De jaarwisseling is natuurlijk met afstand de lawaaierigste feestdag die we hebben. Maar vlak Luilak dag niet uit. Op die zaterdag voor Pinksteren (dit jaar 18 mei) is de kans erg groot dat je ‘s morgens vroeg ruw uit je slaap wordt gewekt door lawaai op straat. Het feest was vooral in de jaren zestig populair in het westen van Nederland.
Omdat in vroeger tijden Pinksteren drie en soms wel vier dagen duurde, moest er veel werk in het voren worden gedaan. Dat betekende de zaterdag ervoor dus extra vroeg opstaan. Wat niet iedereen lukte. Wie zich versliep, werd met veel rumoer alsnog wakker gemaakt. En dan heb je maar zo een traditie.
Onder het zingen van liedjes als ‘Luilak, beddenzak, je hebt vannacht weer in je broek gek*kt’, trok in de jaren zestig vooral de lagere schooljeugd door de straten. We maakten lawaai met zelfgemaakte ratels en drukten langdurig bij de flats in de buurt op alle bellen, die natuurlijk door slimme bewoners de vorige avond allang waren afgezet.
Wat ook prima werkte, was een op de bouw gepikte plank van steigerhout. Ga met een paar kinderen er aan een kant bovenop staan, laat een stel anderen de plank optrekken tot hij bijna breekt, en laat hem dan los. Geeft in een trappenhuis van een 8 verdiepingenplan een knal alsof er een bom ontploft.
Luilak dag was voor veel vaders reden om het zaterdagse autowassen aanmerkelijk te vervroegen om het geliefkoosde blik tegen mogelijk vandalisme te beschermen. Want in die late jaren zestig begon het feest al langzaam wat uit de hand te lopen. De gemeente Amsterdam kwam daarom op de gedachte om in gymzalen films van de ‘Dikke en de Dunne’ te draaien. Op straat liepen volwassenen rond die de kinderen daarheen meetroonden. Waarmee een aanmerkelijk deel van de lawaaischoppers dus veilig opgeborgen zat. Buiten reden agenten in motoren met zijspan rond om rellende nozems uit elkaar te drijven.
Tegen een uur of acht trokken de meeste kinderen weer naar huis om te gaan genieten van de traditionele luilakbollen. Van oorsprong zachte witte broodjes met krenten en rozijnen, die je stroop of een klontje boter eet. De luilakbollen bij ons thuis hadden echter meer weg van slagroomsoesjes.
Het was ons om het even. Luilak dag was voor ons eigenlijk al het begin van de zomer. Het zou nu niet meer lang duren voordat de grote vakantie begon. Het leven was mooi en alles lag nog in het verschiet.
Meer blogs: