Nootjes vier
Mijn grootmoeder was haar hele werkzame leven Vroedvrouw en gek op gadgets. Althans dat zouden we tegenwoordig zeggen. Vroeger zei men – gek op nieuwe snufjes -. Heel erg lang geleden, ver in de dertiger jaren van de 20 eeuw lieten mijn grootouders een nieuw huis bouwen. Om precies te zijn in 1937/1938. Dat huis noemde men toen heel deftig type Interbellum Burger Villa. Oftewel een degelijk en fraai vormgegeven woning voor de middenklasse in goeden doen. Lommerrijk gelegen en royaal van vorm en inhoud. Met niet teveel fratsen en poespas, wel statig en strak van vorm. Architect was meneer Kleinenberg en aannemer was meneer de Bruin. Ergens in het Noorden van het Land. Dichtbij de Hondsrug en de Duitse grens.
Gadgets of snufjes
Los van een inpandige garage voor de Ford van de Vroedvrouw had het grootouderlijk huis een AGA in de keuken staan. Een AGA hoor ik je denken? Ja, een AGA en een Zweedse nog wel. Groot, hoog, supergroot. Met wel vijf (!) deurtjes en een aslade. Roomwit van kleur en statig van statuur. AGA had een deftig voorkomen. Imposant en interessant tegelijk.
AGA was een ovenkachel. Maar eentje van het deftige soort. Niet van het normale. Neen, AGA noemde zichzelf ‘HotelOvenKachel’, en dat mocht ook wel, want met de AGA kon je bakken en braden, stoven en garen, verwarmen en koken. Ja, AGA wist van wanten. AGA was van Scandinavische komaf en sprak nog net geen Zweeds met haar bazin de Vroedvrouw.
Bij AGA was het goed toeven in de keuken
AGA gaf warmte maar deed ook meer. Via een ingenieus systeem van gietijzeren buizen en een tank met water zorgde AGA voor centrale verwarming in het huis van grootmoeder Haan. En dat anno 1938. Ik zei het al, grootmoeder hielt van moderne snufjes. En nu denk je al de hele tijd aan de Nootjes Vier boven dit stukje. Maar wat zijn Nootjes Vier Eigenlijk? Kraak uw hersenpan en laat het mij weten. Nootjes Vier?
Henk Sverre
Schoolbank Redacteur
Reacties 8
Nootjes Vier zijn kolen. Mijn grootouders hadden een brandstofhandel die werd voortgezet door mijn ouders. Eierkolen, turf, een muddevat (Gronings) = een vat waar een mud kolen in kon. En die kolen waren zó leuk om in te spelen.
Henk nootjes vier was een steenkolen maat. Je had antraciet, dat meer een kleine turf formaat. Eier kolen, samen geperst kolen gruis in de vorm van een ei. En dan waren er de nootjes in een aantal formaten. De bekendste was de nootjes vier. Die werden ook veel gebruikt in de haard, een kachel die meestal in de voorkamer stond en eigenlijk alleen bedoeld was om de kamer te verwarmen. Je kon er de koffie of thee op zetten of misschien de soep of snert warm houden.
Nootjes 4 was een maat cokes kolen. Die werd gebruikt voor de kachel dus de AGA zal wel kolengestookt zijn geweest
nootjes waren kooltjes om te stoken, ook de kachel. Nellie ellenbroek
Leuk om onderstaande uitleggen over "nootjes vier" te lezen. Zelf dacht ik dat de betekenis kwam van; AGA heeft 4 ovens, o.a. om nootjes in te bakken?
Wij stookten ook antracietnootjes 4 in de kachel.
ja ik weet het nog de jaren 50/begin 60. ze werden bezorgd in de zomer dan was het goedkoper. De kolenman kwam met paard en wagen en de jutte zakken werden dan in het kolenhok geleegd. alle deuren dicht van wege de stof. ( stof longen?)
Nootjes vier waren inderdaad antraciet. Dat is steenkool in zijn puurste vorm dus onbewerkt en naar grootte gesorteerd. Het was een hoogwaardige en dus betrekkelijk dure soort kolen, bedoeld voor kachels en fornuizen. Het had een lange brandduur en gaf veel warmte. Om een verwarmingsketel of boiler te stoken werd goedkopere cokes gebruikt, hieraan was al gas onttrokken. Cokes was lichter van gewicht alsook van kleur en het waren grotere brokken. Nog goedkoper waren eierbriketten, zoals hieronder reeds vermeld werden die gevormd uit in vormen samengeperst kolengruis. Tenslotte was er nog slik, dat was het allerfijnste kolengruis dat overbleef na het wassen van andere kolensoorten. Het werd ook niet gevormd maar alleen samengeperst. De gebruiker moest er met een schop plakken afsteken. Om de brandbaarheid te verbeteren werd er ook wel zaagsel doorheen gemengd.