Naar mijn idee was ik als kind na schooltijd bijna altijd buiten. Binnen spelen deed je alleen als het donker was, of als het hard regende. Hoeveel kinderen zie je tegenwoordig nog op straat spelen? Voor www.langerthuisinhuis.nl schreef ik, Pieter, een aantal columns over mijn jeugd in Rotterdam in de jaren 50 en 60. Die gaan nogal eens over heerlijk buiten spelen. Een kleine greep daaruit, speciaal voor SchoolBANKlezers.
Vliegeren, knikkeren, elastieken twist, jojoën, hoelahoep, heggetje, Karel I, centje gooien, voor l… nee, laat ik het netjes houden, voor gek lopertje, voetballen, pijlebuissie… En zo kan ik nog wel even doorgaan. Het aantal spelletjes dat we op straat speelden was eindeloos.
Elastieken twist vond ik eigenlijk meer iets voor meisjes. Als ik zag hoe elegant zij de sprongetjes maakten, dan was ik daar maar een stijve hark bij. Toch wilde ik wel meedoen. Het fijne ervan was dat je het binnen kon oefenen, zelfs alleen. Je vroeg een stuk wit elastiek aan je moeder, bond de einden aan elkaar en spande het elastiek om 2 poten van 2 stoelen. Die zette je zover uit elkaar dat het elastiek goed gespannen stond. En dan maar figuren maken, draaien, springen en weet ik wat al niet meer. Als ik dat die meiden zag doen, leek het heel simpel. Maar zelf had ik binnen de kortste keren het elastiek vast om mijn enkels, zodat ik geen kant meer uit kon. De rek was er snel uit bij mij…
Voor gek lopertje deden we bij het pishokkie. (Sorry, zo noemden Rotterdammers dat nu eenmaal.) Dat was een betonnen huisje met 2 urinoirs. Je liep met z’n allen rondjes omheen, maar je moest stokstijf stilstaan als degene die hem was je kon zien. Want als je bewegend gezien werd, was je af. Ik hield dat spel nooit zo lang vol; de stank was er niet om te harden.
En dan pijlebuissie! Je regelde ergens een stukje elektriciteitsbuis en haalde een paar oude kranten of bladen. Van dat papier maakte je mooie rechthoekige strookjes, die je om je wijsvinger tot een mooie pijl draaide. Daar was een bepaalde techniek voor nodig van trekken en tegelijk draaien. De punt zette je – in je mond – vast met een beetje spuug. En dan maar rennen en schieten. Doelen genoeg: passerende auto’s of fietsers, vogels, hoge schoorstenen, paaltjes, enz. Of we speelden oorlogje, met 2 partijen die elkaar moesten raken. Maar je mocht niet op iemands gezicht mikken!
Buiten spelen, je kreeg er nooit genoeg van. Wat was het een feest als je in het voorjaar voor het eerst ’s avonds na het eten nog even naar buiten mocht! Alles zag er dan anders uit en het rook ook zo apart. Je was buiten tot het donker werd en je moeder je riep. Wat jammer dat er toen nog geen zomertijd was!
Herrie maken
Beweging had je genoeg. Bewegend leren op school, scheuren op je autoped, op je fiets of op de kar die je samen met een vriendje gemaakt had van een afgedankt kinderwagenonderstel. Nee, wij noemden dat geen zeepkist, het was gewoon een “kar”.
Als het even kon, maakte je herrie als je je verplaatste. Ik heb tientallen kleppers gemaakt om mijn fiets op een brommer te laten lijken. Het begon met een stukje karton en een wasknijper. Die klemde je op de stang waar je voorspatbord mee vastzat. Het karton moest nét de spaken raken, maar ook weer niet te veel. De hele middag was je aan het afstellen…
Een klepper die een veel mooier geluid produceerde, maakte je van een leeg luciferdoosje en een halve knijper. Het knijperhoutje zette je met een elastiekje vast op het doosje. (Zaten elastiekjes bij u thuis ook altijd om de stopcontacten?) Dat geheel ging weer aan de spatbordstang. Als de klepper goed was afgesteld, kwam er een prachtig geluid uit!
De ultieme klepper was die met een leeg schoensmeerdoosje; van Erdal natuurlijk. Omdat die doosjes rond zijn, zette je de klepper vast met een groot elastiek. Niet te strak en niet te vast. Dus ook nu kostte het afregelen de hele woensdagmiddag. Maar een geluid… Een motorfiets was er niets bij!
Bewegen is gezond!
Bewegen is gezond voor jong en oud, toen en nu. 2/3 van de Nederlanders beweegt te weinig. En als je ouder wordt en minder verplichtingen hebt waardoor je eropuit moet, schiet het bewegen er nogal eens bij in. Wat is voldoende bewegen?
En hoe doe je dat? In het artikel ‘Waarom is meer bewegen voor ouderen zo belangrijk?’ leest u er alles over.
Over Langer Thuis in Huis
Langer Thuis in Huis is de digitale gids voor senioren die langer zelfstandig willen blijven wonen. We schrijven over aanpassingen in uw woning, over mogelijke vergoedingen, zorg aan huis maar ook over vitaliteit en vrije tijd. Kortom, een hele handige website die u helpt om prettig en zelfstandig ouder te worden. Vindt u het prettig om wekelijks op de hoogte te worden gehouden van nuttige tips en artikelen hierover, dan kunt u zich ook gratis inschrijven voor de nieuwsbrief.
Reacties 32
Buitenspelen vond ik leuker dan binnen,
Over het algemeen was er bij de meeste mensen thuis (jaren 50 en begin 60) ook veel minder ruimte om binnen te spelen. Er was één tafel en daar moest alles aan gedaan worden.
En dat was gezelliger dan buisje kijken naar Goede tijden slechte tijden en acteurs of saaie spel programma`s (op enkele na)
Wij speelden iedere avond na het eten slagbal in de straat in de jaren 50. Ook speelden we landje pik enz. enz.
Wat leuk en goed geschreven, kan het me allemaal nog goed herinneren... Ben Brabander , geboren in de boerderij van m'n hartstikke lieve oma ,opa was n oersterke oud Indië militair, die op de boerderij volgens mij veel minder deed dan opoe..zoals kippen ,varkens en n koe , eten de boerderij spik en span ,de was....nondeju onvoorstelbaar wat oma allemaal gedaan en voor elkaar kreeg! Toch zat ik graag bij opa op zn knie , "Och dè vrouwvolk wit alted iets" Ook mocht ik spelen met zn sabel, zn gasmasker (de buurtkinderen hadden er grote schrik van ,vond ik leuk) Toch ook fijn spelen met ieder ,slootje springen......totdat Nelleke in de sloot sprong en huilend , rokje omhoog onderbroekje vol modder(wel leuk eig.)naar mama... Opa weer "og dè vrouwvolk hi alted iets" Dus slootje springen, vuurtje stoken ,vlieger maken,verstoppertje, op de hooizolder doktertje ,katapult schieten,stiekum vd koeienkoeken eten,wortel en peen uit de grond trekken ,afvegen aan je broek en opeten,ook appels,peren ,bessen ,kroezen gewoon vd boom halfrijp opeten.... Tis allemaal verleden tijd......herinneringen is wat me rest...zooojammer. Grtjes Peter DeLaat uit Schijndel
Wat een gemis je ziet weinig kinderen buiten spelen. Spoorzoekertje,stoepranden met de bal,tollen en knikkeren en niet vergeten stoppende,wij hadden in onze straat 2 poorten waar we vaak te vinden waren al was het alleen maar zoals wij het noemden,appeltje jatten over de schutting klimmen en plukken maar. Om 17.00 uur eten en daarna weer naar buiten
Wij schoten met rozenbottels in plaats van papieren pijltjes. Proberen door open ramen naar binnen te schieten. Of in de nieuwbouw spelen. Daar kon je als de bouwvakkers naar huis waren heerlijk verstoppertje spelen of soldaatje. Dan probeerde je ongezien van de ene kant van de rij in aanbouw zijnde huizen aan de andere kant te komen. Wanneer je gezien werd, riep de tegenpartij: 'gezien, je bent dood'. Rolschaatsen! Met van die metalen rolschaatsen met rode leren leren riempjes om ze vast te maken. Bij ons was een speciale rolschaatsbaan aangelegd.
Dat zou nog steeds moeten, maar bijna alle straten staan vol met geparkeerde auto's en rijden er ik weet niet hoeveel auto's over de wegen.
Als ik al ergens te vinden was dan was het wel op straat maar om 8 uur avonds moest ik naar binnen komen. Maar ik heb veel gewandeld, wij woonde in de Spaarndammerbuurt op de Zaanhof in Amsterdam en even verderop had je de westelijke haven gebied waar toen veel rietlanden waren. Als ik daar niet te vinden was dan wel in de zandbak die best wel diep was zodat katten of honden daar niet kwamen. Alleen als het hard regende, stormde of sneeuwde was ik binnen te vinden en in de vakantie gingen wij naar Voorthuizen en daar was ik dan weer vaak in de bossen te vinden. Vreemd genoeg ben ik de laatste jaren meer thuis gaan zitten mede omdat mijn heup en rug steeds meer pijn ging doen door wat later bleek ik een versleten rugwervel bleek te hebben en ik daardoor moest gaan fietsen.
Ik was vaak aan het stoeprandje gooien, leuk om te doen en er waren toen rond 1965 nauwelijks nog auto’s. Ook speelde ik graag indiaantje, compleet met tent en veren.
Altijd buiten knikkeren maar meestal voetballen
Stoeprandje butsen, lege huizen "bezoeken" die zouden worden afgebroken. Mooie tijd.
Ook ik speelde vaak buiten, kent iemand nog het spel : ' Schipper mag ik overvaren? ' dan moest je de staat oversteken en de schipper bepaalde hoe. Soms hinkelend of achterstevoren. Er was natuurlijk heel weinig verkeer, dus als er een auto aankwam stopten we even. Ook herinner ik me 'Beeldenverkopen' dan werd je eerst rondgedraaid en hoe je dan stilstond moest je doodstil blijven staan, als de 'draaier' je betrapte op bewegen was jij de volgende verkoper.
Straat natuurlijk, niet staat
Op straat speelden we ook wel, maar onze favoriete plek was de speeltuin, toen nog met oppasser. Inde zomer bleef de speeltuin open tot 21.00 uur 'svonds. Met een hoge glijbaan en een grote zandbak. De naam was Kindergenot!
Hinkelen, knikkeren, soldaatje spelen, skelteren en fietswedstrijden op een brede stoep. (tot ik vergat te remmen en in de race m'n voet op een bloembak zette, hard terechtkwam en 4 tanden eruit viel...Aan de voorkant van het nieuwe huis, hadden we een stukje met tegels, wat ik altijd ons erf noemde en dan deed alsof het een boerderij was. Aan de voorkant van ons oude huis, hing naast de voordeur een decoratie van latten die schuin door elkaar liepen. een van die latten zat los en kon je wat bewegen. Hier tegenover stond een rechthoekig paaltje en hier speelde ik bakkertje; Het paaltje was mijn toonbank, de grote kiezels uit de voortuin waren de broden en de beweegbare lat was mijn oven. Ook las ik over, zoals Ronald Prevoo schreef, indiaantje of cowbowtje spelen, Zo gaaf als je een echte verentooi, tent, hoed en hesje enz. hebt. Wij hadden dat niet, maar wel twee zakken met oude kleding en dan verzonnen we zelf iets, wat iets moest voorstellen.
Ook wij hadden een grote stoep voor ons huis. Bij ons was touwtje springen een favoriet spel. En even verderop het kerkplein waar we busje trap of ook wel blijk spuit geheten, en verstoppertje natuurlijk. Belletje trek was ook geliefd.
voetballen op straat of grasveldje in de Wielewaal!! Het kon gewoon en als je erg goed was naar CVV, wat een jeugd in deze heerlijke wijk( die nu helaas verdwenen is..)
Zoveel leuke dingen dat velen hebben beschreven. Knikkeren, stoepranden, de maan is rond, rond kuieren bij de sportvelden de Vliert, stiekem roken ver van huis met gejatte sigaretten, voetballen, knikkeren, naar de speeltuin, vissen en spelletjes in het park, vuurtje stoken en aardappels poffen, oude planken bij de bouw en een bolder wagen bouwen, kromme roestige spijkers recht proberen te maken. In de winter sneeuw poppen maken en glijbaan maken, de gladder de beter net om de hoek want dat verliep het een beetje. Tijden zijn veranderd en helaas er wordt (te)veel op onze mobieltjes gekeken.
Over dat laatste, hoe kan ik anders dit doen dan via mijn iPad 😀
buiten spelen voor mij onbekend de meeste moesten gelijk groot zijn. in de buurt waar ik woonde.
Wat triest Will Bergwerf.
Paaltjes voetbal , je kon het met ieder aantal deelnemers doen
Ja heerlijk buiten gespeeld, voor mijn gevoel was het altijd mooi weer. En we hadden altijd wat te doen buiten. We gingen oude kranten ophalen en dat brachten we dan bij de kranten boer en kregen we wat geld waar we dan snoep voor kochten. Of we maakten een tent . Rolschaatsen,steppen. Maar...ik woon in Apeldoorn en in waar ik woon spelen kinderen ook nog best veel buiten. Gelukkig maar.
TV hadden we niet, bestond nog niet in Nederland. Tot mijn 10e speelde ik buiten bijna alle spelletjes al hieronder genoemd. Hield erg van voetballen en verkeer was er niet veel. Maar de buurtjongens (6 of 7) gingen op hun 10e naar de voetbalclub en die lieten geen meisjes toe. Daarna nog wel wat buiten gespeeld, maar meer binnen boeken gelezen en schoolwerk gedaan. Ging wel op het weekend korfballen. En we speelden ook wel wat binnen. Wij hadden een grote stoep voor de deur, en een blok verderop begonnen de duinen. Ook een blok de andere kant op was een weilandje, waar we in de koeiepoep stapten en dan in de sloot sprongen om het weer af te wassen. Maar na mijn 10e was dat afgelopen, nieuwbouw op het weilandje, en iedereen deed andere dingen. Er waren niet veel kleine kinderen meer, we waren allemaal van het laatste jaar van de oorlog en het 1e jaar erna. Toch leuke herinneringen.
Inderdaad tot 10 jaar of zo..typisch eigelijk...
Knikkeren, bussietrap, verstoppertje, en in de winter natuurlijk ijssietaaien op de sloten, heb wat natte voeten gehaald toen..buiten spelen, .geweldige tijd..je verveelde je nooit, haalde geen rottigheid uit, kinderrijke buurten toen nog..altijd wel iemand die mee deed...
Zou leuk zijn als men ook de plaatsnaam van toen erbij vermeld, gewoon nostalgie..ik heb mijn buiten beleefd in Koog aan de Zaan.
Altijd na schooltijd buiten: verstoppertje spelen,voetballen,knikkeren, Naar de dijk aan de Westerschelde strandjutter ed,vader helpen op de boerderij of op het land.
Wij speelden heel veel buiten. Met de kinderen in de buurt. Verstoppertje, rolschaatsen, knikkeren, stoeprandje enz. En in de prachtige speeltuin in onze buurt Jolijt.
Geleen, 8-3-2023 "Automobilisten opgelet! Dit is Speelstraat voor de Jeugd!" Zo werd begin '60-jaren iedereen in onze woonwijk verwelkomd door bovenstaand zwart vierkante verkeersbord met witte letters. In onze straat waren wij en onze buurjongens/-meisjes de eersten die rolschaatsen hadden. Dat was gewoon uniek! 'Trendsetter' zou je tegenwoordig zeggen... Omdat het een speelstraat was [voorloper van 'Jantje Beton'], kon je je helemaal uitleven. Heerlijk, geen last van auto's of andere doorgaand verkeer. Wat 'n belevenis toen! Na schooltijd en vooral tijdens onze zomervakantie was het altijd genieten geblazen. De meisjes op rubberen wieltjes en de jongens op ijzeren wieltjes. Ja, dat stond heel stoer! Met lange veters of leren riempjes werden ze dan ondergebonden. Eerst stond je nog wat onwennig met knikkende knietjes, wiebelend en wankelend... :( En dan ... hup, boem! Au! Au! Au! Schrammetje hier, schrammetje daar. Dan kwam je thuis met overal blauwe plekken. Maar juist met vallen en opstaan leerde je 't óók sneller! Om uit te proberen, ging je eerst alleen op eigen houtje oefenen, rustig op je gemak en op je eigen tempo. Of anders gezamenlijk met z'n tweetjes hand-in-hand, zo kon de een de ander opvangen. En als je al iets gevorderd was en wat meer durfde, gingen we samen als aaneengesloten groep achter elkaar zo'n lange sliert vormen... We speelden ook rolschaats-hockey op straat, met provisorisch zelfgemaakte houten hockey-sticks. Begin '60-er jaren woonden wij toen pas in een nieuwbouwwijk 'Plan Zuid', grenzend aan woonwijken die nog in aanbouw waren. Zo gauw daar nieuwe straten werden aangelegd én geasfalteerd, gingen wij met ons groepje daar speciaal heen, naar de pas aangelegde weg met nieuwe laag asfalt, nadat ie goed droog was natuurlijk! Nou, dat was ideaal om daarop te rijden ('smooth'). Dat was 't ultieme... Tè gek !!! 'Kicken' zou je tegenwoordig zeggen... Dit verhaal (ingekort) was eerder ingestuurd door Erasmus op 8 april 2010.
Knikkeren,rolschaatsen, couwboytje spelen op het geitewijtje spelen Schaatsen op de kastanjevijver,tennissen in de straat was allemaal mogelijk voetballen en fietsen naar school Er was van alles te doen skelteren Gymles op school Mooie tijd hoor je kwam tijd te kort. en gezond voedsel als je je bord leeg at kreeg je vla Heb nu als 70 jarige nog het profijt van al die gezonde inspanningen Heel anders dan de jeugd van nu