Ja het staat er echt. ‘Aardappelvakantie’. In het dorp waar ik woonde hadden we een speciale vakantie hiervoor. Ongeveer twee weken voor de landelijke herfstvakantie. Wij hadden dus geen herfstvakantie maar ‘aardappelvakantie’.
Oogsttijd
Dit fenomeen, een speciale vakantie, is natuurlijk ontstaan uit noodzaak. In het verleden bleven veel kinderen gewoon thuis om te helpen bij het oogsten. Dan maar een vakantie eraan koppelen. Wel zo handig!
Ik ben heel benieuwd of er meer lezers zijn die dat verschijnsel kennen? Hebben jullie überhaupt wel van de naam ‘aardappelvakantie’ gehoord? Gebeurde dat bijvoorbeeld ook in de westelijke provincies in de bollenteelt? Of in zuid Limburg bij het oogsten van de asperges? Ik heb echt geen idee. Vertel eens wat jullie ervaring hiermee is.
In mijn dorp, Lonneker, was het in ieder geval normaal. Mijn oudere broer vertelde mij dat het ook normaal was dat hij hielp bij het hooien. ‘Ze kwamen je gewoon halen alsof het de gewoonste zaak van de wereld was’. Noaberplicht!
Hoe ging dat in zijn werk?
Wij gingen aardappels rooien bij boer Levink in Lonneker. Wij, dat waren twee broers van mij en een heleboel kinderen uit het dorp. Boer Levink woonde niet ver van mijn eigen huis en ik heb fantastische herinneringen aan deze tijd.
Ik denk dat we toch zeker met 10, 12 kinderen waren. s’Ochtends verzamelden we bij de boerderij. We liepen er tussen de kippen die daar rondscharrelden. Kalfjes stonden in de wei. Rond negen uur gingen we met z’n allen, gezeten op een platte wagen, met tractor ervoor naar het land. Bij het land aangekomen kregen we allemaal een ‘rijtje’ en een metalen korf en dan was het werken geblazen. De aardappels waren al ‘veurgegaderd’ d.w.z. dat ze al aan de oppervlakte lagen en wij ze alleen maar hoefden te rapen en in de korf te werpen.
Veel lol en kattenkwaad in de aardappelvakantie
Er was altijd plezier. Wat heb ik gelachen in die tijd. Grappen en grollen. We bekogelden elkaar met ‘pisappeltjes’. Dat waren mislukte kleine aardappeltjes die vol met sap zaten. Dat gaf leuke uitspattingen op de overall vooral als er een voltreffer was. Ik herinner me een meisje, Ilse, die elke keer als ze een plas ging doen in het kreupelhout met een natte overall terug kwam. Het lukte haar maar niet om zonder knoeien een plas te doen. Ach, wichke. Ze trok zich er niets van aan gelukkig en bleef stug volhouden. Om half elf kwam de boerin met de tinnen flessen met koffie. Wij noemden dat ‘jeul’. Het was slappe koffie met melk en iets lekkers erbij. Eigenlijk was de koffie niet te drinken maar in die sfeer op het land hoorde het er gewoon bij.
We zongen liedjes. Dat herinner ik me ook. Om 12 uur gingen we dan op de platte wagen met de oogst van die ochtend weer terug naar de boerderij. Daar stond, op de deel een lange tafel waar iedereen aanschoof. Er was volop te eten. Ik herinner me vooral veel vet eten. Spek en natuurlijk verse melk. Aan tafel zaten naast de boer en de boerin en twee zonen ook opa Levink.
Opa
Opa had geen tanden meer in zijn mond en hij at brood dat hij in de melk doopte zodat hij het, lekker zacht geworden, kon opslobberen. Opa Levink was voor ons ook een bron van vermaak. Naast dat hij geen tanden meer in zijn mond had was hij ook behoorlijk doof. De boerin was de enige die met hem praatte. Met haar harde schelle stem sprak ze hem toe en hij, altijd met zijn hand achter zijn oor om zoveel mogelijk geluid op te vangen gaf dan antwoord. Altijd in het Twents want hij kon niet anders.
In de middag kwam opa steevast een kijkje nemen op het land. Hij kwam aansjokken in zijn blauwe boerenpak en wandelstok. Voor ons was dat altijd een hilarisch moment want hij voerde elke dag hetzelfde toneelstukje op en die voorspelbaarheid maakte het leuk.
Hij hief zijn stok en wees met de stok langs het land voor, achter en opzij en dan zij hij: “bint ale oons” (het is allemaal van ons!) “Ie kunt vrettn en drietn nun hele basket vol moar werkn dat sal ie” (jullie kunnen vreten en schijten een hele emmer vol maar werken zullen jullie!).Dat was nog eens verfrissende positieve feedback!
Zo kwamen we de middag ook door met wederom koffie en thee op het land en een korte pauze waarin verstoppertje werd gespeeld.
Aan het einde van de dag gingen we vol geladen weer terug naar de boerderij. De meesten gingen dan snel naar huis. Anderen bleven nog achter om met de kalfjes te spelen of gewoon rondom de boerderij te spelen.
Aan het einde van de week kregen we 10 gulden. Dat was ook voor die tijd echt weinig geld. De herinnering is voor mij gelukkig onbetaalbaar.
Reacties 1
oke