Ga naar de inhoud

Blote buik in de klas

Update:
kledingvoorschriften


Op Nederlandse scholen bestonden in de jaren 70 geen kledingvoorschriften. In principe mochten leerlingen zelf bepalen wat ze op school droegen. Uniformen, zoals op Britse scholen gebruikelijk, waren uit den boze, evenals gescheiden jongens- en meisjesscholen. Je kleedde je je zoals je wilde, en er kon veel. Maar dat leidde wel tot experimenten die een doorn in het oog waren van sommige leraren.

Eerste schooldag, in de nazomer van 1971. De brugklas van de Scholengemeenschap Wolfert van Borselen huisde tijdelijk in een dependance aan de Rotterdamse ‘s Gravendijkwal, een paar honderd meter van het imposante hoofdgebouw met de letters Hogere Burgerschool.

Ik was net 12, had geen idee wat me te wachten stond. Op de lagere school droegen we ‘s zomers nog korte broeken en speelden we in de pauze voetbal op het schoolplein, soms met een bal, soms met een kleine kei. Nu zat ik ineens in een heel andere klas, zeker 30 jongens en meisjes, uit andere wijken, met name Rotterdam West. Ik kende niemand – mijn schoolvriendjes hadden voor het Libanon Lyceum in Kralingen gekozen.

Korte broek en sandalen

Nerveus speurde ik rond. Ik was de enige met een korte broek en sandalen. De paar hippe jongens droegen een spijkerbroek (Levi’s, Wrangler, Lee en Lois waren de gewilde merken, in die volgorde) of een kleurrijke pantalon met wijde pijpen, die hoorden bij hen die van soulmuziek hielden. Er waren ook veel gewone jochies zoals ik, maar ook die droegen vandaag allemaal een lange broek.

En dan de meisjes, die zagen er beangstigend aantrekkelijk uit. Ze waren zich duidelijk bewust van hun nieuwe lichamelijke macht. Sommigen droegen korte rokjes, anderen strakke truitjes. Ik zat achter in de klas, hopend dat niemand me zou zien met mijn korte broek en sandalen. Stilletjes vervloekte ik mijn moeder die me deze kleren vanochtend na een bord Brinta had laten aantrekken. Had ze dan geen enkel idee van hoe een 12-jarige Rotterdammer zich hoort te kleden?

Eerste dag

Van de lessen die dag kan ik me niets herinneren, behalve dat ik onder de indruk was van het oude gebouw met zijn langwerpige ramen, die gul het ochtendlicht doorlieten. Ik vond het zowel spannend als overweldigend. Minstens 6 jaar lagen voor me, die zich op en rond de ‘s Gravendijkwal zouden afspelen. Nieuwe omgeving, nieuwe vrienden, en wie weet, vriendinnetjes.

Een ding kan ik me nog goed herinneren van die eerste dag. Tijdens de wiskundeklas riep de onderwijzer, een knorrige man met gele tabaksvingers, 2 meisjes voor het bord. Die moeten sommen doen, dacht ik. Maar waarom vraagt hij ze allebei tegelijk? Het waren leuke meisjes. Ze leken een beetje op elkaar, ook al was er een blond en had de ander donker haar. Maar ze droegen allebei een strak truitje dat een paar centimeter bloot middenrif liet zien.

De leraar leunde achterover en richtte zijn aanwijsstok op de buik van het blonde meisje, nog bruin van de zomerzon. Dat kan hier niet, zei hij. De meisjes keken hem aan, eerste verbaasd, toen licht vijandig. Wat kan niet, vroeg de donkerharige brutaal. Dát, zei hij, weer wijzend op de buiken. En hij stuurde ze naar huis, met de opdracht zich te verkleden. Daarna keek hij ons indringend aan, zonder een woord te zeggen. De boodschap was duidelijk.

Toen ik ‘s middags thuis kwam, vertelde ik mijn moeder dat ik geen korte broek en sandalen meer wilde dragen. Over de 2 meisjes en hun ontblote middenrif hield ik mijn mond.

Meer blogs: