Ga naar de inhoud

11 november, geschiedenis van Sint- Maarten

sint maarten


Naamdag van Martinus van Tours, Sint-Martinus, Sinte-Marten, Sinter Merte of Sinte-Mette. Deze persoon werd bekend doordat hij als soldaat de helft van zijn mantel gaf aan een arme bedelaar en na een droom koos om verder te leven als christen. De invulling die aan dit feest gegeven wordt verschild van streek tot streek, maar het komt mij voor dat dit vooral boven de grote rivieren wordt gevierd. Bedeloptochten zoals met Sint-Maarten werden en worden ook in België, Noord-Frankrijk, enkele Duitstalige gebieden, en zelfs Portugal en Hongarije) gehouden. Er wordt verondersteld dat het feest teruggrijpt op een Germaans winterfeest, maar ook een zuiver kerkelijke oorsprong is mogelijk.

Bedelfeest

Als bedelfeest was Sint-Maarten lange tijd een feest voor de armen. Rijke burgers zagen hun kinderen er liever niet aan meedoen. Later werd de waarde ingezien van deze mooie traditie die vooral behouden moest blijven. Door onze zuiderburen wordt op deze dag de Eerste Wereldoorlog herdacht, waardoor het meer een wereldlijke lading krijgt en tevens is het de inluiding van carnaval.  Met de opkomst van Halloween, op de laatste dag van oktober, is er een concurrerend straatfeest ontstaan. In Noord-Brabant is er in sommige dorpen nog de traditie van “Nieuwjaarke Ouwe” op de laatste dag van het jaar en het feest van Driekoningen, met name in Tilburg.

Jaren 50/60

In de jaren 50/60 liepen we met groepjes kinderen in donker met een lampion langs de deuren om snoep op te halen. Het was een periode dat ouders nog niet mee hoefden te lopen, zoals tegenwoordig gemeengoed is, mede daarom was het was allemaal reuze spannend.  Je belde aan en bij het openen van de deur begonnen we gelijk te zingen: 

“Sinter Sinter Maarten 

de koeien dragen staarten,

de koeien hebben horens,

de kerken hebben torens,

hier woont een rijkman,

die veel geven kan,

veel zal hij geven,

lang zal hij leven,

God zal hem lonen,

met honderdduizend kronen,

met honderdduizend lichtjes aan,

daar komt Sintermaarten aan!”

Als er niet open werd gedaan, was er een variant op het lied: iets over een “gierigaard die niks geven wil”.  Als al het snoep verzameld was werd het onverpakte suikergoed één grote plakkerige suikerbal die daarna nauwelijks nog te verorberen was.  

Laten we toch hopen dat deze tradities in ere blijven.

Meer blogs: