen zien!
Zo snel mogelijk omkleden, want dan mocht je de juf of meester helpen met het klaarzetten van de spullen. Uit het materiaalhok sleepten we de grote matten de zaal in. Oef, zwaar! De bankjes moesten aan de kant staan, daar moest je op zitten om te wachten wat er ging gebeuren – en soms moest iemand er zitten die iets stouts had gedaan, of zich had bezeerd. Het paard en de kast stonden gelukkig op wieltjes, die rolden makkelijker naar binnen. Met een grote metalen sleutel zette de leraar ‘m vast op z’n plek.
Dan mag zij wel bij ons, zucht
Gingen we volleyballen of zaalhockey spelen? Dan moesten er groepjes gekozen worden. Twee kinderen mochten beginnen: degene die pas jarig was geweest en de gelukkige die bijna jarig was. Om de beurt kozen ze iemand van de bank voor hun team. Wat een rotgevoel als je als laatste gekozen werd, en dus nog in je eentje op de bank zat terwijl je vrienden allemaal al lekker in een groepje zaten…
Kun je je dat nog herinneren? Werd jij als eerste gekozen bij gym of zat je ook bij de laatste op de bank?
Alle haasjes omgevallen
Eens in de maand gingen we turnen. Halsbrekende capriolen, een salto over de kast met de trampoline ervoor en een zachte mat erachter, of een kikkersprong over de bok. Haasje over, ook leuk: in een lange rij gebogen staan en zo hopten we over elkaar heen. Maar dan moest iedereen wel goed zo’n hoofd in houden, anders knikkerde zo’n hele rij kinderen zo omver – je been bleef haken achter de staartjes van het meisje waar je overheen sprong, dan kletterde je op tegen de volgende klasgenoot die gebogen stond en zo ging het helemaal mis…
Trefbal met een blauwe plek
Had iedereen goed geluisterd? Was de gymles ietsje eerder afgelopen dan gepland? Dan gingen we als beloning nog een kwartiertje trefbal spelen. Twee teams, twee velden, en wie werd geraakt door de bal was af! Kinderen met een bril mochten die even aan de kant op de bankjes leggen, voor het geval dát. Niet voor niks, want in mijn klas zaten twee jongens die fanatiek gooiden. Als zij je raakten, had je niet alleen een strafpunt maar met een beetje pech ook een grote blauwe plek.
Alles uit het hok en krijsen maar!
Was de meester jarig? Of was het de laatste les voor de vakantie? Dan wisten we het al: apenkooien! Alles uit het materiaalhok stond in de gymzaal, de touwen en de ringen bungelden naar beneden, de grote mat was uitgerold en overal op de grond lagen hoepels. Het was een soort tikkertje met verlos, maar de exacte regels weet ik niet meer precies. Volgens mij renden we allemaal krijsend van opwinding door de gymzaal – en dat een vol uur lang. Weet jij de spelregels van apenkooien nog?
Wat vond jij vroeger van de gymles? Vergat jij vaak je gymtas of kreeg je wel eens een briefje van huis mee dat je niet mee hoefde te gymmen?
Deel je herinneringen hier!
Door: SchoolBANK redacteur Sabina
Reacties 35
Allerlei variëteiten van de gymles meegemaakt. Ik ging in 1961 naar de lagere school en de eerste drie klassen was er alleen buitengym op een braakliggend terreintje als het weer het toeliet. Toen ik in de vierde zat werd er een klein gymzaaltje geopend, je moest op blote voeten gymmen en er werd streng op toegezien dat je voeten gewassen waren, anders terug naar de klas. Ik had nogal een slechte motoriek en het was nooit een succes. Middelbare school: toen wel gewoon gym in een zaal, of buitengym afhankelijk van het weer, het lag er erg aan welke docent je had. Eentje gaf me een aangepast programma zodat ik bijvoorbeeld een beetje met een bal op een ongebruikt veldje kon oefenen en niet aan de voor mij te hoog gegrepen oefeningen mee hoefde te doen. Ik vond dat wel fijn, want anders was ook ik een van diegenen die bij elk partijtje als laatste gekozen werd. Een andere leraar zat tegen zijn pensioen en liet het allemaal maar een beetje op zijn beloop. Hij liet de leerlingen meestal maar wat hockeyen of een soort trefbal doen en toen hij ontdekte dat ik in mijn vrije tijd Spaans aan het leren was, ging het daar vaak aan de rand van het veld over, want die taal was ook zijn hobby. De sociale academie was in 1973 inderdaad "sociaal" en daar kreeg ik nog het meeste individuele aandacht, in samenspraak soms met de psychologie-docent, dat was de eerste keer dat ik er echt iets aan had. Saillant detail was wel dat dit de eerste keer was dat ik gym had samen met de meisjes (lagere school was een jongensschool, op de middelbare school combineerden ze telkens twee klassen tot een jongens- en een meisjesgroep voor de gym). Ik vond het wel een rare ervaring, zeker omdat we met de meisjes ook nog eens de kleedruimte moesten delen, en - geheel in de geest van de flowerpower-tijd - de douchehokjes meestal gewoon open bleven staan :) Het voordeel bleek overigens snel te zijn dat je dan dat haantjes-gedrag niet had en dat er juist onder de meisjes enkelen waren met een achtergrond als fysiotherapeute. Sinds die tijd ben ik altijd wel gemotiveerd gebleven om toch wat aan lichaamsbeweging te doen!
Wij kregen de laatste les “reis om de wereld” : alle toestellen en de touwen, wandrekken, enz. werden klaar gezet. Je moest dan overal langs in de lucht, dus zonder de vloer te raken. Vonden we allemaal erg leuk.
We hadden geen gymzaal tot ik in de vierde of vijfde klas zat, op onze lagere school. Als het weer meezat kregen we soms "tegelgym" op het schoolplein, beetje rennen en spelen op het plein onder leiding van de juf. Pas later kregen we op school een echte leerkracht voor gym. Ik zat wel op een gymclub, die was in de dichtbij liggende huishoudschool, het LHNO, waar wel een gymzaal was.
Wij deden het zelfde in Voorburg. Alle installaties mochten gebruikt worden.
In mijn schooltijd (50-er jaren) heette dit "reis rond de wereld"
Mijn vader ‘meneer Moïze’ was gymleraar op de Cornelis Vrijschool in Amsterdam (±1950-1966) en later op het Montessori-lyceum (1966-1976). Op de Vrijschool heette zijn les aan het eind van het semester niet ‘Apenkooien’ maar ‘Reis naar Zwitserland’. Alle mogelijke attributen werden dan ingezet: matten, wandrekken, touwen, ringen, hoepels, bokken en paarden. Voor zover ik mij herinner was het de ene keer de bedoeling om zoveel mogelijk circuits af te leggen in je eigen tempo en een volgende keer was er sprake van een vorm van ‘tikkertje met buut’. De vrijschool had een prachtig schoolplein aan de andere kant van de ‘van de Veldestraat’, een ommuurd speelplein van ±35x35mtr. Een gemetselde muur met prachtige gietijzeren hekken en schuine randjes waar je met een bal eindeloos op kon mikken. Degene wiens bal het vaakst terugstuiterde in de handen, die won. Of knikkeren in de richeltjes tussen de grote vierkante stoeptegels. Touwtjespringen, elastieken, voetballen. Ieder spel had z’n eigen seizoen. Als het weer mooi was dan werd de gymles op het schoolplein gegeven, meestal was dat dan ‘slagbal’, een lagere-school versie van softbal. Je had ronde en platte slaghouten en voor diegene wiens oog-handcoördinatie wellicht iets minder uit de verf kwam, was er een paaltje met flexibel bovenstuk waar de bal op gelegd mocht worden. Zelfs op de middelbare school zette mijn vader dit middel soms nog weleens in, om iedereen de mogelijkheid te bieden om aan het spel mee te kunnen doen. Een hele enkele keer werd de gymles verplaatst naar het Vondelpark, meestal voor activiteiten zoals hardlopen en atletiek in het algemeen. We mochten blij zijn dat de Vrijschool een eigen gymzaal hadden, want er waren ook scholen die dat niet hadden. Ook het montessori-lyceum had een eigen gymzaal(tje). Nog vóórdat ik mijn vader volge van de Vrijschool, kwam ik al vaak op het AML om hem z’n lunch te brengen. Ook met schaatsen op Ankeveen en het voorbereiden van de sportdag in het Amsterdamse Bos hielp ik mee. Dan gingen we de dag ervoor naar de ‘keet’ in het bos om alle diverse velden voor de sportdag uit te zetten. Meestal waren er leerlingen uit de bovenbouw die dan meehielpen, maar alleen m’n vader en ik sliepen in de keet. Dan stonden we om 5 uur op, aten eieren met spek op brood en warme chocolade melk, temidden van de konijnen. Door de invoering van de ‘Mammoetwet’ veranderden veel middelbare scholen. De oude indeling van HBS A/B, Gymnasium A/B en MMS ging op de schop (natuurlijk nog afgezien van de vele veranderingen qua leerstof en methodiek). Daarvoor in de plaats kwamen Atheneum A/B, Gymnasium A/B en HAVO. Het betekende ook een gigantische toename van het leerlingenaantal: van ruim 300 leerlingen naar ruim 500 in de beginfase. Het AML was bijzonder populair in Amsterdam en leerlingen melden zich van heinde en ver aan. Er waren toen al ‘noodgebouwen’ in Buitenveldert (tegenover het Gelderlandplein wat in die tijd werd aangelegd). Die zijn pas opgeheven toen het AML ruilde van gebouw met het Ignatius-college aan de Hobbemakade. Er waren zoveel leerlingen bijgekomen, dat er 4 gymleraren waren aangesteld: Wim Moïze, juffrouw Otten, Francis van ’t Hoofd en Loes Esmeijer. Door de grote toename van leerlingen in de 70-er jaren werd duidelijk dat het gymzaaltje in de Anthony van Dijkstraat veel te klein werd om alle lessen te kunnen doen. Dat was daarvoor ook al een beetje, maar het ruimtetekort werd steeds nijpender. Steeds vaker werden de gymlessen gegeven in andere locaties, zoals de ‘oude Rai’ (waar tegenwoordig het Okura-hotel staat), de Apollohal, de gymzaal van de Montessori kleuterschool aan dezelfde straat als het AML en de gymzaal bovenin de scholengemeenschap aan de Gerrit van de Veenstraat. Bij mooi weer werd er gesport op de velden aan de Boelelaan. Er werden niet alleen jaarlijks sportdagen georganiseerd in het Amsterdamse Bos, er waren ieder jaar ook altijd twee Inter Montessorialen (IM). Eén voor de onderbouw en één voor de bovenbouw die dan meerdere dagen duurde. De IM werd bij toerbeurt georganiseerd, er werden zaalsporten georganiseerd (o.a. volleybal, basketbal, handbal, zaalvoetbal) maar ook veldsporten zoals voetbal, hockey, softbal, honkbal en atletiek. Daarnaast zwemmen en denksporten zoals schaken en dammen. Het is uitermate jammer dat het belang van de interactie tussen de cognitieve- en lichamelijke ontwikkeling (nog steeds) zwaar wordt onderschat. Dat gaat zelfs zo ver, dat schoolbesturen de onbegrijpelijke beslissing nemen om gymlessen en muzieklessen te schrappen. Uitgerekend de twee vakken die het meest kunnen bijdragen aan de cognitieve ontwikkeling en nog het meest die van de taalontwikkeling. Taal en muziek hebben meer gemeen dan de meeste mensen zich realiseren. Aspecten als cadans, ritme, intonatie, frasering, volume, accenten, ‘spelling’, melodie, rust, emotie, herhaling, harmonie, toonsoort en tempo, spelen zowel bij het spreken als bij het muziek maken een grote rol. De grootste en belangrijkste drijfveer voor de verdere ontwikkeling is het actief bezig zijn met luisteren, nadoen en 'beantwoorden'. Letters en woorden vorm je vanuit je (cognitieve) geheugen en vragen om ontwikkeling en beheersing van de fijne motoriek. Voor dit laatste aspect zijn bewegen en de ontwikkeling van proprioceptie onontbeerlijk, zoniet dé voornaamste voorwaarden. Bewegen beïnvloedt op positieve wijze de proprioceptie: het vermogen van een organisme om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen in de fysieke ruimte. Binnen de taalontwikkeling is het met name voor het schrijven van groot belang om de ‘beweging’ van het schrijven te voelen, te ervaren en te herkennen, steeds weer opnieuw. Herhaling is dan ook een belangrijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de proprioceptie. Kinderen die moeite hebben met gymnastiek en sport, kunnen problemen ondervinden met het ontwikkelen van het schrijven. Met name voor die kinderen is bewegen en muziek nóg crucialer dan voor het gemiddelde kind. Voor het aanleren en ontwikkelen van iedere (nieuwe) vaardigheid is het van cruciaal belang dat de ‘leerling’ (van welke leeftijd of in welke levensfase dan ook) plezier beleeft aan het leren. Motivatie is een veel grotere en veel belangrijkere drijfveer dan welke ‘methodiek’ dan ook. Een goede leraar is zijn/haar gewicht in goud waard. Een leraar die weet te appelleren aan de interesse, nieuwsgierigheid, leergierigheid en motivatie van de leerling, zal per definitie positievere resultaten boeken dan welke saaie leraar dan ook die alleen maar in staat is om zich dogmatisch bezig te houden met het stampen van kennis. Er is niks mooier en fascinerender dan een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van de vaardigheden van kinderen op welk gebied dan ook. Iedereen die een nieuwe vaardigheid onder de knie probeert te krijgen, wordt het meest gemotiveerd op het moment dat hij/zij ervaart dat ze die nieuw verworven vaardigheden ook daadwerkelijk in de praktijk kan toepassen. Dat gaat met vallen en opstaan, maar het gevoel dat je de materie gaat beheersen en kan toepassen, is de grootst mogelijke motivatie om dóór te gaan en de vaardigheid verder te ontwikkelen. Daarvoor zijn een motiverende leraar in combinatie met veel bewegen en muziek cruciaal. Het is hoopvol dat de realisatie van het belang van bewegen en muziek doordringt in het onderwijs en dat er stemmen opgaan om weer te investeren in gymlessen en muziek door het subsidiëren van leerkrachten die gym als 2e vak zouden willen aanleren. Hopelijk lukt het met die maatregel om weer meer vakdocenten aan te stellen in het basisonderwijs.
Ik had alleen oog voor de gymleraar, ik was stapel verliefd op hem. Gymen zelf vond ik nooit zo leuk......
ik hoefde nooit mee te doen met gim
Apenkooien.........altijd feest! Alle toestellen en (lange) matten de zaal in en zoveel mogelijk routes creëren om vluchters een kans te geven. Verstopplekken bedenken om niet getikt te kunnen worden. Alle leerlingen, die tikker wilden zijn, kregen één minuut de tijd om zoveel mogelijk kinderen te tikken. Was je af, dan moest je even bij de meester komen staan. Bij de volgende tikker weer snel de zaal in om een geschikte startplek te verwerven. Heel lang heb ik dit spel op de Piersonschool en de Woltjerschool in Rotterdam mogen spelen, altijd de laatste les voor de wat grotere vakanties. Nadelig effect voor mij: Gehoorverlies!! Maar verder alleen maar leuk, leuk, leuk!!
De gymles was mijn favoriete les. Ik vond alles leuk en was er ook goed in. In de 4e, 5e en 6e klas had ik een 10 voor gym op mijn rapport. De laatste les werden alle spullen uit de kast gehaald en het heette bij ons reis om de wereld je moest een heel traject afleggen zonder de grond te raken. Wat waren die lessen altijd leuk mijn lagere schooltijd was van 1954 tot 1960 een pracht tijd
Apenkooi was heel leuk. Alleen ben ik van bovenaan het wandrek naar beneden gevallen. Ik had mijn elleboog verbrijzeld een deel gebroken en ook nog uit de kom. Dat is het enige wat ik me ervan herinner😕😊
Apenkooien deden wij op de toenmalige ULO wel vaker dan eens per jaar. En ik vond het alleen maar prachtig! Onze gymleraar stelde duo's samen en zo'n duo moest dan in een razend tempo over alle toestellen heen. De totaaltijd werd van ieder tweetal geklokt door hem. Vaak werd ik gelinkt aan een meisje dat was bezeten van sport en later gymnastieklerares wilde worden. En meestal moesten/mochten wij als eerste van start en zetten wij samen een snelle tijd neer. De gymnastieklerares in spé ging altijd voorop en ik daar dan als de wiedeweerga achteraan. Eitje zeggen ze nu. Een fijne man was de leraar allesbehalve want niet iedereen was even soepel. En dan was je het haasje bij hem: dan moest je het ontgelden. Maar aan dat apenkooien heb ik alleen maar goede herinneringen.
Apenkooi was Mn favoriet maar kon nooit in die touwen omhoog klimmen. Kippekrachtjes had ik , 🥴heb ze nog
leuk, ik "gaf" zo'n gymles.... (sinds 1956 al, als CALO-student)...de traditie van " de laatste les voor de vakantie mogen de leerlingen zelf kiezen" hanteer ik nog steeds. alleen wordt het dan floorballen.
Wat is Floorballen precies Nico?
Apenkooien..., ja ik weet het nog. School met de B ijbel in Koudekerk aan de Rijn.Spelregels weet ik helaas niet meer, je moest geraakt worden door een bal denk ik.Het is ook al 60 jaar geleden dat ik op die school zat.Hand in hand, twee aan twee, op weg naar de gymles.
Wat ben ik dan oud. Apenkooien deden mijn kinderen op school. Wij (ik ben van 1940) kregen: de ringen ( wel een vogelnesten maken), bokspringen, hangen aan het wandrek etc.
Ja, ik heb dat ook gedaan. Het ging altijd goed totdat op een keer, ik Van de appenkooien naar het touw sprong en ik het touw niet pakte. Het gevolg was dat ik in het ziekenhuis ontwaakte en Daar 3 maanden was. Ik had namelijk mijn rechte elleboog verbrijseld. Verschillende operaties en uiteindelijk kreeg ik “plastic” in mijn elleboog.Behoorlijk wat maanden therapy. Ik kan mijn arm wel gebruiken, Maar kan niets te zwaar oppakken, en kan mijn elleboog tot 45 graad buigen, niet verder.
Ja dat kan ik mij nog heel goed herinneren. Meestal met wat ik ook deed, belandde ik op de EHBO. Had een radslag op de kast gemaakt en nam ik de bovenste gedeelte mee ipv loslaten. Of touw slingeren...en met de schouder tegen de vensterbank, dus weer naar de EHBO haha. Ja de grootste kluns was ik...
In de klas was ik niet super populair maar met apekooien was ik de beste van de meisjes en de jongens. Ik was de enige in de klas die in de touwen helemaal tot boven kwam en dan ook nog (veilig) zijwaarts kon verplaatsen. De leerkracht (de arme ziel) zag het met angst en beven. Ik genoot. Eindelijk iets waarmee ik iedereen kon aftroeven. Bewust van mijn eigen kunnen ging het gelukkig altijd goed. Zelfs nu (na 50 jr) ben ik overtuigd dat ik nogsteeds helemaal naar de top kan komen. Heerlijke herinnering.
Gym les! Ik kwam van Indonesia in 1957 of zo en had in mijn eerste klas HBS gymnastie les.. Ik had nog nooit een zal met zoveel ringen, touwen, ladders enz. gezien in mijn leven. Heel indrukwekkend voor mij en ik deed mijn best na te apen wat die andere leerlingen deden. De ringen was gewoon gevaarlijk voor mij te doen want ik kon er niks van en was in de weg van mijn buurvrouwen die netjes de oefening uitvoerden. Ik kan me niet herinneren of ik van de ringen verlost was. Maar ik weet zeker dat ik nooit m meer aan de ringen hing!
Apenkooien. De bedoeling was tikkertje maar je mocht niet op de grond komende
De gymles...mijn favoriete les!! Wat genoot ik ervan! Voiral de toestellen, zo fijn!! Dat ik later turntrainster en zwemjuf zou worden wist ik nog niet. Maar al jong droomde ik ervan. Helaas heeft deze cariëre te kort geduurd ivm gezondheid. Tijdens de apekool zat ik bijna de hele les boven in de touwen want bijna niemand kon daar komen haha!!
antwoord op SchoolBANK redactie 28 februari 2020 om 10:31 AM Wat is Floorballen precies Nico? het mooiste/duidelijkste beeld krijg je door even op youtube te zoeken. het wordt ook wel unihockey genoemd. veel fijner om te spelen dan zaalhockey want je stick is lichter, makkelijker hanteerbaar en je mag met beide kanten slaan. hoewel dat laatste wat minder zwaar telt omdat je de kromming van de lepel kan veranderen door hem te buigen (met warmte). de bal is ook veel lichter dan bij gewoon hockey. mede daardoor zijn er minder blessures door aanraking met de bal en de stick. kom een keer meedoen: wij spelen in Culemborg met de skiclub (met "amateurs" dus) op donderdagavond tot Pasen, als uitloop van de skitraining. ik speel zelf regelmatig bij de echte floorballclub Heroes in Houten. tot ziens.
in dienst speelden wij ook trefbal met een medicinball. afweren mocht je alleen met het hoofd.
Aan het eind van het schooljaar kregen we apekooi. Schitterend vond ik dat.Je moest van hindernis naar hindernis springen en mocht de vloer niet aanraken, dan was je af.
Leuk verhaal, in mijn tijd heette dat ook Reis om de wereld (DenHaag), weet niet meer of dat 1 keer of meerdere keren per jaar was. Trefbal werd vaak de les mee afgesloten.
Het apenspel noemden wij het in de jaren 50 in Amsterdam-oost. Inderdaad in de laatste les voor een vakantie. Mijn vader vertelde dat hij het ook al speelde in de jaren 20. Ik hield niet van gym, was angstig en verlegen, vooral bij balspelen. Werd ook meestal als laatste gekozen door de partij die mij dan maar voor spek en bonen mee liet doen. Schoorvoetend naar de groep, een afgang. Maar ik kon touw klimmen als de beste. Dat kwam in het apenspel goed van pas, ik was er dol op. Jammer dat het zo weinig gebeurde. Vraag mij altijd nog af hoe het komt dat slechte gymmers de touwen goed inkomen terwijl de goede er nooit iets van terecht brengen. Toch nog enige gerechtigheid.
zooooooooooooooooooooo herkenbaar, was mijn favoriete onderdeel. denk er nog wel eens aan terug en ik word 64!!!
Apekooi werd altijd de laatste gymles van het schooljaar gegeven en af en toe ook tussendoor. Dat was altijd de leukste gymles
Apenkooi was echt het enige wat ik leuk vond op gym van de lagere school. Tot en met de 4 de klas, daarna ging ik naar een andere school waar ik het heel fijn vond We hadden een strenge juf in de eerste 4 jaar en daar begonnen met grond oefeningen. Verschrikkelijk! Altijd pijn. Ik had iets aan mijn spieren aangeboren wat ik toen niet wist. Daarna rennen en springen, ook niet leuk, ik plaste dan een beetje in mijn broek en daar schaamde ik mij verschrikkelijk voor. Met de apenkooi had ik alles zelf in de hand, dus, leuk! Op de andere scholen, ook altijd leuk!
alles met n bal,de rest vond ik geen kloten aan
Op de lagere school zat ik van 1960-1966, daarna ging ik naar de ULO. Op beide scholen hadden we altijd 1 uur in de week gym. Op de lagere school was dit altijd in de gymzaal...op de ULO hadden we vaak buiten gym op een grasveld dat naast het plein lag. Buiten werden meestal balspellen gespeeld, de meisjes moesten meestal softballen, de jongens gewoon honkbal. Was het slecht weer en we moesten binnen gymen, moesten we op de ULO meestal volleyballen of handballen. Van de lagere school herinner ik me alleen dat we bijv. de banken omgekeerd neerlegden en dan had je een soort evenwichtsbalk die tussen de poten bevestigd was. Daar moesten we over lopen en dat was best een lang stuk als je weinig evenwichtsgevoel had zoals ik. Verder hingen er touwen, ringen en een wandrek. Meestal werd alles wel een keer gebruikt tijdens het gymuur. Soms was er trefbal en daar had ik een enorme hekel aan! Ik kreeg namelijk heel snel blauwe plekken en deed er alles aan om de bal te ontwijken, met als resultaat dat ik vaak als enige overbleef en dan de hele klas tegen me kreeg. Ik wist dat ik beter als eerste me kon laten raken om maar snel geen risico te lopen bont en blauw te worden. Toch probeerde ik de bal automatisch te ontwijken. Ik kan het nog steeds niet begrijpen waarom je dat dan doet...
Voor mij was gym een gelegaliseerde vorm van kindermishandeling.
ik ben bij de gymclub van de ringen gevallen.Ik ging daar iedere vrijdag heen heb er een angst aan over gehouden