Ontdek PLUS

Ellerus Uniken

Kent 0 personen

NA
Woont in -

    Bekijk het volledige profiel van Ellerus Uniken en al je andere schoolgenoten!

    In SchoolBANK kun je GRATIS je scholen terugvinden en weer in contact komen met je docenten en schoolgenoten. Registreer je en begin meteen!

    Ellerus Uniken heeft 0 klassenfoto's en kent 0 schoolgenoten. Benieuwd of jij iemand herkent?

    Meld je snel aan en vind jouw oud-schoolgenoten en klassenfoto's terug!

    Aanmelden

    De meest markante docent die ik in al die jaren heb mogen meemaken is ongetwijfeld prof.

    De meest markante docent die ik in al die jaren heb mogen meemaken is ongetwijfeld prof. dr. ir. Streefkerk geweest. Hij doceerde het vak Toegepaste Wiskunde. Een heerlijk vak, lekker logisch allemaal. Hoewel zijn zelf ontwikkelde ideeen, omtrent de bewerking van ‘e tot de macht matrix’ om op eenvoudige doch snelle wijze netwerken door te kunnen rekenen, mij toch de nodige lachstuipen opleverde. Enfin, die man kon moeilijk namen onthouden, had waarschijnlijk ook geen zin om alle namen van die studenten uit z'n hoofd te leren en, om het zichzelf makkelijk te maken, riep hij daarom iedereen aan als ZAK. Als iemand iets niet begreep en een vraag wilde stellen, dan was 't van: 'Zeg 't eens zak, wat snap je nu weer niet?' Of als hij bij aanvang van de les kwam binnenstormen dan opende hij steevast met: 'Goeie morgen, stelletje zakken!' Ook zijn collega’s rekende hij tot de verzameling der ZAKKEN, waar wij, studenten, natuurlijk wel mee konden instemmen. Toch mocht ik hem wel, al was het alleen al om zijn chaotische gedrag tijdens de lessen. Op een dag, het weer was een beetje dreigend, hadden we opeens een nieuwe leraar voor het vak economie. De vorige was overleden en het was toen kennelijk economisch niet verantwoord om het zonder dat vak te stellen. Deze nieuwe docent stelde op een gegeven moment een vraag aan een burger. Ja dat zit zo; onze klas bestond destijds uit burgers aan de ene kant en militairen aan de andere kant. Deze burger wist echter niet waarover de vraag ging en dacht er makkelijk van af te komen door te zeggen: 'Dat onderwerp hebben wij nog niet behandeld gekregen'. Daarmee kleineerde hij een beetje het onderwijzend vermogen van hem die was heengegaan. Een van die militairen, die op kosten van defensie hun HTS-opleiding overdag mochten voltooien, kon dit allemaal niet meer aanhoren. Hij stond op van zijn stoel, sprong in de houding en commandeerde: 'Over de doden niets dan goeds, burgerman!' Toen stond onze burger op zijn beurt ook op, sprong in de houding en repliceerde, in navolging van onze docent Toegepaste Wiskunde: 'Geachte majoor, U is een zak!' Nou, en toen brak de oorlog pas goed los, want die overige soldaten konden hun collega natuurlijk niet in de steek laten. Op onze beurt... Dit speelde zich allemaal af in het pre-Balkenende tijdperk, dus van normen en waarden hadden we nog nooit gehoord… Wat we wel allemaal gehoord moeten hebben waren de pianorecitals van Kees Huges. Kees was in het kader van het ‘vak’ Studium Generale uitgenodigd om ons in te wijden in de geschiedenis van de klassieke muziek. Hij had zijn piano van huis meegenomen en in een van de lokalen op de tweede verdieping neergezet. Aldaar nam hij ons mee in de wereld van Bach, Mozart etc. Aan de hand van het thema van ‘Vader Jacob’ liet hij ons kennis maken met de stijlen van verschillende klassieke componisten, te beginnen met Handel, Bach en Mozart. Tot hier verliep het allemaal nog geruisloos. Aangekomen bij Beethoven passeerde het aantal decibellen, dat Kees op zijn piano produceerde, het niveau waarop normaal lesgeven, in de ons naburige leslokalen, niet meer mogelijk was. De ene na de andere docent kwam verontwaardigt binnenstormen, maar durfden onze pianist niet in zijn spel te storen. Kees echter, ging onverdroten door en kreeg er steeds meer zin in. Dat kon je ook horen aan zijn spel. Na Beethoven was het de beurt aan de Duitse romantici Schubert en Schumann, en ging hij zonder te stoppen over op de Russische componisten Tchaikovsky en Prokofjev om uiteindelijk te eindigen bij Rachmaninov. Maar toen hadden de overige docenten het auditorium al lang verlaten en werden hun lessen die dag gestaakt. Bravo Kees!

    H.T.S. (Hogere Technische S..., 1977

    Misschien dat ik de 70-er jaren een beetje romantiseer, maar terugdenkend aan de Willem de Zwijger MAVO kan ik toch niet anders concluderen dan dat het vrij zorgeloze jaren waren met hoofdzakelijk prettige docenten.

    Misschien dat ik de 70-er jaren een beetje romantiseer, maar terugdenkend aan de Willem de Zwijger MAVO kan ik toch niet anders concluderen dan dat het vrij zorgeloze jaren waren met hoofdzakelijk prettige docenten. Zo was daar Avegaart, die, zo oud als hij toen al was, zich voor de klas meestentijds gedroeg als een energieke jonge puber. Menigmaal heb ik hem met veel liefde horen vertellen hoe hij eens een meisje, dat tijdens het schaatsen op het ijs onderuit was gegaan, het hof maakte door haar een helpende hand te bieden. Dat meisje werd later zijn vrouw. Van Boosman herinner ik me vooral het lokaal waarin hij lesgaf. Dat lokaal hing vol met afbeeldingen van het werk van M.C. Escher, dat voor mij de kunst van het oneindige symboliseerde. In die prenten kon ik me helemaal wegdromen. Heerlijk! Zelf had Boosman zijn handen altijd vol met gekleurde krijtjes, een liniaal en een passer voor het trekken van krommen door de punten (0,0), (30,0.5), (60,0.707) en (90,1). Hoeveel sinussen en cosinussen die man in zijn leven daar op dat bord heeft getekend is niet na te tellen, die sommatie divergeert waarschijnlijk naar oneindig. Resulteerde bij Boosman twee gelijke, maar tegengestelde, vectoren in een nul-vector, zo niet bij Stegeman. De laatste hield er een heel ander soort wiskunde op na, want in de natuurkunde ging een nul-vector in dergelijke omstandigheden over in een scalaire grootheid; kracht werd omgezet in druk. Je had destijds dus binnen die school een school van wiskundigen en een school van natuurkundigen. Beide stromingen werden door ons gedoogd, wat een voorloper van het denken volgens het Poldermodel genoemd mag worden. Om de juiste balans te vinden konden we terecht bij Otten, die er als direkteur een genoegen in schiep om ons zijn balans op te laten stellen. Het verschil in creditzijde en debetzijde moest bij hem altijd op nul uitkomen. Weer een soort nul-vector dus, maar dan anders. Wel lekker simpel allemaal, maar ontzettend saai. Geen vak dus om verder in door te gaan. Nee, dan de erudiete de Leeuw, die kon, terwijl hij met zijn vingers immer in de weer was vlechtjes te draaien van de haren in z’n baard, prachtig voorlezen uit ‘Eric of het klein insectenboek’, van Godfried Bomans. Zelden zo gelachen. Hij, de Leeuw dus, was aanwezig toen aan Bomans eens de gedenkwaardige vraag werd gesteld waarom hij, ondanks zijn intelligentie, toch alle klassen dubbel had gedaan. Antwoord van Godfried: ‘Ik hou niet van half werk!’ Het gedicht ‘De Vlinder’, van Weet-ik-veel, werd door Baardmans tot uitentreuren behandeld. Wel een beetje cynisch als je bedenkt dat je, als nietsvermoedende leerling, jezelf via de MAVO probeerde te ontpoppen van leeghoofd tot een groot intellectueel. Als een vlinder zo vrij zou je daarna je weg kunnen vinden in de maatschappij. Althans, dat dacht je dan in al je naïviteit. Maar, en dat was dan de moraal van dat verhaal, is het diezelfde maatschappij die dan je vrijheid weer ontneemt door je vleugels met hun regels vast te pinnen aan hun gebruiken en rituelen. Enfin, op de dinsdagavonden hadden we nog de scheikundelessen van de heer Klinkenberg. Hij werkte overdag op een laboratorium van Hoogovens en ‘s avonds mocht hij dan zijn kennis, opgedaan uit dat lab, ‘overbrengen’ op ons arme scholieren. Die man zag er altijd zo bleek en slecht uit dat een carriere als chemicus mij niet erg gezond leek. Niet doen dus. Misschien waren de lesuren van Zwartenkot een uitzondering op het onbezorgde leven op de MAVO. Bij lezing van andere verslagen op deze site schijnen daar meer leerlingen moeite mee gehad te hebben. De persoon Zwartenkot onderging voor mij echter een metamorfose toen hij een keer inviel voor muziekles. Hierin gaf hij een uur lang een pianorecital van enkele klassieke meesterwerken. Dat was nog eens wat anders dan: ‘Hannes loopt op klompen, Simpe-sampe-sompe…’. Toch kijk je daarna wel anders tegen zo’n man als Zwartenkot aan. Volgens de Engelse filosoof George Steiner is dit niet ongebru

    Willem de Zwijger MAVO, 1970

    De belangrijkste lerares uit mijn schoolgaande leven is ongetwijfeld juffrouw Nieuwenhuizen geweest.

    De belangrijkste lerares uit mijn schoolgaande leven is ongetwijfeld juffrouw Nieuwenhuizen geweest. Zij was het immers die mij, in de eerste twee klassen van deze lagere school, het lezen, schrijven en rekenen heeft geleerd. Al het geleerde daarna bleek hiermee vergeleken bijzaak en vaak overtollige ballast. Het schrijven deden we destijds overigens met een kroontjespen die we in inkt moesten dopen alvorens we onze eerste letters en cijfers in ons schriftje konden noteren. Ik herinner me juffrouw Nieuwenhuizen als een lieve oma die op haar kleinkinderen paste en onderwijl haar kennis op ons overbracht. In die tijd moesten we, voordat we de school mochten binnengaan, ons opstellen in rijen van twee. Wanneer alle klassen eenmaal met militaire precisie in het gelid stonden mochten we, op commando van de docenten, per klas naar binnen. Eerst de 1e klas, daarna de 2e, enz… Ook werd er toen nog, onder het mom van ‘Melk is goed voor elk’, dagelijks schoolmelk in de klassen rondgebracht. Ja, ze hadden het beste met ons voor. Wat er tussen de 1e en de 6e klas allemaal is gebeurd, daar kan ik me weinig meer van herinneren. Of het moet die jongen zijn die een potje met inkt had opgedronken en daar een blauwe tong aan overhield. Waarschijnlijk had hij die ochtend voor straf geen melk mogen drinken. Hij was bepaald geen lieverdje, want het voorval waarin diezelfde jongen een stuk tegel precies op het hoofd van een docent wist te mikken staat me nog scherp voor de geest. Wat de leerstof aangaat staan me, gek genoeg, alleen de goddienstlessen me nog bij. Die werden door een of andere hoge priester of heilige op de donderdagmiddag gegeven. Dat een volwassen man in volle ernst zulke absurde verhalen wist te vertellen, dat gaf me toen al te denken. In je schrift kreeg je ook nog eens stempeltjes van plaatjes over die bijbelse toestanden. In het laatste jaar hadden we les van meester Bos. Hij dwong respect af en was een groot verteller. Zo vertelde hij eens het verhaal over een zevenjarig jongetje dat van zijn meester voor straf alle getallen van 1 t/m 100 moest optellen. Dit speelde zich ergens in de 18e eeuw in Duitsland af. Een minuut later kwam de vlegel, met het antwoord 5050, bij zijn meester terug. Een beetje pissig, maar toch ook wel vol bewondering, stuurde hij die wijsneus terug om hem dan maar de getallen 1 t/m 1000 bij elkaar op te laten tellen. Daar zal hij wel even zoet mee zijn, zo dacht hij. Sneller dan bij de eerste opdracht kwam dat jongetje bij zijn meester terug, met als antwoord: 500.500. Zijn leraar stond versteld en vroeg hem hoe hij dit zo snel kon uitrekenen. Een kwestie van slim omgaan met getallen, zo vond de leerling. Wie was hier het rekenen nou werkelijk meester? Veel later begreep ik dat het hier om de latere wiskundige Johann Carl Friedrich Gauss uit Brunswick ging. Of dat verhaal van die man, ook uit Duitsland, die had uitgerekend dat je om een hoekie kon kijken zonder spiegels te gebruiken. Dat bleek dan later weer Albert Einstein te zijn, die dat concludeerde uit zijn Algemene Relativiteitstheorie. En het moet Nicola Tesla zijn geweest die een motor had uitgevonden die geen brandstof meer nodig had. Vreemd dat dit soort absurde verhalen je zo lang bij blijft. Waarschijnlijk kwam mijn voorkeur voor abstract denken toen al een beetje aan ‘t licht. Welbeschouwd begrijp ik meester Bos nu beter dan zo’n dertig jaar geleden. Van de sigaren rokende meester Bos staat me verder nog zijn rol als klokkenluider bij. Door een paar keer flink aan een touw te trekken luidde hij, voor alle klassen, dagelijks voor meedere keren de lessen uit.

    ossendorpschool, 1964